Advertisement
des pièces métalliques sous tension ne soit pas possible. En
cas de défaut, le module peut devenir très chaud et éclater !
Le module doit être installé de manière à ce qu'aucun dom-
mage ne puisse survenir dans ce cas ou en cas d'incendie.
Il faut connecter la terre de protection directement avec les
machines ou appareils respectivement, des fusibles doivent
être montés en série.
L'appareil « esclave » est mis en circuit dans l'intérieur du mo-
dule avec un triac qui peut être chargé avec 2300 W (10 A)
au maximum. En cas d'une charge plus haute (surcharge) ou
d'un court-circuit, le triac se casse et le module est défec-
tueux. En ces cas ainsi comme en cas de panne en vertu
d'une fausse connexion, un remplacement de garantie n'est
pas possible. La plaque de base en aluminium du module
ne devrait pas dépasser 50°C. Si la charge du module est <
500 W, aucun refroidisseur supplémentaire n'est nécessaire.
Pour des charges comprises entre 500 W et 2.300 W, le mo-
dule doit être vissé avec la plaque de base en aluminium sur
un support refroidissant, par exemple une plaque métallique
d'env. 400 cm² ou un dissipateur thermique (dissipateur à
ailettes).
Le module est connecté via 6 fiches plates (6,3 mm).
La charge minimale de l'esclave est d'env. 10 W.
Mise en service :
Une fois que tout a été câblé conformément aux instructions
et le module et ses connexions ont été montés de manière
protégée contre tous contacts accidentels, le module peut
être mis en service.
Une DEL se trouve sur le module pour indiquer l'état de fon-
ctionnement. Si elle s'allume en vert, le module est prêt à
fonctionner. Si la DEL est rouge, l'esclave est actif.
L'activation et la désactivation de l'esclave s'effectuent avec
un délai d'env. 1 à 2 secondes.
La sensibilité de la charge maître est réglable de 5 à 60 W en-
viron et peut être ajustée à l'aide du potentiomètre de régla-
ge du module (min. à max.).
Consignes de sécurité pour les modules KEMO
Lisez ces consignes de sécurité avant le raccordement du
module !
En état d'achat, les modules Kemo sont conformes aux nor-
mes DIN EN 60065 et/ou DIN EN 60335 en plus des normes
DIN EN 55022 et DIN 55024 et/ou DIN EN 55014-1 et DIN
EN 55014-2. Tous les éléments de sécurité nécessaires au
montage final sont mentionnés dans les instructions de mon-
tage et ne doivent pas être omis pour des raisons de sécurité.
L'installation et la mise en service ne doivent être effectués
que par des personnes autorisées, qui assument également
la responsabilité d'éventuels dommages. Les instructions de
montage fournies par le fabricant pour compléter les appa-
reils doivent être respectées. Tous les dispositifs de sécurité
doivent être installés pour un fonctionnement permanent et
ne doivent pas être ignorés pour sa propre sécurité, de même
que les instructions d'utilisation dans le mode d'emploi. Le
module ne doit pas être exposé à des températures trop éle-
vées (plus de 50ºC) et à l'humidité.
Dans les établissements commerciaux, il convient de res-
pecter les instructions préventives contre les accidents de
l'Association de la caisse de prévoyance contre les accidents
du travail pour les installations et les matériaux électriques.
Le module peut chauffer pendant le fonctionnement selon
la charge. Il doit donc être installé de manière qu'il soit bien
ventilé.
Les modules Kemo fonctionnant avec des tensions inférieu-
res à 42 V AC/DC peuvent être utilisés sous surveillance par
des enfants à partir de 8 ans et par des personnes avec des
capacités physiques, sensorielles ou mentales réduites. Les
modules Kemo fonctionnant avec des tensions supérieures
à 42 V AC/DC peuvent être utilisés sous surveillance par des
jeunes à partir de 16 ans.
Dans les écoles, les centres de formation, les ateliers de bri-
colage et d'entraide, l'utilisation de ces modules doit être
surveillée de manière responsable par un personnel qualifié.
Les liquides et les éléments facilement inflammables (par ex-
emple les rideaux) ne doivent pas se trouver à proximité du
module et des câbles de raccordement. Pour tous les kits et
modules qui entrent en contact avec une tension supérieure
à 25 V, les dispositions de sécurité VDE doivent être respec-
tées !
L'installation ou la mise en service ne peut être effectuée
que par une personne compétente ! Les dispositions de sé-
curité les plus importantes sont les suivantes : Protection
contre les contacts accidentels pour toutes les pièces mé-
talliques pouvant être soumises à une tension supérieure à
25 V. Décharges de traction sur tous les câbles ! En cas de
défaut, des composants ou le module peuvent éclater ! Le
module ou la plaque de circuit doit être monté(e) de manière
qu'aucun dommage ne puisse survenir dans ce cas ou en cas
d'incendie (montage dans des armoires métalliques mises à
la terre ou des boîtiers métalliques mis à la terre et montage
de fusibles en amont).
Données techniques :
Tension de service : 230 V/AC / 50 Hz
Courants max : 16 A, 3680 W (puissance totale maître +
esclave), où la puissance „esclave" maximale est de 2300
W (10 A).
Example : Si la connexion „maître" nécessite 9 A, seule une
charge „esclave" de 7 A au maximum peut être raccordée.
Puissance de déclenchement ajustable : env. 5-60 W
Gamme de température de travail : 0°C jusqu'à +50°C
Fonction de commutation „Esclave" : triac max. 2300 W (10
A)
Charge minimale de l'esclave : env. 10 W (0,05 A)
Puissance absorbée propre : <0,2 W
Indicateur de fonctionnement : DEL bicolore, vert - module
prêt à fonctionner, rouge - esclave actif.
Connexions : contact à fiches fiches plates 6,3 mm.
Dimensions : env. 87 x 60 x 33 mm
NL
Speciale toepassing:
Het automatisch inschakelen van een 2e apparaat (Slave),
als het basis apparaat (Master) Ingeschakeld wordt met een
maximale „Slave" schakel vermogen van 2300 W (10 A).
Montage beschrijving:
Het moduul wordt zo ingebouwd, dat het goed ventileert (het
kan zijn afhankelijk van de belasting dat het moduul warm
wordt) en dat het geïsoleerd is (zodat men de open aanslui-
tingen van netspanning niet met het lichaam aan kan raken).
Het moduul wordt volgens tekening aangesloten. Het aans-
luiten en inbouwen moet door vakkundige mensen gedaan
worden die ook de verantwoording over nemen en monteren
volgens VDE-richtlijnen zodat stroom geleidende metalen niet
aangeraakt kunnen worden. Bij een defect kan de module
zeer heet worden en barsten! De module moet zo worden
geïnstalleerd dat er in dit geval of bij brand geen schade kan
ontstaan. De aardleiding moet rechtstreeks op de machines
of apparaten worden aangesloten. De zekeringen moeten
stroomopwaarts worden aangesloten.
De inschakeling van de "Slave" apparaat wordt in het moduul
d.m.v. triac van maximaal 2300 W (10 A) geschakeld. Bij een
hogere belasting (overbelasting) of kortsluiting gaat de triac
defect dus ook het moduul ! Daardoor is door verkeerd aans-
luiten geen garantie mogelijk.
De aluminium plaat van het moduul mag niet warmer dan
50 graden worden. Als het moduul minder dan 500 W belast
wordt is geen koelplaat nodig. Bij een belasting van 500 -
2300 W moet de aluminium plaat van het moduul op een
koelende plaat van ca. 400 cm² of een koelplaat (met rippen)
gemonteerd worden.
De module wordt aangesloten via 6 platte stekkers (6,3 mm).
De Slave minimum belasting is ca. 10 W.
Ingebruik name:
Nadat alles volgens voorschriften veilig is aangesloten kan
het moduul ingeschakeld worden.
Op het moduul is een led gemonteerd ter controle. Als de led
groen brandt is alles goed aangesloten en actief. Maar als de
led rood brandt is de Slave actief.
Het in- en uitschakelen van de Slave werkt met een vertra-
ging van ca. 1-2 seconden.
De Master belasting gevoeligheid is instelbaar tussen ca.
5-60 W en kan met de instelpotmeter van het moduul (min.
tot max.) ingesteld worden.
Veiligheids voorschriften voor Kemo modules
Deze veiligheids voorschriften moeten voor het aansluiten
van de module gelezen worden!
Bij het aanschaffen van de Kemo modules voldoen deze aan
DIN EN 60065 en/of DIN EN 60335 naast DEIN EN 55022
en DIN55024 en/of DIN EN 55014-1 en 55014-2 normen.
