Download Print this page

Jonsered CS2258 Li Operator's Manual page 259

Hide thumbs Also See for CS2258 Li:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
2. Druk op de aan/uit-knop totdat het lampje dooft.
Schorssteun gebruiken
Een schorssteun voorkomt terugslag en houdt het hout
vast tijdens het zagen. De schorssteun is een draaipunt
tussen het motorblok en het zaagblad.
1. Stel de onderzijde van de schorssteun in op de juiste
breedte van het kantelpunt.
2. Druk met uw linkerhand tegen de voorste handgreep
terwijl u de achterste handgreep omhoog tilt met uw
rechterhand.
3. Gebruik de zaag totdat u een kantelpunt met de
juiste breedte hebt.
Let op: Het kantelpunt moet overal even dik zijn.
4. Zaag de stam voor meer dan de helft door en plaats
vervolgens de velwig in de zaagsnede.
Boom kappen
1. Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten
en draden uit de boom.
2. Maak een schuine zaagsnede met een diepte van
één derde van de stamdikte, loodrecht op de
valrichting. (Fig. 35)
3. Maak de onderste horizontale zaagsnede van de
valkerf. Hierdoor voorkomt u dat de zaagketting of
de geleider bekneld raakt wanneer u de tweede
zaagsnede maakt.
4. Maak aan de tegenoverliggende zijde de velsnede
(X), minimaal 50 mm (2 inch) hoger dan de
horizontale zaagsnede van de valkerf. Zorg dat de
velsnede evenwijdig loopt aan de horizontale
inkeping, zodat er voldoende hout overblijft om als
kantelpunt te dienen. Zaag niet door het kantelpunt.
Het kantelpunt zorgt ervoor dat de boom niet draait
of in de verkeerde richting valt. (Fig. 36) en (Fig. 37)
5. Wanneer de achterste velsnede dichter bij het
kantelpunt komt, zal de boom beginnen te vallen.
Zorg dat de boom in de juiste richting kan vallen en
dat de boom niet achterwaarts overhelt en de
zaagketting afklemt. Om dit te voorkomen, stopt u
met zagen voordat de achterste velsnede is voltooid.
Gebruik houten, kunststof of aluminium wiggen om
de snede te openen en de boom in de gewenste
richting te laten vallen. (Fig. 38)
6. Wanneer de boom begint te vallen, verwijdert u het
product uit de snede. Stop de motor, leg het product
neer en gebruik de geplande vluchtroute. Pas op
voor takken die boven uw hoofd omlaag kunnen
vallen en kijk waar u loopt. (Fig. 39)
Boom snoeien
1. Laat grotere takken aan de boom zitten om de stam
van de grond te houden.
2. Verwijder kleine takken met één enkele snede. (Fig.
40)
666 - 006 - 03.06.2019
3. Takken onder spanning moeten van beneden naar
boven worden gezaagd om te voorkomen dat de
zaagketting of geleider bekneld raakt.
Stam in stukken zagen
OPGELET: Zorg dat de zaagketting niet in
aanraking komt met de grond.
Als de stam over de gehele lengte wordt
ondersteund, zaagt u vanaf de bovenzijde van de
stam (dit wordt ook wel 'overbucking' of overzagen
genoemd). (Fig. 41)
Als de stam aan één uiteinde wordt ondersteund,
maakt u vanaf de onderzijde een snede met een
diepte van één derde van de stamdikte (dit wordt
ook wel 'underbucking' of onderzagen genoemd).
Als de stam aan beide uiteinden wordt ondersteund,
maakt u vanaf de bovenzijde een snede met een
diepte van één derde van de stamdikte. Voltooi de
snede vanaf de onderzijde en zaag het onderste
twee derde deel van de stam totdat u uitkomt bij de
eerste zaagsnede. (Fig. 42)
Als u de stam op een helling zaagt, moet u altijd op
het hogerliggende terrein blijven. Zaag door de stam
en zorg dat u volledige controle over het apparaat
houdt. Verminder de zaagdruk vlak voor het einde
van de snede en houd daarbij de achterste en
voorste handgreep stevig vast. (Fig. 43)
Vermogensmodus wijzigen
De vermogensmodus van het product kan worden
gewijzigd terwijl het product in gebruik is. Er zijn 2
vermogensmodi:
1. Standaardmodus - Bespaart energie en optimaliseert
de bedrijfstijd. Standaardmodus van toepassing op
de meeste taken.
Let op: Het product wordt ingesteld op de
standaardmodus wanneer het wordt ingeschakeld.
2. Boost-modus - In de Boost-modus werkt het product
met een hoog toerental. De Boost-modus werkt met
het maximale vermogen en wordt gebruikt voor
taken die niet eenvoudig zijn. Om de Boost-modus in
te schakelen, drukt u op de knop voor de Boost-
modus totdat het lampje gaat branden. Om de
Boost-modus uit te schakelen, drukt u op de knop
voor de Boost-modus totdat het lampje dooft.
Let op: Als de gashendel tijdens gebruik wordt
losgelaten, start het product in de laatstgebruikte
modus. Als het product automatisch stopt, of als de
gebruiker op de aan/uit-knopt drukt, wordt de
laatstgebruikte modus uit het geheugen gewist.
Wanneer het product wordt ingeschakeld, wordt het
weer ingesteld op de standaardmodus.
259

Advertisement

loading