Download Print this page

Siemens G2255 series Installation Instructions Manual page 14

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 5
b) Als reeds het symbool
display verschijnt, is reeds het eerste signaal naar de
ontvanger gezonden en heeft de opbouw van de
communicatie dus plaatsgevonden. De instellingen
moeten volgens de handleiding voor de bediening
worden uitgevoerd.
c)
Als het symbool
(apparaat AAN) niet op de display
verschijnt, moet dit eerst worden geactiveerd voor de
signaaloverdracht.
d) Frontdeksel omhoog klappen. De schakelaar voor de
bedrijfswijzen op de stand
e) De instelschuif van AUTO-RUN op
f)
Bij de werkrichting "verwarmen" met de plustoets
de gewenste temperatuurwaarde op 29 °C zetten.
g) Bij de werkrichting „koelen" met de mintoets
gewenste temperatuurwaarde op 3 °C zetten.
h) Het verwarming/koeling AAN-symbool
max. een minuut op de display.
i)
Daarmee is de eerste signaaloverdracht naar de
ontvanger gerealiseerd.
j)
Na 10 seconden verstuurt de zender opnieuw een
signaal.
k)
Het AAN- of UIT-signaal wordt dan iedere 20 min
herhaald. Voor deze herhaling per 20 minuten is
gekozen vanwege de levensduur van de batterijen.
Aanwijzingen voor de montage en inbedrijfstelling van de
ontvanger REV-R.01/1
1. Apparaat monteren
Handelen volgens afbeelding H t/m N:
• Het ontvangst- en schakelapparaat moet bij voorkeur in
de buurt van de verbruiker worden gemonteerd.
• De montageplaats moet zodanig worden gekozen, dat
een zo ongestoord mogelijke ontvangst is
gegarandeerd. Daarvoor moet bij de regelaar/zender en
ontvanger rekening worden gehouden met dezelfde
punten: voor een lijst wordt verwezen naar de
aanwijzing voor de plaatsing van de regelaar/zender.
• Zorgen voor een droge en tegen water beveiligde
plaats.
• Het apparaat past op de meeste in de handel
verkrijgbare inbouwdozen of wordt direct op de wand
gemonteerd.
2. Bedrading controleren
De ontvanger moet bij uitgeschakelde netspanning
worden bedraad.
De netspanning mag pas na beëindigde montage van het
apparaat weer worden ingeschakeld. De aansluitingen zijn
weergegeven in het hoofdstuk „Aansluitschema".
3. Inbedrijfstelling van de ontvanger
Wij adviseren eerst de ontvanger en dan de
regelaar/zender in bedrijf te stellen.
a)
Voeding inschakelen.
14/16
(apparaat AAN) op de
T3 zetten.
T3 zetten.
de
verschijnt na
08.11.2000
l)
Gewenste waarden e) en f) weer terugzetten.
m) De schakelaar voor de bedrijfswijzen weer op de
gewenste positie instellen.
n) De instelkeuzeschakelaar op AUTO/RUN zetten.
De duur van de leerperiode van de ontvanger bedraagt
max. 25 minuten. Als gedurende deze tijd geen signaal van
de zender wordt ontvangen, moeten de stappen d) t/m n)
nogmaals worden uitgevoerd.
6. Aanwijzingen
• Als in de referentieruimte thermostatische radiator-
afsluiters zijn geïnstalleerd, moeten deze volledig
worden geopend.
• Als de weergegeven temperatuur niet overeenkomt met
de werkelijk gemeten ruimtetemperatuur, moet de
temperatuuropnemer opnieuw worden gecalibreerd
(afgesteld) (zie de handleiding voor de bediening).
• De plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties
dienen in acht te worden genomen.
• Af fabriek zijn alle DIP-schakelaars op OFF (onder)
ingesteld.
Gecorrigeerde instellingen van DIP-schakelaars moeten
door een reset van de DIP-schakelaars worden
geactiveerd.
b)
Toets reset (= wissen) gedurende ca. 3 seconden
indrukken; groene LED knippert kort
(wissen van het opgeslagen adres).
c)
Toets Set (= instellen/leren) gedurende ca. 3
seconden indrukken tot de LED groen brandt.
d)
De duur van de leerperiode van de ontvanger
bedraagt max. 25 minuten. Als gedurende deze tijd
geen signaal van de zender wordt ontvangen, moeten
stap b) en c) nogmaals worden uitgevoerd.
e)
De regelaar/zender monteren en inbedrijfstellen (zie
inbedrijfstelling regelaar/zender).
f)
Als de ontvanger een signaal van de regelaar/zender
ontvangt, knippert de LED kort.
g)
Als de LED continu brandt, is het relais aangetrokken
= apparaat AAN.
h)
Als de LED niet brandt, is het relais afgevallen =
apparaat UIT.
i)
Bij netonderbreking op de ontvanger wordt het relais
naar UIT geschakeld.
j)
De zender herhaalt iedere 20 minuten, afhankelijk
van de status, het AAN- of UIT-signaal.
k)
Daardoor wordt na max. 20 minuten het relais weer
overeenkomstig het commando AAN/UIT geschakeld.
l)
Als de REV-R.01/1 gedurende 60 minuten geen
signaal van de zender ontvangt, dan valt het relais af
en schakelt het apparaat uit.
4. Aanwijzingen
De plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties
dienen in acht te worden genomen.
CE1G2255xx

Advertisement

loading