Tunturi Classic 3.0 Handleiding page 6

Hide thumbs Also See for Classic 3.0:
Table of Contents

Advertisement

MONITOR
KNOPPEN
1. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A) Draaien aan het wiel (+/-). Door het wiel rechtsom
te draaien, kunt u menu's naar rechts schuiven en de
waarden of de weerstand verhogen. Door het wiel
linksom te draaien, kunt u menu's naar links schuiven en
de waarden of de weerstand verlagen.
B) Het wiel indrukken (ENTER). Door het wiel in te drukken,
kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt
door aan het wiel te draaien.
2. START/STOP
Hiermee wordt de training gestart, gepauzeerd en
beëindigd. Tijdens de training kunt u, door één keer op
deze knop te drukken, de Pauze-stand activeren. Als u
opnieuw op de knop drukt, gaat het programma weer
verder.
3. RESET
Eén keer kort indrukken: hiermee keert u terug naar het
programmamenu. Lang indrukken: hiermee wordt de
meter opnieuw gestart.
4. RECOVERY
Berekent de index van uw herstelhartslag.
5. BODY FAT
Berekent uw 'body mass index' (BMI) en laat het
percentage lichaamsvet zien.
GEBRUIKERSGEGEVENS INSTELLEN
Net na het herstarten van de meter of het terugzetten
van de meter (lang ingedrukt houden), kunt u het
gebruikersmenu binnengaan. Selecteer de gebruiker
en bevestig uw keuze. Stel uw geslacht, leeftijd, lengte
en gewicht in. Bevestig uw keuze met het keuzewiel.
Gegevens over persoonlijke trainingsstreefdoelen (tijd,
afstand, energieverbruik, hartslaggrens)
zullen worden opgeslagen in het geheugen en
standaard worden opgehaald wanneer de betreffende
gebruiker wordt geselecteerd. Als u uw persoonlijke
trainingsgegevens aanpast, zullen deze veranderingen
automatisch in het geheugen worden opgeslagen.
AANVULLENDE OPMERKINGEN
1. Voor het instellen van de snelheid en afstand kunt u
kiezen voor metrische of Engelse eenheden. Dit kunt u
instellen door gebruik te maken van de KM/ML-schakelaar
die zich aan de achterkant van de meter bevindt. Het
elektriciteitssnoer moet opnieuw in het stopcontact
worden gestoken om de verandering door te voeren.
2. Als u niet aan het trainen bent en er worden geen
knoppen ingedrukt, dan schakelt de meter na ca. vier
minuten automatisch over naar de slaapstand. Op het
scherm wordt de kamertemperatuur weergegeven.
3. Als de START/STOP-knop wordt ingedrukt, wordt de
training maximaal 4 minuten gepauzeerd. Als de knop
daarna opnieuw wordt ingedrukt, kunt u doorgaan met
de gepauzeerde trainingssessie en kunt u hierbij gebruik
maken van de eerder gebruikte trainingsgegevens.
4. Het invoeren van trainingsstreefdoelen (tijd, afstand,
energieverbruik, hartslaggrens) is alleen mogelijk wanneer
het apparaat in de STOP-stand staat (niet tijdens de
training).
5. Deze apparatuur kan niet worden gebruikt voor
therapeutische doeleinden.
6. Als u uw gebruikersgegevens niet steeds wilt veranderen
als u begint met een training, druk dan op START/STOP
om het bewerken van de gebruikersgegevens over te
slaan. Op deze manier wordt de training begonnen in de
handmatige stand (Manual).
7. Het energieverbruik wordt berekend op basis van
gemiddelde waarden. Het energieverbruik wordt
weergegeven in kilocalorieën. Om dit om te rekenen
in joules gebruikt u de volgende formule: 1 Kcal = 4,187 KJ.
8. Als u traint met een hartslagmeting (met een borstriem
of hartslagmeter in de handgrepen), kunt u een
maximale hartslaggrens instellen. Wanneer deze grens
wordt overschreven tijdens het trainen, zal de meter een
alarmsignaal afgeven.
9. Voorgeprogrammeerde programma's zijn verdeeld in
16 stappen. De duur van één stap is afhankelijk van de
tijd die is ingesteld voor de hele training. Als er geen tijd is
ingesteld, dan duurt één stap 100 meter in afstand.
10. Als u streefdoelen heeft ingesteld die aftellen, dan
klinkt er een signaal en wordt de training automatisch
stopgezet wanneer een van de streefdoelen de
nulwaarde bereikt. U kunt de training hervatten door te
drukken op START/STOP.
11. NB: de herstelindex staat in verhouding tot de
hartslagfrequentie, zowel aan het begin als aan het
einde van de meting.
12. Bij het HRC-programma wordt het bereik van het
hartslagstreefdoel (55%, 75% en 90%) berekend als
percentage van de maximale hartslag zoals die geldt
voor uw leeftijd (berekeningsformule: maximale hartslag =
220 – leeftijd).
13. De weerstand wordt tijdens het HRC-programma elke
30 seconden verhoogd en elke 15 seconden verlaagd,
indien nodig.
14. BODY FAT is een persoonlijke meting. Het resultaat is
gebaseerd op de gemiddelde waarden zoals die gelden
voor de Europese bevolkingsgroep.
28

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents