Algemeen
Voorzichtig
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Bij het opzuigen van nat vuil met de
–
voegkop resp. indien er overwegend
water opgezogen wordt, raden wij u aan
om de functie 'Filterreiniging' uit te
schakelen.
Na het beïindigen van het natzuigen:
–
Vlakvouwfilter drogen. Reservoir met
een vochtige doek reinigen en drogen.
Draaischakelaar
Apparaat AAN
–
Filterreiniging UIT
–
Apparaat UIT
–
Apparaat AAN
–
Filterreiniging AAN
–
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Apparaat met de draaischakelaar in-
schakelen.
Zuigslangdoorsnede instellen
Tip: De verschillende diameters van de
zuigslang zijn nodig, om een aanpassing
aan de aansluitdiameters van de toebe-
hooronderdelen mogelijk te maken.
Minimale volumestroom op de draai-
schakelaar voor de doorsnede van
zuigslang instellen.
De schaalverdeling geeft de doorsnede
van de zuigslang aan.
Automatische filterreiniging
Het apparaat beschikt over een nieuwe,
dubbele filterreiniging, bijzonder effectief bij
fijn stof. Daarbij wordt de vlakvouwfilter om
de 7,5 seconde automatisch gereinigd door
een luchtstoot (pulserend geluid).
Apparaat uitschakelen
Apparaat met de draaischakelaar uit-
schakelen.
Netstekker uittrekken.
Reservoir ledigen
Parkeerrem vastzetten.
Afbeelding
Drukregelaar aan het boveneinde eruit
trekken.
Entriegelungen der Absetzmechanik
nach oben ziehen.
Schubbügel nach oben ziehen. Behäl-
ter wird entriegelt und abgesenkt.
Afbeelding
Reservoir aan de handgreep eruit trekken.
Reservoir leegmaken.
Reservoir weer inzetten en met schuif-
beugel vergrendelen.
Waarschuwing
Gevaar voor kneuzing! Bij het
vergrendelen in ieder geval niet
de handen tussen vuilreservoir
en tussenring houden of in de
buurt van het hefmechanisme houden. Re-
servoir door middel van de schuifbeugel
met beide handen vergrendelen.
Drukregelaar weer insteken.
Reiniging van het apparaat
Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen door afzuigen en afvegen met
een vochtige doek.
Apparaat opslaan
Netzkabel um den Kabelhalter wickeln.
Zuigslang rond de schuifbeugel wikkelen.
Vloersproeier en zuigbuis in de desbe-
treffende houders steken.
Apparaat in een droge ruimte plaatsen
en beveiligen tegen onbevoegd ge-
bruik.
– 5
NL
Na elk bedrijf
49