Instructies Voor Gebruik - DeWalt DWE349 Original Instructions Manual

Hide thumbs Also See for DWE349:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 19
2. Plaats de zaagbladschacht zo ver mogelijk in de
zaagbladhouder, terwijl de tanden van het zaagblad naar
voren wijzen.
3. Laat de hendel los.
4. Controleer voor u gaat zagen dat het zaagblad goed vastzit.
Een zaagblad dat niet goed vastzit, kan uit de zaag vallen en
letsel veroorzaken.
Het afstellen van de zoolplaat voor
verstekzagen (Afb. C)

WAARSCHUWING: Gebruik het gereedschap nooit
wanneer de zaagschoen los zit of is verwijderd. De zool
kan in een verstekhoek links of rechts van maximaal 45 °
worden geplaatst.
De verstekhoek instellen
1. Trek de hendel 
 7 
voor het afstellen van de verstekhoek
van de zool uit en van de zaag af zodat de zool 
ontgrendeld, zoals wordt getoond in Afbeelding C.
2. Schuif de zool naar voren zodat deze vrijkomt uit de 0 °
positieve stoppositie.
3. U kunt de zool naar links en naar rechts in verstek zetten in
de standen 15 °, 30 ° en 45 °.
4. Zet de zool in de gewenste verstekhoek. Controleer de
nauwkeurigheid van de hoek met een gradenboog.
5. Duw de hendel voor het afstellen van de verstekhoek van de
zool naar de zaag en vergrendel zo de zool.
De zool terugzetten voor rechte zaagsneden
1. Trek de hendel 
 7 
voor het afstellen van de verstekhoek
van de zool uit en van de zaag af zodat de zool 
ontgrendeld, zoals wordt getoond in Afbeelding C.
2. Draai de zool naar een hoek van ongeveer 0 ° en trek de zool
vervolgens naar achteren en in de 0 °‑stand.
3. Duw de hendel voor het afstellen van de verstekhoek van de
zool naar de zaag en vergrendel zo de zool.
BEDIENING

Instructies voor gebruik


WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.

WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing
maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/
installeert. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.

WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat alle te bewerken materialen stevig
bevestigd zijn. Verwijder spijkers, schroeven en andere
voorwerpen die het zaagblad kunnen beschadigen.
Controleer of er aan de onderkant van het werkstuk
voldoende ruimte voor het zaagblad is.
 6 
wordt
Juiste positie van de handen (Afb. D)

WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoals afgebeeld.

WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand
op de voorste handgreep 
hoofdhandgreep 
In‑ en uitschakelen (Afb. A)
 6 
wordt
U schakelt het gereedschap in door de Aan/
Uit‑schakelaar 
U kunt het gereedschap zonder onderbreking laten
werken door de aan/uit‑schakelaar in te drukken
en vervolgens de knop voor de vergrendeling in de
Aan‑stand 
vergrendeling in de Aan‑stand is ingedrukt, kunt u de aan/
uit‑schakelaar loslaten.
Schakel het gereedschap uit door de aan/uit‑schakelaar los
te laten. Wanneer het gereedschap ononderbroken werkt,
kunt u het uitschakelen door de aan/uit‑schakelaar in te
knijpen en de vergrendeling wordt dan opgeheven.
Variabele snelheidsregeling (Afb. E )

WAARSCHUWING: Werkt u lange tijd met het
gereedschap bij lage snelheden, dan kan de motor
overbelast raken en te warm worden.
Er bevindt zich een wiel voor de snelheidsregeling 
op de zaag. De snelheid neemt toe wanneer het wiel van
een lage snelheidsinstelling 1 wordt gedraaid naar een hoge
snelheidsinstelling 6.
Raadpleeg de tabel voor de juiste snelheid voor het te zagen
werkstuk. De juiste snelheid wordt echter ook bepaald door het
type en de dikte van het werkstuk. Over het algemeen is het zo
Zaag geen materialen die de maximum zaagdiepte
van het zaagblad overschrijden.
Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen. Vervang
beschadigde of verbogen zaagbladen onmiddellijk.
Gebruik de machine niet voor het zagen van pijpen
en buizen.
Laat de machine uitsluitend draaien met
gemonteerd zaagblad.
Beweeg de machine tijdens het zagen altijd rustig
en gelijkmatig voort en oefen geen zijdelingse druk
op het zaagblad uit. Zorg ervoor dat de bodemplaat
geheel op het werkstuk rust en voer het netsnoer altijd
naar achteren weg. Bij het zagen van bogen, cirkels of
andere ronde vormen zeer langzaam duwen.
Verwijder het zaagblad uit het werkstuk wanneer de
machine helemaal stilstaat. Raak het zaagblad niet
aan onmiddellijk na het zagen. Het zaagblad kan erg
heet zijn.
 13 
en de andere op de
 12 
.
 1 
in te knijpen.
 2 
in te drukken. Wanneer de knop voor
nEDERLanDs
 8 
boven
49

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents