Onderhoud; Dichtheid Van Het Afnamesysteem; Uitlaatgasafnamesonde; Afnameslang - Bosch BEA 060 Original Instructions Manual

Emissions analysis
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 16
nl
| 180 | BEA 060 | Bediening
N0
11-16V
20 W
ps
7
11
Afb. 3:
BEA 060
1 Groffilter GF2
2 Groffilter GF3
3 8 m slangleiding
4 Actief koolfilter AF1
5 O
-sensor
2
6 Meetgasuitgang (PVC-slang helder)
7 Gasuitgang en condensaatuitgang (PVC-Slang helder)
8 Groffilter GF1
9 30 cm Vitonslang (zwart)

10 Uitlaatgasafnamesonde

11 Kunststofslang voor lektest
5.4

Onderhoud

5.4.1

Dichtheid van het afnamesysteem

Voor nauwkeurige uitlaatgasmetingen is een dicht af-
namesysteem (uitlaatgasafnamesonde, slangen, grof-
filter) beslist noodzakelijk. Daarom wordt geadviseerd,
de dichtheidscontrole (lektest) dagelijks uit te voeren.
5.4.2
Uitlaatgasafnamesonde
Opening aan de top van de uitlaatgasafnamesonde
schoon houden. Bij HC-residuen en het optreden van
condenswater uitlaatgasafnamesonde van de slang
aftrekken en tegen de zuigrichting met perslucht open-
blazen.
5.4.3

Afnameslang

Op beschadiging controleren. Bij HC-residuen en het
optreden van condenswater de slang van het meet-
apparaat aftrekken en tegen de zuigrichting met pers-
lucht openblazen.
|
1 689 989 182
BEA 060
GF 3
GF 2
O2
AF I
6
3
5
4
10
2020-06-24
5.4.4

Filter

i
Bij vervanging van de filters GF1, GF2 en GF3
alleen originele filters met het bestelnummer
1
1 687 432 005 gebruiken.
2
Bij gebruik van andere filters (bijvoorbeeld in de han-
del gebruikelijke brandstoffilters) worden door corro-
sieresten (bijv. Roestdeeltjes door metalen filterinzet-
stukken) en onvoldoende filterwerking de nagescha-
kelde meetkamers beschadigd.
!
Bij uitval van de apparatuur, die door het gebruik
van verkeerde filters werd veroorzaakt, worden alle
garantie- en coulance-eisen afgewezen.
8
Het meetgas wordt door het groffilter van deeltjes en
aërosolen gereinigd. Deeltjes zijn vaste delen als stof
9
en roet. Aërosolen zijn piepkleine vloeistofdruppels.
Zij kunnen in de gasweg en in de analysekamers neer-
slaan en daar aanslag vormen. Om schade in BEA 060
te vermijden, moet het filter regelmatig worden gewis-
seld.
Filter GF1
Groffilter GF1 reinigt de gasstroom van de allergroot-
ste partikeltjes. Daarom moet het het vaakst worden
vervangen. Bij sterke vervuiling (foutmelding ontbre-
kende doorstroming) en bij HC-resten het groffilter
vervangen. Vervangingsinterval, afhankelijk van de
frequentie waarin BEA 060 wordt gebruikt, ongeveer
eenmaal per week.
Filter GF2
Groffilter GF2 reinigt de gasstroom van overige par-
tikeltjes en aërosolen. Hoe vuiler dit groffilter is, des
te kleiner is de poriëngrootte en des te beter de fil-
terwerking. Het wordt door het water in de uitlaatgas
zeer snel nat. Deze vochtigheid wast de aërosol uit
de gasstroom en leidt tot een nog betere filtering van
partikeltjes.
i
Een nat filter is dus gewenst!
Bij sterke vervuiling (foutmelding ontbrekende door-
stroming) en bij HC-resten het filter vervangen. Ver-
vangingsinterval, afhankelijk van de frequentie waarin
BEA 060 wordt gebruikt, ongeveer eenmaal per maand
tot eenmaal per jaar.
Pompbeschermingsfilter GF3
Groffilter GF3 is bedoeld voor de bescherming van
de pompen. Bij juist gebruik van het filter wordt het
groffilter hoogstens eenmaal per jaar verwisseld. Voor
dit groffilter geldt eveneens, dat de filterwerking van
een nat groffilter duidelijk beter is dan bij een droog
groffilter.
Robert Bosch GmbH

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents