DeWalt DWS771 Original Instructions Manual page 72

nEDERLanDs
MONTAGE

WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel
te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het
van de stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Zorg ervoor
dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Uitpakken
De motor en de beschermkappen zijn al gemonteerd.
Kabelklem (Afb. C)
Controleer dat de kabel 26 loopt door de kabelklem
kabel lang zo lang moet zijn dat de zaagkop zich vrij kan bewegen, zet
vervolgens de klem vast met de schroef.
Montage op een werkbank (Afb. B)
1. Er zittenDEWALT gaten 20 in alle vier de voetjes zodat montage op een
werkbank gemakkelijk is.
Er zijn gaten van twee verschillende afmetingen voor gebruik van
bouten van verschillende maten. Gebruik één van de gaten; het is niet
nodig beide te gebruiken. Geadviseerd wordt bouten met een diameter
van 8 mm en een lengte van 80 mm te gebruiken. Monteer uw zaag
altijd stevig zodat beweging wordt voorkomen. Voor een betere
draagbaarheid kunt u het gereedschap monteren op een stuk multiplex
van een dikte van 12,5 millimeter of meer, wat u vervolgens op uw
werkbank kunt klemmen of kunt meenemen naar andere locaties en
daar weer kunt vastklemmen.
2. Wanneer u uw zaag op een stuk multiplex monteert, let er dan vooral
op dat de montageschroeven niet onder uit het hout steken.
Het multiplex moet vlak op het draagvlak rusten. Wanneer u de zaag
op een werkoppervlak klemt, zet de klemmen dan alleen vast waar
de gaten van de montageschroeven zich bevinden. Wanneer u de
klemmen op een ander punt vastzet, zal dat de juiste werking van de
zaag belemmeren.
3. Voorkom vastlopen en onnauwkeurige resultaten, let er vooral op dat
het montageoppervlak niet krom of op een andere manier ongelijk is.
Als de zaag heen en weer beweegt op het oppervlak, plaats dan een
dun stuk materiaal onder een voet van de zaag, tot de zaag stevig op
het montage-oppervlak staat.
De verlengingen van de onderplaat monteren
(Afb. V)

WAARSCHUWING: Voor u de zaag gaat gebruiken
moeten aan beide zijden van de onderplaat verlengingen
worden gemonteerd.

WAARSCHUWING: Let er vooral op dat u de verlengingen
van de onderplaat afstelt met de montagesleuven, zodat zij
waterpas aan de onderplaat van de zaag liggen.
1. Kijk waar zich de inkepingen voor de hand opzij van de
onderplaat bevinden.
2. Bevestig met een inbussleutel de schroef
de verlenging van de onderplaat
3. Controleer dat de verlenging stevig vastzit en er geen beweging in zit,
door eraan te trekken.
4. Herhaal de stappen 1 tot en met 3 aan de andere zijde.
OMERkIng: Controleer dat de verlengingen waterpas zijn aan het
werkoppervlak, zodat het werkstuk vlak ligt. Er mag bij een recht werkstuk
geen ruimte zijn tussen het werkstuk en de verlengingen van de onderplaat.
70
25 . Let erop dat de
46 door de moer 47 , door
30 , en in de gaten op de onderplaat.
Een zaagblad verwisselen of een nieuw zaagblad
plaatsen (Afb. A, C–E)

WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel, draag
werkhandschoenen wanneer u met het zaagblad werkt.

WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en
trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst
of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere
opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer
dat de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Wanneer het
gereedschap per ongeluk wordt ingeschakeld, kan dat leiden tot letsel.
• Druk nooitde asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad wordt
aangedreven of uitloopt.
• Zaag geen lichte legeringen of ijzerhoudende metalen
(ijzer of staal) of metselwerk of vezelcementproducten met
deze verstekzaag.
Het zaagbladuitnemen
1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
2. Steek de 6 mm inbussleutel
24
en houd de sleutel vast (Afb. D).
3. Draai de zaagbladbout los door deze naar rechts te draaien. Verwijder
5
de zaagbladbout en de buitenste flens
4. Druk op de van vergrendeling van de onderste beschermkap
de onderste zaagbladbeschermkap omhoog komt
zaagblad 7 .
Een zaagblad installeren
1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
2. Plaats het nieuwe zaagblad op de rand op de binnenste flens
er daarbij op dat de tanden van de onderste rand van het zaagblad naar
de langsgeleiding wijzen (weg van de gebruiker).
3. Plaats de buitenste flens 4 weer, en let er daarbij op dat de
locatielussen goed zijn vastgezet, aan de zijde van de motoras één.
34
4. Draai de bout van het zaagblad
inbussleutel van 6 mm met uw andere hand vasthoudt (Afb. D).
24

WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad alleen op de wijze
zoals wordt beschreven, moet worden teruggeplaatst. Gebruik alleen
zaagbladen die worden aangeduid bijTechnische Gegevens; Cat. nr.:
Geadviseerd wordt DT4320 te gebruiken.
De zaag vervoeren (Afb. A, B)

WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel, ZET ALTIJD de railvergrendelknop, de handgreep
verstekvergrendeling, de vergrendelpen en de afstelknoppen van
de langsgeleiding vast voordat u de zaag vervoert. Draag en til het
gereedschap nooit aan de beschermkappen.
• Voor u de zaag vervoert, moet u de zaagkop omlaag zetten, de
railvergrendelknop 17 losmaken en de zaagkop helemaal naar
achteren duwen. Duw de vergrendelingsknop
railvergrendelknop vast.
• Verplaats de verstekarm (l) in de uiterst rechtse verstekhoek,
schuif de langsgeleiding 15 geheel naar binnen en vergrendel de
klemhandgreep 18 van het verstek met de zaagkop in de verticale
stand, zodat het gereedschap zo compact mogelijk is.
• Controleer, voor u gezaag vervoert, dat het snoer is losgekoppeld.
• Draag de zaag altijd aan de handgrepen
de onderplaat.
AANPASSINGEN

WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel
te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het
van de stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Zorg ervoor
in de positie tegenover de zaagbladas
4 .
zodat
2
6 en verwijder het
33 en let
5 naar links vast terwijl u de
in en zet de
21
30 verlengingen van