Bosch GST 500 PE Original Instructions Manual page 65

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15
Spanenblaasvoorziening
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorzie-
ning 5 kan de zaaglijn vrij van spanen worden ge-
houden.
Spanenblaasstand I :
klein blaaseffect voor werkzaamheden in
metaal en gebruik van koel- en smeervloei-
stof.
Spanenblaasstand II :
matig blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met geringe spaanafname, zoals
hardhout.
Spanenblaasstand III :
groot blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met grote spaanafname zoals
zachthout en kunststof.
Bescherming tegen aanraken
De op het machinehuis aangebrachte bescher-
ming tegen aanraken 10 voorkomt onbedoeld
aanraken van het zaagblad tijdens de werkzaam-
heden en mag niet worden verwijderd.
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschake-
len, duwt u de aan/uit-schakelaar 4 naar voren.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschake-
len, duwt u de aan/uit-schakelaar 4 naar achte-
ren.
Aantal zaagbewegingen vooraf instellen
Met het stelwiel vooraf instelbaar aantal zaagbe-
wegingen 2 kunt u het aantal zaagbewegingen
vooraf instellen en tijdens het gebruik verande-
ren.
1 – 2: klein aantal zaagbewegingen
3 – 4: gemiddeld aantal zaagbewegingen
5 – 6: groot aantal zaagbewegingen
Bosch Power Tools
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhanke-
lijk van het materiaal en de werkomstandigheden
en kan proefsgewijs worden vastgesteld.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegin-
gen te verminderen als het zaagblad op het werk-
stuk wordt geplaatst en bij het zagen van kunst-
stof en aluminium.
Bij langdurige werkzaamheden met een klein aan-
tal zaagbewegingen kan het elektrische gereed-
schap zeer heet worden. Werp het zaagblad uit
en laat het elektrische gereedschap ca. 3 min
met het maximale aantal zaagbewegingen lopen
om het te laten afkoelen.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik bij het bewerken van kleine of dun-
ne werkstukken altijd een stabiele onder-
grond of een zaagtafel (toebehoren).
Controleer hout, spaanplaat, bouwmaterialen
enz., voordat u in deze materialen zaagt, op voor-
werpen zoals spijkers, schroeven en dergelijke,
en verwijder deze indien nodig.
Invallend zagen (zie afbeelding E)
Alleen zachte materialen als hout en gipskar-
ton mogen invallend worden gezaagd. Me-
taal mag niet invallend worden gezaagd.
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaag-
bladen. Invallend zagen is alleen mogelijk met
een verstekhoek van 0°.
Zet het elektrische gereedschap met de voorste
rand van de voetplaat 7 op het werkstuk, zonder
dat het zaagblad 9 het werkstuk aanraakt, en
schakel het in. Kies het maximale aantal zaagbe-
wegingen bij elektrisch gereedschap met een re-
geling van het aantal zaagbewegingen. Duw het
elektrische gereedschap stevig tegen het werk-
stuk en laat het zaagblad langzaam in het werk-
stuk invallen.
Zodra de voetplaat 7 met het hele oppervlak op
het werkstuk ligt, zaagt u langs de gewenste
zaaglijn verder.
Nederlands | 65
2 609 932 532 | (25.7.07)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents