Basistechniek; Transport En Opbergen - Husqvarna LC 141LI Operator's Manual

Hide thumbs Also See for LC 141LI:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 78
Veiligheid op de werkplek
Voordat u begint met maaien moeten takken, stenen
enz. van het gazon worden verwijderd.
Voorwerpen die tegen de snijuitrusting botsen kunnen
worden weggeslingerd en schade aanrichten aan
mensen en andere voorwerpen. Houd mensen en
dieren op afstand.
Gebruik de machine nooit bij slecht weer, zoals mist,
regen, op vochtige of natte plekken, bij krachtige wind,
strenge kou, kans op blikseminslag enz. Werken in
slechte weersomstandigheden is vermoeiend en kan
tot gevaarlijke situaties leiden, zoals een gladde
ondergrond.
Houd uw omgeving in de gaten om ervoor te zorgen
dat u de macht over de machine niet verliest door
onverwachte gebeurtenissen.
Let goed op wortels, stenen, twijgen, putten, sloten
enz. Hoog gras kan hindernissen verbergen.
Het maaien van hellingen kan gevaarlijk zijn. Gebruik
de grasmaaier niet op zeer steile hellingen. De
grasmaaier mag niet worden gebruikt op een helling
van meer dan 15 graden.
Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten
opzichte van de helling laten lopen. Het is veel
makkelijker om dwars over een helling te lopen dan op
en neer.
Wees voorzichtig wanneer u in de buurt komt van
onoverzichtelijke bochten en voorwerpen die uw zicht
kunnen belemmeren.
Werkveiligheid
Een grasmaaier is alleen geconstrueerd voor het
maaien van gazons. Alle overige gebruik is niet
toegestaan.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie
instructies in het hoofdstuk "Persoonlijke
veiligheidsuitrusting".
Start de grasmaaier niet zonder dat mes en alle
kappen zijn gemonteerd. Het mes kan anders
losraken en persoonlijk letsel veroorzaken.
De machine is alleen bestand tegen lichte
vochtigheid. Stel de machine niet bloot aan regen of
vocht. Water dat in de machine binnendringt, verhoogt
het risico op elektrische schokken.
Voorkom dat het mes tegen vreemde voorwerpen
slaat zoals stenen, wortels of iets dergelijks. Dit kan
ertoe leiden dat het mes bot wordt en dat de motoras
krom wordt. Een kromme as zorgt voor onbalans en
sterke trillingen, hetgeen leidt tot een groot risico van
het losraken van het mes.
De remhendel van de motor mag nooit permanent
worden verankerd in de handgreep als de machine
draait.
Plaats de grasmaaier op een stabiele ondergrond en
start hem. Zorg ervoor dat het mes niet in contact kan
komen met de grond of een ander voorwerp.
Ga altijd achter de machine staan. Laat alle wielen op
de grond en houd beide handen op de handgreep
BEDIENING
tijdens het maaien. Houd uw handen en voeten uit de
buurt van de draaiende bladen.
Gebruik de machine nooit wanneer de
grasopvangbak of de deflector aan de achterkant niet
is geplaatst.
Kantel de machine niet terwijl de motor draait. Ren
niet met de machine wanneer deze werkt. U moet
altijd met de grasmaaier lopen.
Let vooral ook op wanneer u de machine tijdens de
werkzaamheden naar u toe trekt.
Til de maaier niet op en draag deze niet rond terwijl de
motor loopt. Als u de maaier moet optillen, zet dan
eerst de motor uit, zet de veiligheidssleutel op '0' en
verwijder de accu.
Maai het gazon niet terwijl u achteruitloopt.
De motor moet worden uitgezet bij verplaatsing over
terrein dat niet moet worden gemaaid. Bijvoorbeeld
paden, steen, grind, asfalt enz.
Zet de motor uit voordat u de maaihoogte wijzigt. Voer
nooit afstellingen uit terwijl de motor draait.
Laat de machine nooit zonder toezicht met draaiende
motor achter. Zet de motor uit. Controleer of de
snijuitrusting is gestopt met draaien.
Stop de machine onmiddellijk als een vreemd
voorwerp wordt geraakt of als zich trillingen voordoen.
Stop de motor, zet de veiligheidssleutel in de stand '0'
en verwijder de accu. Controleer of de machine niet
beschadigd is. Repareer eventuele schade of neem
contact op met een erkende servicewerkplaats.

Basistechniek

Maai altijd met een scherp blad, voor optimaal
resultaat. Een bot blad levert ongelijkmatig
maairesultaat op, en het gras vergeelt waar het is
afgemaaid. Bovendien verbruikt een scherp mes
minder energie dan een bot mes.
Maai nooit meer dan 1/3 van de lengte van het gras.
Dit geldt vooral in periodes van droogte. Maai eerst op
een grote maaihoogte. Controleer daarna het
resultaat en ga naar een geschikte hoogte. Indien het
gras extra lang is, moet u langzaam rijden en
eventueel twee keer maaien.
Maai elke keer in een andere richting, om het ontstaan
van strepen in het gazon te voorkomen.

Transport en opbergen

Zie het deel 'Hanteren van de accu' voor vervoer en
opslag van de accu.
Verwijder de accu altijd wanneer de machine wordt
opgeborgen of vervoerd.
Zet de apparatuur tijdens vervoer goed vast om
transportschade en ongelukken te voorkomen.
Sla de apparatuur op in een afsluitbare ruimte zodat
het buiten het bereik is van kinderen en onbevoegde
personen.
Berg de machine en bijbehorende apparatuur op in
een droge en vorstvrije ruimte.
Dutch
127

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents