9. Bediening aan de endoscoop
Dompel alleen de camerakop en de zwanenhals in spanningsloze vloeistoffen. De zwanenhals mag
niet verder dan de markering "IP67 MAX Water Level" worden ondergedompeld. De endoscoop mag
alleen voor inspectie gebruikt worden in installaties waar geen spanning op staat. De camerakop
is van metaal vervaardigd en kan kortsluiting veroorzaken. Zorg er vóór iedere inspectie voor dat
er op geen enkel onderdeel van de installatie spanning staat. Vermijd een te sterke mechanische
belasting of vibratie. De minimale buigradius van de zwanenhals van 45 mm mag niet worden
onderschreden.
a) Opzetstukken
• Bevestig indien nodig één van de drie opzetstukken (magneet, spiegel, haak) aan de
smalle uitsparing onder de camerakop.
• Zorg er vóór gebruik voor dat de bevestigingsring van het opzetstuk vastgedraaid is.
b) Ophangoog
• Boven de monitor is een oog (3) aangebracht. Verbind het oog indien nodig met een draagriem (niet inbegrepen)
om tijdens het gebruik beide handen vrij te hebben.
c) Basisfunctie aan de endoscoop
De volgende functies zijn direct via de knoppen op de endoscoop te bedienen.
Beeldobservatie
• Breng de camera met de zwanenhals naar het te onderzoeken object en beweeg deze voorzichtig in de gewenste
observatiepositie. Bekijk bij voorkeur geen bewegende onderdelen of installaties, die u per ongeluk kunt aanraken.
Schakel dergelijke installaties eerst uit.
Als het uitschakelen niet mogelijk is, dient u eraan te denken dat het gebruik van de endoscoop voor de
observatie van dergelijke installaties tot beschadiging van de endoscoop of de installatie zelf kan leiden.
Aan- en uitschakelen
• Druk op de aan-/uit-knop (10), om het apparaat in te schakelen. Na een korte start up-fase verschijnt het
camerabeeld op de monitor.
• Druk op de aan-/uit-knop (10), om het apparaat uit te schakelen. De monitor gaat uit.
Schakel de endoscoop bij niet-gebruik altijd direct uit, om de stroom van de batterijen te besparen.
50