Download Print this page

Craftsman 38996 Instruction Manual page 7

Pedestrian-controlled rotary lawnmowers

Advertisement

(_
Veilig werken
met handbediende
grasmaalmachlnes
BELANGRIJK:
Deze maaimachino kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren, Het
niet opvolgen van deze vailigheidsinstructies
kan ernstig of dodelijkletsel tot gevolg hebben.
I. Training
Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen en het juistegebruik
van de machine,
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies, de maaimachine niet gebruiken. Het is
mogelijk dat plaatselijke voorschriflen een beperking
stellen aan de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooitterwijlmensen, vooralkinderen,ofhuisdioren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurderofgebruikerverantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of
hun eigendommen kunnen overkomen,
II. Voorbereiding
Draag tijdens her maaien altijd stevige schoenen en
een lange broek. Gebruik de machine nietblootsvoets
of terwijl u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden ge-
bruikt, grondig en verwijder alle voorwerpen die door
de machine kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING - Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat
doel zijn bestemd.
- Tank arleen buiten en rook niettUdens her tanken.
- Tank voordst u de motor start. Draai de dop nooit
van de benzinetank af of tank nooitterwijl de motor
draait of heet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet
te starten maar haal de machine van de plaats
vandaan waar u benzine heeff gemorst en zorg
dat u geen ontstekingsbron teweeg brengt totdat
de benzJnedampen zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken
weer goed vast.
• Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v66r her gebruik altijdof de messen, mes-
bouten en maai-inrichting nietversleten ofbeschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en
bouten in sets om het evenwicht in stand te houden.
• Op machines met meerdere messen dlent u eraan te
denken dat het draaien van (_dnmes andere messen
kan doen draaien.
III. Bediening
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte
waar gevaarlijke koolmonoxydedampen zich kunnen
verzamelen.
Maai alteen bij daglicht of goed kunstlicht.
Ook om nat gras te maaien, waar mogelijk.
Loop voorzichtig op hellingen.
Loop normaa[, mn niet.
Maai meteen grasmaaier met wielenaltijd dwars op de
helling, nooitvan boven naar onder of omgekeerd.
Wees bijzonder voor-zichtigals u op een helling van
richtingverandert.
Maai niet op erg steile hellingen.
Wees bijzonder voor-zichtig als u de grasmaaier naar
uzelf toe duwt of draait.
• Zet het rues uit als u de grasmaaier moet optillen om
deze over plaatsen zonder gras of van het ene naar
het volgende gazon te vervoeren.
• Werk niet met de grasmaaier aTsde beschermkap-
pen of veJligheidsmechanismen
niet in orde of niet
aangebracht zijn (bijv. beschermkappen of grasvang-
mechanismen).
7
Verander de instelling van de motorregelaar niet en
laat de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de
motor met te hoog toerental draait, kan bet risicovan
lichamelijk letsel groter worden.
• Zet alle mes- en aandrijfkoppelingenin hun vrijvoordat
u de machine start.
Start de machine of de motor voorzichtig en volgens
de gebruiksaanwijzingen on houd uw voeten uit de
buurt van her rues.
• Til de grasmaaier niet op terwijl u deze start of de
motor ervan aanzet, tenzij de grasmaaier dient te
worden opgetild om deze te kunnen starten. Til de
machine in dit geval niet hoger op dan nodig en til
alleen her gedeelte op dat her verst van de bediener
is verwijderd.
• Zet de machine niet aan ter_vijlu voor de afvoer
staat.
Steek uw handen of voeten nooit onder of in de buurt
van draaiende delen. Houd de afvoeropening altijd
vrij.
• TU de grasmaaier nooitopen draag deze nooit terwijl
de motor draait.
• Zet de machine uit en maak de bougiedraad los:
- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een
verstopte afvoer leeg maakt;
- voordat u demaaimachine controleert,schoonmaakt
of eraan werkt;
- nadat u een ongewenst voorwerp heefl geraakt.
Inspecteer de maaimachine op schade en voer
reparaties uit voordat u de machine weer start en
gebruikt;
- als de machine abnormaal begint te trillen (onmid-
dellijk controleren),
• Zet de machine uit:
- als u de grasmaaier achterlaat;
- voordat u brandstof bijvult.
Minder gas tijdens her uitlopen van de motor, en als
de motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de
brandstoftoevoer aan het einde van her maaien afs-
luiten.
Rijd langzaam als u een meeloopstoeltje gebruikt.
IV. Onderhoud
en Opslag
Houd alle moeren, bouten en schroevan goed vastge-
draaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine
in een vailige bedrijfsstaatverkeert.
• Sla de machine nooitin een gebouw op, waar dampen
een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich
benzine in de tank bevindt.
• Laat de motorafkoelen voordatu hem in een besloten
ruimte opbergt.
• Beperk brandgevaar: houri de motor, geluiddemper,
accuruimte en benzine-opslagruimte
vdj van gras,
bladeren of een overmaat aan smeervet.
Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwer-
ing.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om
vailigheidsredenen.
AIs de brandstoffankafgetapt moet worden, moet dit
buiten worden gedaan.

Advertisement

loading