C) Instellen Van De Stroombegrenzing Aan De Uitgangen - VOLTCRAFT VLP Series Operating Instructions Manual

c) Instellen van de stroombegrenzing aan de uitgangen

Stel eerst de toegelaten bedrijfsspanning van de te gebruiken verbruiker met behulp van de spanningsregelaar
(3) in. De uitgang van het laboratorium-netapparaat moet daarvoor in een spanningsgeregelde toestand worden
gebruikt (zie Instellen van de spanningen aan de uitgangen).
• Draai nu de draairegelaar voor de uitgangsstroombegrenzing (4) tegen de wijzers van de klok naar links tot
aan de aanslag. De rode LED-indicator (8) voor de stroombegrenzing ("CC") licht op en de groene LED voor
de aanduiding (6) van de spanningsregeling ("CV") dooft uit.
• Sluit de uitgangsbussen van de gelijkstroomuitgang (5) met behulp van een geschikte kabel kort (verbind plus-
en minpool aan dezelfde uitgang).
• Draai nu de draairegelaar voor de uitgangsstroombegrenzing (4) langzaam van de linker aanslag in de richting
van de wijzers van de klok naar rechts, tot de gewenste maximumstroom doorstroomt. Hoe verder de regelaar
naar rechts wordt gedraaid, des te groter wordt de stroomwaarde.
• De aan de overeenkomstige uitgang verbonden stroomwaarde wordt in het bijhorende scherm "A" (1) weerge-
geven. Let daarbij op de maximale stroombelastbaarheid van elke uitgang.
• Wanneer de gewenste maximumstroom werd ingesteld, schakelt u het laboratorium-netapparaat met de in-/
uitschakelaar (16) uit.
• Verwijder de kortsluitkabel, die de plus- en minpool van de uitgang heeft verbonden.
• Schakel nu het laboratorium-netapparaat met de in-/uitschakelaar (16) opnieuw in. De stroombegrenzing is nu
afgesteld en de ingestelde maximale stroomgeleiding kan tijdens de werking niet meer worden overschreden.
Let op dat bij de spanningsuitgangen "3 - 6 V" geen instelbare stroombegrenzing beschikbaar is. Als bij
deze uitgangen de maximale stroomwaarde van 2 A wordt overschreden, dan wordt een vast ingestelde
stroombegrenzing automatisch aangesproken.
Ter controle licht dan de LED-indicator (11) voor de actieve stroombegrenzing "OL" op. Als de toets
"SHOW VALUE" (12) wordt ingedrukt, kunnen de actuele stroom- en spanningswaarden telkens op het display
worden afgelezen.
Let op!
Gebruik de spanningsuitgang "3 - 6 V" uitsluitend kortstondig in geval van overbelasting om een over-
matige opwarming van het laboratorium-netapparaat te vermijden.
71