Alle veiligheids aanbevelingen worden in de veiligheids voor-
schriften en montage tips besproken en moeten gehanteerd
worden. De inbouw en ingebruikname mogen alleen door
gekwalificeerde personen die ook de verantwoording hebben
worden uitgevoerd. Belangrijk is de montage tips die wordt
door Kemo altijd meegeleverd en de veiligheidsvoorschriften
moeten gevolgd worden als ook de gebruiks handleiding. Het
moduul mag niet warmer worden dan 50 graden en mag niet
in vochtige ruimtes gebruikt worden.
Het moduul kan na belasting tijdens gebruik warm worden en
moet daarom goed geventileerd Ingebouwd worden.
De Kemo bouwpakketten en/of modules die onder de 42 V
AC/DC werken mogen Kinderen vanaf 8 jaar of psychische
personen deze verwerken. Personen boven de 16 jaar mo-
gen de bouwpakketten en/of modules boven de 42 V AC/DC
Mogen dit onder toezicht verwerken, en bij meerdere jarigen
moet de persoon vakbekwaam zijn.
Licht vlambare vloeistoffen of producten (zoals een gordijn)
mogen niet in hebt bereik van de module of spannings kabel
liggen.
Bouwpakketten en modules met een hogere spanning van
25 V moeten de VDE veiligheids voorschriften gehanteerd
worden.
Dat wil zeggen dat alleen gekwalificeerde personen mogen
deze modules monteren/aansluiten en stroom geleidende
metalen niet aangeraakt kunnen worden. Bij een verkeerde
montage kan het moduul exploderen en in brand gaan, daar
moet rekening mee gehouden bij het monteren. Inbouw in
een metalen kast moet u het moduul van een zekering voor-
zien.
Technische gegevens:
Voedingsspanning: 230 V/AC /50 Hz
Max.stroom: 16 A, 3680 W (totaal Master + Slave), waarbij
het maximale „slave"-vermogen 2300 W (10 A) is.
Voorbeeld: als de "Master"aansluiting 9 A nodig heeft dan
mag de "Slave" belasting max. 7 A zijn.
Instelbare gevoeligheid belasting: ca. 5 - 60 W
Werk temperatuur: 0 tot +50 graden
„Slave" Schakel functie: triax max. 2300 W (10 A)
„Slave" minimale belasting: ca. 10 W (0,05 A)
Eigen stroom verbruik: <0.2 W
Indicatie: 2-kleurige led, groen is het moduul functioneert en
rood is Slave actief.
Aansluiting: auto fast-on 6.3 mm stekkertjes
Afmeting: ca. 87 x 60 x 33 mm
PL
Zastosowanie:
Jeśli zostanie załączone urządzenie nadrzędne (Master)
następuje automatyczne załączenie drugiego urządzenia
(Slave). Maksymalna „Slave" moc przełącznika 2300 W (10
A).
Instrukcja montażu:
Moduł (przełącznik) jest tak wykonany, że posiada dobre chło-
dzenie (rozgrzewa się w zależności od obciążenia) i jest zai-
zolowany (występują jednak nie osłonięte styki, które są pod
napięciem sieci).
Moduł podłączyć zgodnie ze schematem. Podłączenie i
montaż musi być przeprowadzone przez uprawnionych fa-
chowców, którzy gwarantują poprawność wykonania. Montaż
i podłączenie musi być zgodne z obowiązującymi wytycznymi
VDE i miedzy innymi tak wykonane, że nie wystąpi możliwość
dotknięcia elementów pod napięciem. W przypadku uszkod-
zenia moduł może się bardzo nagrzać i pęknąć! Moduł należy
zamontować w taki sposób, aby w takim przypadku lub w pr-
zypadku pożaru nie doszło do uszkodzenia. Przewód uziemie-
nia musi zawsze bezpośrednio łączyć maszynę z przyrządem,
zabezpieczenia muszą być w obwodzie.
Załączenie obciążenia Slave następuje wewnątrz modułu
przy pomocy triaka, którego obciążalność wynosi 2300 W
(10 A). Przy wyższym obciążeniu (przeciążeniu) lub zwarciu,
triak zostaje uszkodzony i moduł przestaje działać. W takich
przypadkach, jak i przy uszkodzeniu spowodowanym błędnym
podłączeniem, wykluczone są roszczenia z tytułu gwarancji.
Aluminiowa płyta modułu nie powinna przekroczyć tempera-
tury 50°C. Przy obciążeniu modułu < 500 W, nie jest wyma-
gany dodatkowy radiator. Przy obciążeniach między 500 W a
2000 W do aluminiowej płyty modułu winien być przykręcony
radiator, np. metalowa płyta o powierzchni ok. 400 cm² lub
radiator dedykowany (radiator użebrowany).
