Velleman CS220 Manual page 5

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Met deze detector hoeft u de zoekkop niet pal boven het voorwerp te houden om het te detecteren. De detector
signaleert ook voorwerpen die zich onder de rand bevinden.
Om een voorwerp precies te localiseren: stop vlak boven het punt waar het signaal het luidst is, en beweeg de
zoekspoel haaks op uw eerste beweging. Herhaal deze afwisseling tot het luidste punt van 2 haaks op elkaar
staande bewegingen hetzelfde is. Daar recht onder zult u het voorwerp vinden.
6. Detectiebereik
Het detectiebereik is afhankelijk van de grootte van het voorwerp, hoe lang het voorwerp al in de grond zit, en de
soort grond waarin het voorwerp zit. Doorgaans kan een klein voorwerp (een muntstuk), gedetecteerd worden tot
ongeveer 25cm diep ; grotere voorwerpen (een geweer, een zwaard) kunnen tot op 1m diepte gedetecteerd worden.
De beste soort bodem om in te zoeken is compacte grond, die dus al een tijd niet omgewoeld is. Munten kunnen tot
op grote diepte gevonden worden als ze al lang genoeg in de grond zitten om te reageren met de zouten in de grond,
waardoor ze groter lijken voor de detector.
De slechtste bodem is losse of pas omgespitte grond. Voorwerpen die nog niet lang in de grond zitten zullen ook
moeilijker op te sporen zijn.
7. De grootte en diepte van een vondst bepalen
Een gebruiker die het toestel goed kent, zal aan de hand van het signaal kunnen bepalen hoe groot een voorwerp is
en hoe diep het zit. Dit kunt u slechts leren door een nauwkeurige analyse van de geluiden die de detector
produceert. Iedere keer u een signaal hoort, luister dan naar mogelijke specifieke kenmerken ; bepaal hoe groot het
gebied is waarin u een signal ontvangt en probeer u het voorwerp voor te stellen voordat u begint te graven. Let zeer
goed op eventuele scherpe of doffe klanken en probeer de sterkte van het signaal te bepalen.
Vergelijk, nadat u het voorwerp heeft opgegraven, de grootte, vorm, diepte en positie van het voorwerp in de grond
met wat u zich voordien voorgesteld had.
Nadat u op deze manier meerdere opgravingen heeft verricht, zult u het signaal kunnen "lezen" voordat u begint te
graven.
8. Gebruikstips
Schattenjagen kan een winstgevende en dankbare hobby zijn als u er een geduldige en toegewijde houding op na
houdt. De tijd die u doorbrengt om een goede zoekplaats te bepalen kan tijdverspilling zijn als u te gehaast zoekt.
Om maximaal resultaat te behalen beslist u best op voorhand voor ieder terrein welke benadering u zult hanteren.
Uw taktiek zal afhangen van het soort terrein – een kleiner gebied grondig aftasten rendeert vaak meer dan lukraak
op een een groot terrein zoeken. Als het terrein echter te ver weg ligt om meerdere bezoeken te brengen, bedenkt u
best een strategie die een maximale oppervlakte beslaat, maar toch detailzoeken mogelijk maakt.
Het gebeurt vaak dat er dicht in de buurt van een vondst later nog vondsten gedaan worden. Bijgevolg zullen
terreinen waar u veel signalen ontvangt de grootste kans op verdere vondsten bieden.
Gedetailleerd zoeken doet u door banden af te bakenen die even breed zijn als de zijdelingse beweging met de
detector, en binnen die banden vooruit te gaan aan het tempo van de doorsnee van de zoekkop per zwaai, tot u de
volledige band hebt afgestapt. Zo verdeelt u het hele gebied dat u wilt doorzoeken in banden, en op die manier mist
u geen enkel plekje. Houten stokjes en koord zijn ideaal om banden af te bakenen, maar vaak kunnen, mits een
beetje oefening, natuurlijke herkenningspunten zoals bomen, stenen en planten al even efficiënt zijn.
Terwijl u aan het zoeken bent moet u er op letten de zoekkop zo dicht mogelijk bij de grond te houden. Op die manier
kunt u tot op de maximale diepte zoeken. Het bereik van de detector is beperkt, en als u de zoekkop te ver van de
grond houdt, vermindert u de effectieve zoekdiepte van uw speurtocht.
Probeer zo netjes mogelijk te werken als u voorwerpen opgraaft. Niemand ziet graag een voetpad of een veld met
putten door achteloos graafwerk – zelfs kleine putjes kunnen gevaarlijk zijn omdat mensen daardoor kunnen
struikelen en zich kwetsen.
CS220
5
VELLEMAN

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents