•
Open het apparaat nooit zonder eerst de stroomtoevoer
naar het apparaat te hebben onderbroken.
•
Sluit de doorstroomgeiser alleen op een koudwaterleiding
aan.
•
Sluit eerst het water aan, spoel het apparaat door en zorg
dan pas voor de elektrische aansluiting.
•
Houd u aan de wettelijke eisen en de aansluitvoorwaarden
van de elektriciteits- en waterleidingmaatschappij.
•
Voer de installatie van het apparaat of de elektrische
accessoires uit conform IEC60364-7-701
(DIN VDE 0100deel 701).
•
De doorstroomgeiser is een apparaat van veiligheidsklasse
I en moet worden aangesloten op de randaarde.
•
Apparaten voor een vaste aansluiting moeten stevig wor-
den aangesloten op de vaste leidingen/kabels. De leiding/
kabeldoorsnede moet vol-doen aan het te installeren
vermogen.
VOORZICHTIG
Geaarde water-leidingen kunnen de
indruk wekken dat er randaarde aan-
wezig is.
• Op de installatieplaats moet een alpo-
lige onderbrekingsvoorziening met
ten minste 3 mm opening tussen de
contacten zijn aangebracht,
hoofdstuk 4.
• Verzeker dat de maximum en minimum
waterdruk van het instromend water
volgens de door de fabrikant opgege-
ven waarden is ( hoofdstuk 4).
• De waterinlaat van dit toestel mag niet
verbonden zijn met voorverwarmd
water van eender welk waterverwar-
mend systeem.
• De doorstroomgeiser is geschikt voor
de aansluiting aan DVGW-gekeurde
kunststofbuizen.
TR4000 | TR4000R – 6720876021 (2022/04)
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies
• Na installatie mogen onder spanning
staande delen niet aangeraakt kunnen
worden.
• Haal de stekker uit het stopcontact bij
werkzaamheden aan de waterleiding.
Na afronding van de werkzaamheden
te werk gaan als bij de eerste inge-
bruikstelling.
• De aansluitkabel mag alleen door een
door ons erkende klantenservice wor-
den vervangen om gevaren te voorko-
men. De stekker moet uit het
stopcontact worden getrokken voor-
dat de kabel wordt vervangen.
• Aan het apparaat mogen geen wijzi-
gingen plaatsvinden.
• De warmwaterleiding kan heet wor-
den. Attendeer kinderen daarop.
• Als de stroomaansluiting van dit appa-
raat beschadigd raakt, moet hij door
de fabrikant of diens klantdienst of een
andere bevoegde persoon worden ver-
vangen om gevaren te vermijden.
• Gebruik geen schuurmiddelen of bij-
tende schoonmaakmiddelen.
• Gebruik geen stoomreiniger.
• Het ontkalken van het apparaat moet
worden uitgevoerd door een vakman.
37