De Afstandsbediening En De Transmissiekabels Voor Het Binnen- En Buitenapparaat Aansluiten; De Elektrische Aansluitingen Maken; Instellen Van De Netspanning - Mitsubishi Electric PLFY-VBM Installation Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Voorzichtig:
Sommige sites kunnen de installatie van een aardlekschakelaar voor de omvormer vereisen. Indien geen aardlekschakelaar is geïnstalleerd, bestaat
er gevaar op elektrische schok.
Gebruik niets anders dan de juiste stroomonderbreker en zekering. Het gebruik van zekeringen, kabels of koperen bedrading
met teveel capaciteit kan leiden tot storingen of brand.
Opmerkingen:
Dit apparaat is bedoeld voor de aansluiting op een stroombron met een maximaal toelaatbare systeem impedantie (zie IEC61000-3-3.) aan het aansluit punt
(stroomvoorzieningskastje) van de gebruikersvoorziening.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit apparaat slechts verbonden wordt met een stroombron die aan de bovenstaande vereiste voldoet.
Indien nodig, kan de gebruiker het openbaar elektriciteitsbedrijf vragen naar de impedantie van het systeem bij het aansluitpunt.
Gebruik als back-upapparaat
Ook als de elektrische bedrading niet is voltooid, kunnen de ventilator en de afvoerpomp worden bediend door de jumper (SWE) op het bedieningspaneel met de AAN-
zijde (ON) te verbinden en het aansluitblok van voeding te voorzien.
SWE
SWE
OFF
ON
OFF
ON
Verbind na voltooiing van het werk SWE op het bedieningspaneel weer met de UIT-zijde (OFF).
10.2. De afstandsbediening en de transmis-
siekabels voor het binnen- en buiten-
apparaat aansluiten
Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De "S" op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor
specificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buiten-
apparaat.
Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die
bij de afstandsbediening zitten.
Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een ME-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
[Fig. 10.2.1] (P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 10.2.2] (P.4) ME-afstandbediening
A Klemmenblok voor transmissiekabel binnenapparaat
B Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C Aafstandsbediening
DC 9 – 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
DC 24 – 30 V tussen M1 en M2 (ME-afstandbediening)
[Fig. 10.2.3] (P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 10.2.4] (P.4) ME-afstandbediening
A Niet-gepolariseerd
C Afstandbediening
De MA- en ME-afstandbediening kunnen niet tegelijkertijd of afwisselend wor-
den gebruikt.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden
breken of oververhit raken en brand veroorzaken.
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer te-
rug. Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volg-
orde.
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.

10.3. De elektrische aansluitingen maken

Identificeer a.u.b. het type in de bedieningshandleiding die bevestigd is aan de
afdekplaat van de aansluitdoos aan de hand van het type op het plaatje met de
elektrische waarden.
1. Verwijder de schroeven (2 stuks) waarmee de afdekplaat bevestigd is om de
afdekplaat eraf te halen.
[Fig. 10.3.1] (P.5)
A Schroef om het deksel vast te schroeven (2stuks)
B Deksel
2. Open de uitduwgaten
(Gebruik hier een schroevendraaier of iets dergelijks voor.)
B Bovenste niveau (TB15)
D Onderste niveau (TB5)
[Fig. 10.3.2] (P.5)
A Aansluitdoos
C Haal weg
3. Bevestig de bedrading van de stoombron aan de aansluitdoos m.b.v. een kabel-
doorvoer die spankrachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets derge-
lijks). Sluit de transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluiting door
de doordrukopening van de aansluitdoos m.b.v. een gewone kabeldoorvoer.
[Fig. 10.3.3] (P.5)
E Om van buiten komende trekkracht op het gedeelte van het klemmenblok voor de
aansluiting van de voedingskabel te voorkomen, moet u een bufferbus zoals een
PG-aansluiting of iets dergelijks gebruiken.
F Voedingsdraden
H Gebruik een gewone bus.
4. Sluit de bedrading van stroombron, aarde, transmissie en afstandsbediening
aan. Het is niet nodig om de aansluitdoos te demonteren.
[Fig. 10.3.4] (P.5)
J Klemmenblok voor de voedingskabel
K Klemmenblok voor de transmissiekabels van het binnenapparaat
L Naar eenfase voedingsbron
N Klemmenblok voor de transmissiekabel van het buitenapparaat (TB3)
O Transmissiekabel naar de afstandsbediening, het klemmenblok voor het binnen-
apparaat en de BC controller.
[Afgeschermde kabelaansluiting]
[Fig. 10.3.5] (P.5)
A Klemmenblok
C Afschermingsdraad
D Twee afschermingskabels kunnen aan elkaar aangesloten worden op het
afschermingdoorverbindingsblok.
E Één afgeschermde kabel is aangesloten aan een andere afgeschermde kabel.
(Klemaansluiting)
F Isolatieband (voor de aarding van de afscherming en het voorkomen van contact
met de aansluitklem van de transmissiekabel)
5. Wanneer u klaar bent met de bedrading, dient u zich er nogmaals van te ver-
zekeren dat er geen speling in de aansluitingen is. Bevestig daarna de afdek-
plaat weer op de aansluitdoos in de omgekeerde volgorde van het verwijde-
ren.
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u het deksel van het
regelkastje er weer op zet. Als dit toch gebeurt kan de kabelaansluiting
los gaan.
Als u aan het regelkastje werkt, zorg er dan voor dat u de connectors bij
het kastje niet weghaalt, anders functioneert het apparaat niet goed.

10.4. Instellen van de netspanning

Bij de verscheping vanuit de fabriek staat het apparaat ingesteld voor een net-
spanning van 220, 230 V.
Als de plaatselijke netspanning in het gebied waar u woont anders is, verander de
instelling dan.
Verbreek de aansluiting van de motor op de regelkast en plaats het aansluithulp-
stuk op de juiste plaats voor de plaatselijke netspanning.
De kleuren van het aansluithulpstuk zijn als volgt.
Stroombron
220V
Kleur
Wit
[Fig. 10.4.1] (P.5)
A Aansluitslede van aansluitdoos (Wit)
B Aansluiting motor (Wit)
C Aansluithulpstuk (Blauw) (Hulpstuk)
B Uitduwgat
D Uitduwgat
G Trekkracht
I Transmissiedraden
M Transmissiekabel DC 30 V
B Ronde aansluitklem
230V
240V
Blauw
51

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents