3M Ranger 245 Operator's Manual page 60

Elektrostatische ontlading
(ESD)
IEC 61000-4-2
Snelle elektrische transiënt/
burst
IEC 61000-4-4
Spanningsstoot
IEC 61000-4-5
Spanningsdalingen,
korte onderbrekingen
en spanningsvariaties op
voedingsingangskabels
IEC 61000-4-11
Magnetisch veld
stroomfrequentie (50/60 Hz)
IEC 61000-4-8
OPMERKING: U is de wisselstroomspanning voorafgaand aan de toepassing van het testniveau.
T
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – Elektromagnetische immuniteit
Model 245 is bestemd voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model 245 dient ervoor te
zorgen dat het hulpmiddel in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Geleiding RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de afstand voor het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie door en
weerkaatsing van structuren, voorwerpen en mensen.
Veldsterkten van vaste zenders, zoals basisstations voor radio, (mobiele/draadloze) telefoons en landmobiele radio's, amateurradio, AM- en FM-radio-
a
uitzending en tv-uitzending, kunnen niet nauwkeurig theoretisch worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-
zenders te beoordelen, dient een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse te worden overwogen. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie waarop
model 245 wordt gebruikt het van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau overschrijdt, moet model 245 worden geobserveerd om te controleren of het
normaal functioneert. Als er een abnormale werking wordt waargenomen, moeten er mogelijk aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals het
heroriënteren of verplaatsen van model 245.
In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.
b
Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en model 245
Model 245 is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst. De klant of de gebruiker
van model 245 kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door de hieronder aanbevolen minimumafstand te bewaren tussen draagbare
en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en model 245. De aanbevolen afstand is afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
± 8 kV contact ± 8 kV contact
± 15 kV lucht ± 15 kV lucht
± 2 kV voor ± 2 kV voor
voedingskabels voedingskabels
± 1 kV van kabel ± 1 kV van kabel
naar kabel naar kabel
± 2 kV van kabel ± 2 kV van kabel
naar aarde naar aarde
< 5% U < 5% U
T
(> 95% daling in U ) (> 95% daling in U
T
voor 0,5 cyclus voor 0,5 cyclus
40% U 40% U
T
(60% daling in U ) (60% daling in U
T
voor 6 cycli voor 6 cycli
70% U 70% U
T
(30% daling in U ) (30% daling in U
T
voor 30 cycli voor 30 cycli
< 5% U < 5% U
T
(> 95% daling in U ) (> 95% daling in U
T
voor 5 seconden voor 5 seconden
3 A/m 3 A/m
Testniveau IEC 60601 Nalevingsniveau
3 Vrms 3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m 3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
Vloeren moeten van hout, beton of keramische tegels zijn. Wanneer
vloeren bedekt zijn met synthetisch materiaal, moet de relatieve
vochtigheid ten minste 30% bedragen.
De kwaliteit van de netvoeding moet gelijk zijn aan die van een normale
commerciële of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de netvoeding moet gelijk zijn aan die van een normale
commerciële of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van de netvoeding moet gelijk zijn aan die van een normale
T
) commerciële of ziekenhuisomgeving. Als de gebruiker van model 245
T
een ononderbroken werking van het product tijdens stroomstoringen
vereist, wordt aanbevolen model 245 van stroom te voorzien middels
T
een noodstroomvoeding of een accu.
)
T
T
)
T
T
)
T
Magnetische velden van de stroomfrequentie moeten een niveau
hebben dat kenmerkend is voor een specifieke locatie in een specifieke
commerciële of ziekenhuisomgeving.
Richtlijnen voor elektromagnetische omgeving
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter bij
een onderdeel van model 245, waaronder kabels, worden gebruikt dan
op de aanbevolen afstand die is berekend met de vergelijking die van
toepassing is op de zenderfrequentie.
Aanbevolen afstand
d = 1,2√P
d = 1,2√P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3√P 800 MHz tot 2,5 GHz
waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in
watt (W) volgens de fabrikant van de zender is en d de aanbevolen afstand
in meter (m).
De veldsterkte van vaste RF-zenders, zoals bepaald met een
elektromagnetisch onderzoek ter plaatse
nalevingsniveau in elk frequentiebereik
de buurt van apparatuur waarop het volgende symbool is aangegeven:
58
, dient lager te zijn dan het
a
. Er kan interferentie optreden in
b