Download Print this page

Craftsman 37148 Instruction Manual page 7

Advertisement

(_
Veilig werken met handbediende
grasmaaimachines
BELANGRIJK: Deze maaimachine kan handenen voetenamputeren en voorwerpenwegslingeren. H et
niet opvolgenvan deze veiligheidsinstructies kan ernstigof dodelijkletsel totgevolghebben.
I. Training
Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen
en hetjuiste gebruik
van de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies,
de maaimachine
niet gebruiken.
Het is
mogelijk dat plaatselijke voorschriften een beperking
stellen aan de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuu rder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of
hun eigendommen
kunnen overkomen.
II. Voorbereiding
Draag tijdens her maaien altijd stevige schoenen en
een lange broek. Gebruik de machine niet biootsvoets
of terwijl u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden ge-
bruikt, grondig en verwijder alle voorwerpen die door
de machine kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWlNG
- Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof
in biikken die speciaal voor dat
doel zijn bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooil
van de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor
draait of heet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet
te starten
maar haa! de machine
van de plaats
vandaan waar u benzine heefl gemorst en zorg
dat u geen ontatekingsbron
teweeg brengt totdat
de benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoffanks
en -blikken
weer goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v66r het gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting nietversleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde
messen en
bouten in sets om het evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van _6n rues andere messen
kan doen draaien.
III. Bediening
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte
waar gevaarlijke koolmonoxydedampen zich kunnen
verzamelen.
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Ook om nat gras te maaien, waar mogelijk.
Loop voorzichtig op hellingen.
Loop normaal, ren niet.
Maai met een grasmaaier met wielen altijd dwars op de
helling, nooit van boven naar onder of omgekeerd.
Wees bijzonder voorzichtig als u op een hefting van
richting verandert.
Maai niet op erg steUe hellingen.
Wees bijzonder voorzichtig als u de grasmaaier naar
uzelf toe duwt of draait.
Zet her rues uit als u de grasmaaier moet optillen om
deze over plaatsen zonder gras of van het ene naar
het volgende gazon te vervoeren.
Werk niet met de grasmaaier als de beschermkap-
pen of veiligheidsmechanismen niet in orcle of niet
aangebracht zijn (bijv, beachermkappen
of grasvang-
mechanismen).
7
Verander de insteliing van de motorregelaar
niet en
laat de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de
motor met te hoog toerental draait, kan het risico van
lichamelijk letsel groter worden.
Zet alle mes- en aandrijfkoppelingen
in hun vrij voordat
u de machine start.
Start de machine of de motor voorzichtig en volgens
de gebruiksaanwijzingen
en houd uw voeten uit de
buurt van het mes.
Til de grasmaaier
niet op terwijl u deze start of de
motor ervan aanzet, tenzij de grasmaaier
dient te
worden opgetild om deze te kunnen starten.
Til de
machine in dit geval niet hoger op dan nodig en til
alleen het gedeelte op dat het verst van de bediener
is verwijderd.
Zet de machine
niet aan terwijl u voor de afvoer
staat.
Steek uw handen of voeten nooit onder of in de buurt
van draaiende delen.
Houd de afvoeropening altijd
vrij.
Til de grasmaaier nooit open draag deze nooit terwijl
de motor draait.
Zet de machine uit en maak de bougiedraad los:
-voordat
u opgehoopt
materiaal
weghaalt of een
verstopte afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert, sehoonmaakt
of eraan werkt;
- nadat u een ongewenst
voorwerp
heeft geraakt.
Inspecteer
de maaimachine
op schade en voer
reparaties uil voordat u de machine weer start en
gebruikt;
- als de machine abnormaal begint te trillen (onmid-
dellijk controleren).
Zet de machine uit:
- als u de grasmaaier achterlaat;
- voordat u brandstof bijvult.
Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als
de motor met een afsluitklep is uilgerust,
moet u de
brandstoftoevoer
aan her einde van her maaien afs-
luiten.
Rijd langzaam als u een meeloopstoeltje
gebruikt.
IV. Onderhoud
en Opslag
Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastge-
draaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine
in een veilige bedrijfastaat verkeert.
Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen
een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich
benzine in de tank bevindt.
Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten
ruimte opbergt.
Beperk brandgevaar:
houd de motor, geluiddemper,
accuruimte
en benzine-opslagruimte
vrij van gras,
bladeren of een overmaat aan smeervet.
Controleer de opvangzak vaak op slijtage of venNer-
ing.
Vervang versleten
of beschadigde
onderdelen
om
veiligheidsredenen.
AIs de brandstoftank
afgetapt moet worden, moet dit
buiten worden gedaan.

Advertisement

loading