Table of Contents
Advertisement
NL
4. HET GEREEDSCHAP LADEN
4.1 Sluit de luchtslang (1) aan.
4.2 Laat de vergrendeling van de lader
zakken.
Trek het deksel van de lader (2) naar achteren.
4.3 Plaats een staaf bevestigingselementen in
de lader. zorg ervoor dat de uiteinden van de
bevestigingen naar beneden zijn geladen. Zorg
er ook voor dat de bevestigingselementen niet
vuil of beschadigd zijn (3).
4.4 Duw het deksel van de lader naar voren
totdat het vastklikt (4).
5. WERKING VAN HET GEREEDSCHAP
5.1 Het is raadzaam om het gereedschap voor
elk gebruik te smeren (zie paragraaf 6) (1).
5.2 Leeg de lader.
Verbind de lucht door middel van een
snelkoppeling (2).
5.3 Stel de werkdruk zodanig af dat deze
binnen het werkdrukbereik blijft dat is ingesteld
voor het gereedschap (3).
Laad de bevestigingselementen in de lader
volgens de instructies in paragraaf 4.
5.4 Controleer de juiste penetratie van
de bevestigingselementen door spijkers
op een stuk hout te schieten. Als de
bevestigingselementen niet de gewenste
diepte bereiken, stelt u de luchtdruk in op een
hogere waarde om het gewenste resultaat te
verkrijgen. Als het model is uitgerust met een
inrichting voor het instellen van de diepte,
draait u aan het gekarteld wieltje
gewenste diepte te verkrijgen (4).
WAARSCHUWING:
overschrijd de waarde van
8 bar niet (0,8 Mpa)
1
2
3
4
1
2
3
4
om de
68
OIL
8 bar
max
6
6
g
6
t
P
d
d
G
S
h
V
d
O
e
n
v
7
7
u
K
T
g
t
V
K
T
T
h
b
D
h
Advertisement
Table of Contents
