Montage En Aansluiting - Renkforce 1488533 Operating Instructions Manual

• Sluit het product nimmer onmiddellijk op de netspanning aan als u dat product van
een koude omgeving naar een warme omgeving hebt gebracht (bijvoorbeeld na
transport). Het condens dat daarbij ontstaat kan in bepaalde situaties onherstel-
bare schade aan het product toebrengen of kan u elektrische schokken bezorgen!
Laat het product eerst op kamertemperatuur komen. Wacht tot het condens is
verdampt. Dit kan enkele uren duren. Daarna pas het product monteren, op de
netspanning aansluiten en in bedrijf nemen.
d) Bediening, gebruik
• Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat, niet in een tropisch kli-
maat.
• Gebruik het product niet als het beschadigd is. Er bestaat levensgevaar door een
elektrische schok!
• Indien er mag worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mo-
gelijk is, dan moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd
tegen onopzettelijk gebruik. Raak het product nooit aan.
Schakel eerst de voeding op alle polen uit (bijbehorende zekeringsautomaat uit-
schakelen resp. de zekering eruit draaien, vervolgens de bijbehorende aardlek-
schakelaar uitschakelen).
Laat een vakman vervolgens het product inspecteren.
• Ga ervan uit dat veilige werking niet meer mogelijk is indien:
- het product zichtbaar is beschadigd
- het product niet of niet langer correct werkt (flikkerend licht, vrijkomende rook
resp. brandlucht, hoorbare knisperingen, verkleuringen van het product of aan-
grenzende oppervlakken)
- het product onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen
Werking van de plafondbewegingsmelder
De in de plafondbewegingsmelder geïnte-
greerde PIR-sensor reageert op tempera-
tuurveranderingen in het detectiegebied,
bijv. wanneer een mens of een huisdier in
het detectiegebied komt, waarvan de tempe-
ratuur anders is dan de achtergrond.
Bij een montagehoogte van ca. 2,4 m ont-
staat een kegelvormig detectiegebied die op
de grond een diameter van ca. 6 m heeft.
De reikwijdte voor de herkenning van een beweging is afhankelijk van meerdere factoren:
• Montagehoogte van de plafondbewegingsmelder
• Temperatuurverschil tussen het zich bewegende object en de achtergrond (omgeving)
• Grootte van het object
• Afstand van het object ten opzichte van de plafondbewegingsmelder
• Bewegingsrichting en -snelheid
• Omgevingstemperatuur
Het detectiegebied kan worden verkleind door over de gebogen strooilens van de plafondbe-
wegingsmelder een ondoorzichtige afdekking aan te brengen, bijvoorbeeld een stuk zwarte
isolatieband.
Na het activeren van de netspanning duurt het ca. 30 seconden, voordat de sensor in de
plafondbewegingsmelder zich op de achtergrondtemperatuur heeft ingesteld en de tempera-
tuurveranderingen in het registratiebereik herkent.
Voorbereidingen op de montage
Raadpleeg het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften"!
• Plaats de plafondbewegingsmelder uitsluitend op een stabiele ondergrond. Naargelang de
ondergrond moet u geschikte schroeven en pluggen gebruiken. Gebruik de plafondbewe-
gingsmelder uitsluitend permanent gemonteerd.
• Houd bij de montage voldoende afstand tot warmtebronnen (bv. een lamp).
• De plafondbewegingsmelder moet zodanig worden gemonteerd dat hij buiten het bereik van
kinderen blijft.
• De plafondbewegingsmelder dient in de bouwkundige onderverdeling beveiligd te worden
met behulp van een 10/16 A-zekering. Daarvoor moet een aardlekschakelaar (FI-bescher-
mingsschakelaar) zijn geschakeld.
• De installatie van de plafondbewegingsmelder mag uitsluitend in spanningsvrije toestand
worden uitgevoerd. Daartoe volstaat het echter niet de lichtschakelaar uit te schakelen!
Schakel het netsnoer op alle polen uit door de zekering van de desbetreffende groep te ver-
wijderen, respectievelijk door de zekeringautomaat uit te schakelen. Schakel aansluitend de
bijbehorende aardlekschakelaar (FI-beveiligingsschakelaar) uit. Bescherm deze tegen het
opnieuw inschakelen door onbevoegden, bijv. met behulp van een waarschuwingsbordje.
• Controleer of het netsnoer geheel spanningsvrij is, bijv. met een geschikt meetinstrument.

Montage en aansluiting

Volg de informatie op in de paragraaf „Voorbereidingen op de montage"!
• Begin de montage met de de afdekking aan de boven-
kant een stukje naar links tegen de klok in te draaien
(zie de pijl rechts op de afbeelding) en neem ze dan
weg.
• Verwijder de buitenisolatie van de voedingskabel over
een lengte van ca. 2 cm.
• Verwijder de isolatie van de aparte draden over een lengte van ca. 5 mm.
• Voer de kabels door de openingen in de plafondbewegingsmelder (evt. moeten er eerst voor-
zichtig voorgestanste kunststofdelen worden uitgebroken).
Indien beide kabels onder pleisterwerk worden gelegd, breek dan de beide ronde
kunststofdelen uit).
Indien beide kabels boven pleisterwerk worden gelegd, kunnen de beide kunststof-
delen aan de rand worden uitgebroken.
• Bevestig de plafondbewegingsmelder met twee
geschikte schroeven en evt. pluggen aan het pla-
fond. (afstand tussen de gaten 64 mm).
Let er tijdens het boren van de monta-
gegaten resp. het vastschroeven op dat
er geen aanwezige kabels of leidingen
worden beschadigd.
• Sluit het netsnoer en de kabel naar de verbruiker aan op
de verbruiker met de schroefklemmen in de plafondbewe-
gingsmelder.
L = Fase, bruine kabel
N = Neutraal, blauwe kabel
L´ = Geschakelde fase, naar de verbruiker
Let op!
De plafondbewegingsmelder zelf is opgebouwd conform beschermingsklasse II en
heeft geen aardverbinding nodig.
Indien de verbruiker waarvan u aan de uitgang de plafondbewegingsmelder heeft
aangesloten, een aardverbinding nodig heeft (Verbruiker is opgebouwd conform be-
schermingsklasse I), moet de aardverbinding met de verbruiker worden verbonden.
Door de geringe omvang van de plafondbewegingsmelder is er geen plaats voor de
bijhorende klemschroeven in de plafondbewegingsmelder ter beschikking.
Belangrijk!
Een verbruiker, die conform beschermingsklasse I is opgebouwd, moet met een
aardeverbinding worden verbonden. Als dit niet wordt nageleefd, bestaat er in geval
van een fout levensgevaar door een elektrische schok!
Neem de aansluiting en de installatie van de plafondbewegingsmelder en de ver-
bruiker bijgevolg serieus op.
• Na de instelling van de draaiknop voor de inschakelingsduur „TIME" en de helderheidsrege-
ling „LUX" (zie volgende hoofdstuk) plaatst u de in het begin verwijderde afdekking opnieuw,
draait ze een stukje naar rechts met de klok mee, tot ze is vastgeklikt.
• Schakel de netspanning in. De verbruiker wordt kort ingeschakeld, daarna uitgeschakeld om
vervolgens voor 30 seconden te worden ingeschakeld. Gedurende deze tijd wordt de PIR
sensor in de bewegingsmelder op de omgevingstemperatuur afgesteld.
• Na verloop van 30 seconden schakelt de bewegingsmelder uit. Hij is nu bedrijfsklaar.
• Wanneer de PIR-sensor een temperatuurverandering in het detectiegebied vaststelt, wordt
de verbruiker geactiveerd (afhankelijk van de instelling van de draaiknop, zie volgende
hoofdstuk).