Moduł podłącza się za pomocą 6 płaskich wtyczek (6,3 mm).
Minimalne obciążenie Slave wynosi ok. 10 W.
Uruchomienie:
Po wykonaniu przyłączenia zgodnie z wymogami, można uru-
chomić moduł, jeśli przyłącza zabezpieczone są izolacją pr-
zed przypadkowym dotknięciem.
Moduł posiada diodę LED, która świeceniem wskazuje stan
pracy. Jeśli świeci na zielono moduł jest gotowy do pracy. Jeśli
dioda świeci na czerwono, aktywne jest obciążenie Slave.
Załączenie i wyłączenie obciążenia Slave następuje z opóźni-
eniem ok. 1 - 2 s.
Czułość obciążenia Master jest regulowana ok. 5 – 60 W (min.
do max.) i może być ustawiona potencjometrem w module.
Warunki bezpieczeństwa dla modułów KEMO
Warunki bezpieczeństwa muszą być przeczytane przed po-
dłączeniem modułu!
Sprzedawane KEMO-Moduły są zgodne z DIN EN 60065 i/
lub DIN EN 60335 wraz z DIN EN 55022 oraz DIN 55024 i/
lub DIN EN 55014-1 i DIN EN 55014-2. Wszystkie elementy
bezpieczeństwa wymagane przy montażu są wymienione w
instrukcji montażu i ze względów bezpieczeństwa nie mogą
być pominięte.
Montaż i uruchomienie może być wykonane wyłącznie przez
uprawnionych fachowców, którzy biorą odpowiedzialność za
ewentualne szkody. Przy komplementacji urządzeń należy pr-
zestrzegać instrukcji montażu dostarczonej przez producen-
ta. Wszystkie urządzenia zabezpieczające zapewniające be-
zpieczną pracę ciągłą, muszą być zamontowane i nie wolno
ich pomijać dla własnego bezpieczeństwa, jak również be-
zwzględnie przestrzegać wytycznych i wskazówek zawartych
w instrukcji obsługi. W obiektach komercyjnych należy prze-
strzegać przepisów stowarzyszeń branżowych dotyczących
zapobiegania wypadkom, oraz eksploatacji instalacji i urząd-
zeń elektrycznych.
Moduł, podczas pracy, w zależności od obciążenia, może się
nagrzewać, Z tego powodu musi być tak zamontowany, aby
miał zapewniona dobrą wentylację.
Podzespoły KEMO, pracujące z napięciami poniżej 42 V AC/
DC, mogą być używane przez dzieci od 8 lat i osoby z fizycz-
nymi, sensorycznymi i umysłowymi ograniczeniami, tylko pod
nadzorem.
Podzespoły KEMO, pracujące z napięciami powyżej 42 V AC/
DC, mogą być eksploatowane przez młodzież od 16 lat pod
nadzorem.
W szkołach, instytucjach pedagogicznych, kółkach hobbisty-
cznych i zajęciach dokształcających eksploatowanie modułów
możliwe jest pod nadzorem i odpowiedzialnością przeszkolo-
nego personelu.
W pobliżu modułu i przewodów połączeniowych nie mogą
znajdować się ciecze i przedmioty łatwopalne (np. materi-
ałowe zasłony). Dla wszystkich zestawów i modułów, które
mają kontakt z napięciem wyższym niż 25 V, należy przestrze-
gać przepisów bezpieczeństwa VDE! Montaż i uruchomienie
może przeprowadzić wyłącznie uprawniony fachowiec! Do
najważniejszych przepisów bezpieczeństwa należą: Ochrona
przed dotykiem wszystkich części metalowych, które mogą
przenosić napięcia powyżej 25 V. Przewody pod napięciem
nie mogą być naprężone. Podczas awarii podzespół lub mo-
duł może pęknąć! Moduł lub płytkę drukowaną tak należy in-
stalować, aby w przypadku jego uszkodzenia nie doszło do
pożaru (instalacja w uziemionych metalowych szafkach lub
uziemionej metalowej obudowie i z podłączeniem bezpiecz-
ników od góry).
Dane techniczne:
Napięcie zasilania: 230 V/AC /50 Hz
Max. prąd: 16 A, 3680 W (Moc całkowita Master + Slave),
gdzie maksymalna moc „slave" wynosi 2300 W (10 A).
Przykład: jeśli „Master" pobiera 9 A, to „Slave" może pobrać
P / Module / M203 / Beschreibung / 14044DI_fix / Karton 1 (M203) / Ver. 001
3/4
Advertisement
