POWer SUPPly MODe - DrUK eenMAAl VOOr De lAADMODe - DrUK
tWeeMAAl VOOr BeVeStiging (geen lampje brandt) – Ingeplugd in de AC-
wandcontactdoos en voedingsmodus werd geselecteerd. Dubbelklik op de knop om de
voedingsmodus in te gaan.
te HOge BAtteriJSPAnning (geen lampje brandt) – De externe batterijspanning is
hoger dan de eenheid in voedingsmodus.
POWer SUPPly - On (groen lampje brandt) – Ingeplugd in de AC-wandcontactdoos en
de eenheid werkt op voedingsmodus.
OFF (geen lampje brandt) – Tijdens het laad- of voedingsproces drukt u eenmaal op de
knop om de lader of voeding te stoppen. Het scherm toont OFF en daarna de geselecteerde
modus.
14. ONDERhOUDSINSTRUCTIES
14.1 Schoonmaak en onderhoud gebruiker moet niet worden gedaan door kinderen zonder toezicht.
14.2 Na gebruik en voordat onderhoud wordt uitgevoerd, moet de acculader worden
uitgeschakeld en losgekoppeld (zie paragraaf 6, 7 en 8).
14.3 Veeg alle corrosie en ander vuil of olie met een droge doek van de accuconnectors,
snoeren en de behuizing van de oplader.
14.4 Zorg dat alle componenten van de oplader op hun plaats en bedrijfsklaar zijn, bijvoorbeeld de
plastic kappen op de accuklemmen.
14.5 Voor onderhoud hoeft het apparaat niet te worden geopend, want er zijn geen onderdelen
die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden.
14.6 Alle ander onderhoud moet worden uitgevoerd door een bevoegd servicetechnicus.
14.7 Als het voedingssnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant, de
servicevertegenwoordiger of een dergelijke bevoegde persoon om gevaar te voorkomen.
15. VERPlAATSINgS- EN OPSlAgINSTRUCTIES
15.1 Bewaar de oplader losgekoppeld en rechtopstaand. Het snoer geleidt nog steeds elektriciteit
totdat de stekker uit het stopcontact wordt gehaald.
15.2 Binnen op een koele, droge plaats bewaren.
15.3 De connectors niet aan elkaar geklemd, op of om metaal of aan kabels geklemd opbergen.
15.4 Als de oplader in de werkplaats wordt verplaatst of naar een andere plaats wordt gebracht,
moet u ervoor zorgen dat de snoeren, connectors en oplader niet worden beschadigd. Als dit
niet gebeurt, kan lichamelijk letsel of materiële schade het gevolg zijn.
16. BESChIkkINg
Dit product niet mag worden afgevoerd met ander huishoudelijk afval. Om mogelijke
schade aan het milieu of de gezondheid van de mens vanwege ongeoorloofde
afvoer van afval te voorkomen, dient u het apparaat op verantwoorde wijze te
recyclen om duurzaam hergebruik van materialen te bevorderen. Gebruik de retour-
en inzamelsystemen om uw gebruikt apparaat te retourneren of neem contact op
met de zaak waar u het product hebt gekocht, voor milieuveilige wijze worden gerecycled.
17. OPlOSSEN VAN PROBlEMEN
PROBlEEM
De accuconnectors vonken
niet als ze elkaar raken.
MOgElIJkE OORZAAk
De oplader heeft een automatische
startfunctie. Hij levert pas stroom
aan de accuconnectors nadat
een accu goed is aangesloten. Dit
betekent dat de connectors niet
vonken als ze elkaar raken.
•
Geen probleem; dit is een normale
toestand.
•
61
OPlOSSINg