Fein AGSZ18-280BL Original Instructions Manual page 41

Hide thumbs Also See for AGSZ18-280BL:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 19
AGSZ18-280 BL, AGSZ18-280 LBL: Dit elektrische
gereedschap is niet geschikt voor schuurwerkzaamhe-
den met schuurpapier, werkzaamheden met draadbor-
stels en polijstwerkzaamheden.
AGSZ18-90 LBL: Dit elektrische gereedschap is niet
geschikt voor schuurwerkzaamheden met schuurpa-
pier. Toepassingen waarvoor het elektrische gereed-
schap niet is voorzien, kunnen gevaren en letsel
veroorzaken.
Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant
speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien en
geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren aan het
elektrische gereedschap kunt bevestigen, waarborgt
nog geen veilig gebruik.
Het toegestane toerental van het inzetgereedschap
moet minstens even hoog zijn als het maximale toeren-
tal dat op het elektrische gereedschap vermeld staat.
Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan, kan bre-
ken en wegvliegen.
De buitendiameter en de dikte van het inzetgereed-
schap moeten overeenkomen met de maatgegevens
van het elektrische gereedschap. Inzetgereedschappen
met onjuiste afmetingen kunnen niet voldoende afge-
schermdof gecontroleerd worden.
Slijpschijven, slijpwalsen en ander toebehoren moeten
nauwkeurig op de uitgaande as of de spantang van het
elektrische gereedschap passen. Inzetgereedschappen
die niet nauwkeurig op de opname van het elektrische
gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, trillen sterk
en kunnen tot het verlies van de controle leiden.
Op een stift gemonteerde schijven, slijpcilinders, snij-
gereedschappen en ander toebehoren moeten volledig
in de spantang of spanvoering zijn geplaatst. Het uitste-
kende resp. vrije gedeelte van de stift tussen slijptoe-
behoren en spantang of spanvoering moet minimaal
zijn. Wordt de stift onvoldoende gespannen of steekt
het slijptoebehoren te ver uit, kan het inzetgereedschap
losraken en met hoge snelheid worden uitgeworpen.
Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen. Con-
troleer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen
zoals slijpschijven op splinters en scheuren, slijpwalsen
op scheuren of ernstige slijtage en draadborstels op
losse of gebroken draden. Als het elektrische gereed-
schap of het inzetgereedschap valt, dient u te controle-
ren of het beschadigd is, of u dient een onbeschadigd
inzetgereedschap te gebruiken. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u de machine
een minuut lang met het maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere personen uit de buurt
van het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven
Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal
gedurende deze testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoor-
bescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegen-
houdt. Uw ogen moeten worden beschermd tegen
wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassin-
gen ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker
moet het bij de toepassing ontstaande stof filteren. Als
u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw
gehoor worden beschadigd.
Let erop dat andere personen zich op een veilige
afstand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen. Brokstukken van het
werkstuk of gebroken inzetgereedschappen kunnen
wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten
de directe werkomgeving.
Houd het elektrische gereedschap alleen aan de geïso-
leerde greepvlakken vast als u werkzaamheden uit-
voert waarbij het inzetgereedschap verborgen
stroomleidingen kan raken. Contact met een onder
spanning staande leiding kan ook metalen delen van het
gereedschap onder spanning zetten en tot een elektri-
sche schok leiden.
Houd het elektrische gereedschap bij het starten altijd
goed vast. Bij het op toeren komen tot aan het volle-
dige toerental kan het reactiemoment van de motor tot
het wegdraaien van het elektrische gereedschap leiden.
Gebruik indien mogelijk spantangen om het werkstuk
vast te zetten. Houd nooit een klein werkstuk in uw ene
hand en het elektrische gereedschap in uw andere
hand terwijl u het gebruikt. Als u kleine werkstukken
vastspant, heeft u uw beide handen vrij om het elektri-
sche gereedschap beter onder controle te houden. Bij
het doorslijpen van kleine werkstukken zoals houtdeu-
vels, stangen of buizen kunnen deze wegrollen, waar-
door het inzetgereedschap kan vastklemmen en naar u
toe geslingerd kan worden.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elek-
trische gereedschap kunt verliezen.
Draai na het wisselen van inzetgereedschappen of na
het veranderen van instellingen aan het gereedschap
de spanvoering en andere bevestigingselementen ste-
vig vast. Losse bevestigingselementen kunnen onver-
wacht versteld raken en tot het verlies van de controle
leiden. Onbevestigde, ronddraaiende componenten
worden met kracht naar buiten geslingerd.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u
het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met
het draaiende inzetgereedschap worden meegenomen
en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elek-
trische gereedschap. De motorventilator trekt stof in
het huis en een sterke ophoping van metaalstof kan
elektrische gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt
van brandbare materialen. Vonken kunnen deze mate-
rialen ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische
schok leiden.
nl
41

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents