9.2 Softwarehulp
Open het helpmenu via de geïnstalleerde software:
Help → Help-onderwerpen...
10 Verbinding en configuratie
Sluit het product aan op een computer en gebruik de gebundelde software om er-
mee te communiceren.
Voorwaarden:
a
De software is geïnstalleerd op uw computer.
1. Sluit het product aan op een beschikbare USB-poort van de computer en open
vervolgens de software.
2. Volg de instructies op het scherm om het product te verbinden met de software.
3. Gebruik de software om met het product te communiceren. Zie paragraaf:
warehulp
[} 46].
Belangrijk:
Risico op gegevensverlies. Koppel het product nooit los van de computer terwijl
de gegevensoverdracht bezig is.
11 Gebruik
11.1 Tips voor opname
■
Richt de microfoon direct op de geluidsbron op een afstand van 1 m.
■
Zorg ervoor dat er geen obstakels aanwezig zijn tussen de microfoon en de ge-
luidsbron.
■
Om de geluidsgolven niet te beïnvloeden, dient u de microfoon met een uitge-
strekte arm van het lichaam te houden of op een steun te monteren.
■
Blijf indien mogelijk ongeveer 2 m uit de buurt van de meetplek.
■
Laat het product zo min mogelijk trillen of bewegen.
■
Lawaai door wind heeft invloed op de resultaten. Gebruik de meegeleverde
schuimdemper als de windsnelheid >10 m/s is.
46
Soft-