Aansluiting Hulpaccessoires; (Fig. 17); 3-Wegsklep; Frequentiebeperking - Carrier 30AW Installation Instructions Manual

Air/water cycle heat pump
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
8 - aanSluITIng hulpacceSSoIreS (fIg. 17)

8.1 - 3-wegsklep

De units 30AWH maken het mogelijk een 3-wegsklep
voor een opslagtank voor sanitair water te bedienen. De
functioneringslogica voorziet dat het systeem een
3-wegsklep controleert als een opslagtank sanitair water
aanvraagt zodat het warme water uitsluitend naar deze
tank gevoerd wordt. Tevens wordt de maximum capaciteit
gegarandeerd om water met een temperatuur van 60 °C te
leveren (compatibel met de operationele functionering).
Sluit de 3-wegsklep aan tussen de PIN 18, N en 10 van het
klemmenbord (zie fig. 17). De PIN 18 (Lijn) en N (Neutraal)
voeden de klep (1 ph ~ 230V, 2A max). Op de PIN 10 is een
bedieningssignaal beschikbaar (1 ph ~ 230V, 2A max). In het
geval een terugslagklep met veer gebruikt wordt, moet u
hem uitsluitend tussen de PIN 10 en N aansluiten.
Het signaal voor de aanvraag van sanitair water moet een
Dry Contact (kwaliteit van de contacten hoger dan 25mA
@ 12V) zijn. Dit contact sluit het circuit tussen PIN 15 en
13 van het klemmenbord (zie fig. 17).
LET OP: De aanvraag van sanitair water heeft een
hogere prioriteit dan de geprogrammeerde
functioneringswijze, zowel tijdens het verwarmen als
tijdens het afkoelen.

8.2 - Frequentiebeperking

Om de unit geforceerd te laten functioneren op een lagere
maximum frequentie (teneinde het geproduceerde geluid
te beperken) als de Comfort User Interface niet aanwezig
is, moet u een Dry Contact (kwaliteit van de contacten
hoger dan 25mA @ 12V) aanbrengen tussen PIN 13 en 14
van het klemmenbord (zie fig. 17). Als het contact gesloten
is, functioneert de unit op een maximum frequentie die
lager is dan de standaardfrequentie.
Als het contact open is, functioneert de unit op de stan-
daardfrequentie. Configureer de unit met behulp van de
parameters 4 en 6 van het menu van de User Interfase
33AW-CS1B om een correcte functionering te kunnen
garanderen. De beperking van het maximum geluidsni-
veau komt overeen met ongeveer 3dB bij 75% van de
maximum functioneringsfrequentie van de compressor.

8.3 - Signalen stop unit of ontdooien

Op het klemmenbord zijn een aantal signalen aanwezig
voor het aangeven van buitengewone functioneringsoms-
tandigheden of een externe stop van de unit.
De volgende signalen zijn mogelijk:
Ontdooien: Tijdens het verwarmen kan de unit,
afhankelijk van de externe omgevingsomstandighe-
den, dooicycli uitvoeren teneinde de eventuele
ijsvorming van de externe batterij te verwijderen.
Onder deze omstandigheden is het niet mogelijk de
vereiste watertemperatuur aan de uitgang te garande-
ren. Hierdoor kan het comfort worden beïnvloed.
(PINS: 4-N, NUI CODE: 106 of 108)
Alarm: een alarmsituatie wordt weergegeven. De
compressor wordt tot stilstand gebracht
(PINS: 5-N, NUI CODE: 147 of 108)
Omgevingstemperatuur Bereikt: als de unit correct
90
geprogrammeerd is met de Comfort User Interface en
als hij met deze interface functioneert, wordt een
signaal afgegeven dat aangeeft dat de eerder
ingestelde temperatuur bereikt is. Dit signaal kan
worden gebruikt als een raamcontact dat doorgaands
op ventilatorluchtkoelers geïmplementeerd is.
(PINS: 5-N, NUI CODE:147)
Bepaalde uitgangen worden voor meerdere omstan-
digheden gebruikt. Met behulp van het installatie-
menu van de Comfort User Interface kunt u deze
uitgangen configureren (raadpleeg de handleiding van
de 33AW-CS1B). Raadpleeg de tabellen op pag. 86
voor de juiste penbezetting en het gebruik van de
signalen.

8.4 - Buitentemperatuurmeter

U kunt een extra buitentemperatuurmeter installeren als
de plaatsing van de buitenunit kan leiden tot een niet
representatieve meting van de buitentemperatuur door de
temperatuurmeter op de unit. (NTC 2 3kΩ kabels @ 25 °C,
Carrier code: 33AW-RAS01) remote. Sluit de uiteinden
van de meter aan op de PIN 23 en 24 van het
klemmenbord (zie fig. 17).

8.5 - Ontvochtiger of bevochtiger

Een ontvochtiger of bevochtiger kan door Aquasnap
Plus worden aangestuurd door gebruik te maken van de
vochtigheidsensor in de 33AW-CS1B-interface.
Sluit een ontvochtiger of bevochtiger aan op N, 11
terminals op een relais die een ontvochtiger (NO-contact)
of een bevochtiger (NC-contact) aanstuurt .Configureer
NUI-code 108 (2 voor ontvochtigen/bevochtigen).
Configureer de limiet voor de luchtvochtigheid (NUI-code
107) . Waarbij de ontvochtiger/bevochtiger moet worden
geactiveerd (bijvoorbeeld met code 107 = 65 wordt de
ontvochtiger geactiveerd wanneer de luchtvochtigheid
>UR65% 5% hysteresis).

8.6 - extra waterpomp (add Wp)

Via PIN 12 en N kunt u een extra waterpomp aansluiten.
Deze wordt als volgt aangestuurd:
If OAT> de temperatuur die in NUI-code 148 is ingesteld.
Het activeren van de extra waterpomp aan de hand van
NUI-code 156.
1.
AAN/UIT afhankelijk van de logica van de
waterpomp van de buitenunit, indien SHW-activering
ADD WP is AAN;
2.
AAN/UIT afhankelijk van de logica van de
waterpomp van de buitenunit, indien SHW-activering
ADD WP is UIT;
Als OAT < de temperatuur die in NUI-code 148 is
ingesteld.
Het activeren van de extra waterpomp op basis van
NUI-code 157 ( 0. Altijd uit, 1. aan/uit afhankelijk van
EHS, 2.altijd aan).
The additional water pump activation depending by the
NUI code 157 (0. always of, 1. on/of depending by EHS, 2.
always on).

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents