Elektrische Bedrading - Hitachi RAS-8-FSNM Instruction Manual

ELEKTRISCHE BEDRADING

10.1 ALGEMENE CONTROLE
1 Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt
aangeschaft (hoofdschakelaars, circuitonderbrekers, kabels,
geleidingsaansluitingen en kabelklemmen) overeenkomen
met de vermelde elektrische gegevens in de technische
catalogus. Controleer of de onderdelen voldoen aan de
National Electrical Code (NEC).
Voorzie elk van de buitenunits van elektriciteit. Plaats
-
bij elk van de buitenunits een aardlekschakelaar en een
messchakelaar.
- Leg de elektrische bedrading zodanig aan dat de
buitenunit wordt verbonden met de binnenunit van
de bijbehorende buitenunitgroep. Plaats bij elk van
de binnenunitgroepen een aardlekschakelaar en een
messchakelaar
2 Volgens de Richtlijn 2004/108/EC (89/336/EEC) van de
Raad inzake elektromagnetische compatibiliteit, toont de
volgende tabel:
Maximaal toegestane systeemimpedantie Z
het raakvlakpunt met de toevoer van de gebruiker,
overeenkomstig de normen EN61000-3-11.
MODEL
RAS-8/10/12FSNM
3 De harmonische situatie van ieder model met betrekking tot
IEC 61000-3-2 en IEC 61000-3-12 is als volgt:
10.2 AANSLUITING VAN ELEKTRISCHE BEDRADING VOOR BUITENUNIT
De aansluiting van de elektrische bedrading voor de buitenunit wordt hieronder weergegeven.
1 Sluit de netvoedingsdraden aan op punten L1, L2, L3 en N voor driefasige netvoeding op de aansluitklemplaat en sluit de
aardedraden aan op de terminals in de elektrische box.
2 Sluit de bedrading tussen de binnen- en buitenunits aan op de terminals 1 en 2 op de aansluitklemplaat.
3 Breng geen bedrading aan vóór de bevestigingsschroef van het onderhoudspaneel. Als u dit wel doet, kan de schroef niet meer
worden verwijderd.
RAS-(8-12)FSNM
10.3 ELEKTRISCHE BEDRADING TUSSEN BINNEN- EN BUITENUNIT
Sluit de elektrische bedrading aan tussen de binnenunit en de buitenunit, zoals hieronder weergegeven.
Zorg ervoor dat de aansluiting voor de elektrische bedrading ("L1" naar "L1" en "N" naar "N" van iedere terminalkaart) en de
tussenbedrading (Bedrijfslijn: terminals "1" naar "1" en "2" naar "2" van elke aansluitklemplaat: 5 VDC) tussen de binnenunit en de
buitenunit correct samenvallen. Als dit niet het geval is, zullen bepaalde onderdelen beschadigd raken.
1 Gebruik voor de tussenliggende bedrading ter voorkoming van ruisvorming bij lengtes van minder dan 1.000 m afgeschermde
kabels (≥0,75 mm²), met een kabeldikte conform de lokale voorschriften.
2 Als u meerdere buitenunits wilt aansluiten vanuit één voedingskabel, brengt u een extra gat aan bij het aansluitgat voor de
voedingskabels.
3 De aanbevolen onderbrekercapaciteit wordt weergegeven in de tabel voor selectie van de hoofdschakelaars.
4 Als er voor de aanwezige bedrading geen kabelkanaal is gebruikt, bevestig dan rubberen bussen met kleefmiddel op het paneel.
185 PMML0390B REV.0 - 11/2015 - P5416649
MODELSITUATIE MET BETREKKING
TOT IEC 61000-3-2 EN IEC 61000-3-12
Apparatuur conform IEC 61000-3-2
(professioneel gebruik)
Apparatuur conform IEC 61000-3-12
"Deze apparatuur is conform
IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de
kortsluitingsvoeding groter is dan of
gelijk is aan xx (zie de Ssc-kolom) op het
interfacepunt tussen de stroomvoorziening
van de gebruiker en het openbare
systeem. Ledere installateur of gebruiker
van de apparatuur dient in overleg met
de operator van het distributienetwerk
ervoor te zorgen dat de apparatuur alleen
wordt aangesloten op een voedingsbron
met kortsluitingsvoeding Ssc groter dan of
gelijk aan xx (zie Ssc-kolom)."
Installatiebeperkingen kunnen van
toepassing zijn op stroomleveranciers met
betrekking tot de harmonischen.
op
Op deze unit(s) is IEC 61000-3-12 niet van
max
toepassing
4 Controleer of de netvoedingspanning binnen ±10% van de
Zmax (Ω)
5 Controleer de capaciteit van de elektriciteitsdraden. Als de
-
6 Controleer of de aardedraad goed is aangesloten.
Ssc "xx"
nominale spanning ligt.
capaciteit van de voedingsbron te laag is, kan het systeem
niet starten wegens de spanningsverlaging.
Ssc
MODELLEN "xx"
(KVA)
RAS-8FSNM -
- -
- -
RAS-10FSNM
-
RAS-12FSNM
- -