Advertisement
Available languages
Available languages
STANDAARDCONFIGURATIE DIMSCHAKELAAR:
1 2 3 4
DIP 1 DIP 2
b
eschrijving vAn De functie
ON
ON
T
hermosTaaTinsTelling venTilaTor
T
hermosTaaTinsTelling
OFF
ON
kleppen en conTinue werking venTilaTor
g
elijkTijdige
ON
OFF
ThermosTaaTinsTelling kleppen en venTilaTor
T
hermosTaaTinsTelling kleppen voor insTallaTies meT
OFF
OFF
-
meT auTomaTische omschakeling zomer
winTer
in funcTie van de luchTTemperaTuur en meT dode zone van
Fig. 1
Fig. 2
ON
DIP 3
b
eschrijving vAn De functie
ON
v
, (-3°c
ariaTie nachTinsTelling
OFF
u
iTsluiTing werking venTilaTor
* o
:
(l = 230v~)
pgelet
door meT de fase
klem
DIP 4
b
eschrijving vAn De functie
4
,
leidingen
ON
w
Tme
erking
in de zomercyclus
2°c.
OFF
w
Tme
erking
in de winTercyclus
Na selectie van de gewenste functies, bevestig de drager van de bediening met
de bijgeleverde schroef aan de zijwand van de binnenstructuur. Zet de schroef
goed aan. Verplaats het plastic lid tot aan de burtenrand van de drager (Fig.1).
Voer het klemmenbord van de bediening (MC) in het klemmenbord van de
ventilator-convector (MFC). Zet de schroeven van het klemmenbord goed aan.
De eventueleminimumwatersonde TME dient te worden gekoppeld aan het
klemmenbord J6.
In het geval van rechtse hydraulische aansluitingen, moet de bediening links
van het apparaat worden gemonteerd.
Gelieve hiervoor de instructies te volgen (Fig. 2).
Aangezien de zijde van de hydraulische aansluitingen ter plaatse moet
worden veranderd (alleen mogelijk voor de versies met centrifugemotor),
wordt de bediening gemonteerd aan de zijde tegenover de aansluitingen.
Fixeer de klemmenborden, kabels en kabelgoot opnieuw aan de
tegenoverliggende zijde, en haal de bescherming uit de uitsparing
waar de kabelgoot moet komen.
OPGELET!
Met de bediening in de OFF-stand
wordt de ventilator-convector nog gevoed met 230V.
Breng het apparaat buiten spanning
vóór elke onderhoudsbeurt.
• TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN BEDIENING
1) voeding: 230V~
2) Regelbereik thermostaat van 12 tot 32°C met differentiaal 0.7°C
3) 2 optisch geïsoleerde ingangen voor seizoensomschakeling (IN2) van op afstand en reductie afstelling of uitschakeling bediening (IN1)
4) Controle toestand sonde: in gevallen waarin de luchtsonde onderbroken is of een kortsluiting ondergaat, gaat de bediening over op de continue
werking (uitgangskleppen bekrachtigd en ventilatie actief) en begint het rood controlelampje vooraan op de bediening te knipperen; in de configuratie
"automatische omschakeling zomer-winter" is de bediening niet actief en knippert alleen het controlelampje.
*
, +3°c
)
winTer
zomer
• WERKPROGRAMMA MET DODE ZONE
-
Thermostaatinstelling kleppen en continue werking motor
convecTor
in1
Dimschakelaar 1 OFF
Dimschakelaar 2 OFF
Met dit programma wordt de functie voor de omschakeling van de Zomer-/Wintercyclus gedeactiveerd
Stand 3 = Elektromagnetische klep warm water OFF
Stand 3' = Elektromagnetische klep koud water OFF
Stand 4 = Elektromagnetische klep warm water ON
Stand 4' = Elektromagnetische klep koud water ON
Snelheid: I = min.
II = med.
III = max.
Werkingsschema met dode zone:
Advertisement
