GBC PRO SERIES Instruction Manual page 22

Bediening, warm lamineren
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de stroomschakelaar op de achterkant van de lamineermachine en houd de knop POWER één seconde ingedrukt om de machine in
te schakelen (afb. A).
3. Selecteer aan de hand van de informatie in de onderstaande tabel de geschikte temperatuurinstelling voor de dikte van de lamineertas en het
type papier dat u lamineert.
• Als de lamineertas wazig blijft nadat deze door de machine is gevoerd, dan betekent dit dat de temperatuur niet hoog genoeg is. Laat de
machine een paar minuten langer opwarmen en voer de lamineertas met document er opnieuw doorheen.
• Als de lamineertas gegolfd uit de machine komt, dan is de TEMPERATUUR te hoog. Ga na of de juiste temperatuurinstelling is geselecteerd.
• Geef de lamineermachine altijd voldoende tijd om zich aan de nieuwe temperatuurinstelling aan te passen.
1. Vooraf ingestelde modus
a. Druk op de knop HOT (warm) om de
vooraf ingestelde modus in te stellen.
De machine wordt ingesteld op een
temperatuur van 100 °C/snelheid 6 en
het woord "HOT" wordt weergegeven op
het lcd (afb. B).
4. Terwijl de machine opwarmt, knippert het symbool voor de warmtefunctie (
en wordt het woord "READY" weergegeven op het lcd (afb. C).
5. Centreer het te lamineren item in een lamineertas, van links naar rechts, zodat de bovenrand van het item is uitgelijnd tegen de gesloten kant
van de lamineertas (afb. D).
6. Steek de lamineertas met het item recht in de machine, altijd met de gesloten kant eerst (afb. E).
7. Het gelamineerde item komt automatisch aan de achterkant uit de machine. Verwijder het gelamineerde item zodra het niet meer beweegt en
laat het minstens één minuut op een plat oppervlak afkoelen (afb. F).
Bediening, koud lamineren
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de stroomschakelaar op de achterkant van de
lamineermachine en houd de knop POWER één seconde
ingedrukt om de machine in te schakelen.
3. Druk op de knop COLD (koud); het woord "COLD" wordt nu
weergegeven op het lcd.
4. Wanneer de machine gebruiksklaar is, klinkt een pieptoon en
wordt het woord "READY" weergegeven op het lcd.
5. Gebruik een lamineertas die geschikt is voor koud lamineren.
Lamineer de lamineertas met het document door te drukken op
de knop STOP <RUN> om de rollen te starten of te stoppen.
m
LET OP: als u net een document warm hebt gelamineerd,
drukt u op de knop COLD (om de machine te laten
afkoelen) en wacht u totdat het woord "READY" weer wordt
weergegeven op het lcd voordat u een document koud gaat
lamineren.
22
2. Handmatige modus
(De snelheid en temperatuur handmatig wijzigen):
a. Druk op de pijl-omhoog/pijl-omlaag bij
TEMP om de ingestelde temperatuur
aan te passen.
b. Druk op de pijl-omhoog/pijl-omlaag bij
SPEED om de ingestelde snelheid aan
te passen.
Terugloopknop
Als de lamineertas vast komt te zitten of scheef is ingevoerd, volgt u
deze aanwijzingen.
1. Houd de knop REV ingedrukt. Hierdoor gaan de rollen in
omgekeerde richting draaien en komt de lamineertas aan de
voorkant uit de machine.
2. Trek de lamineertas met document uit de machine.
3. Zodra u het document uit de machine hebt gehaald, maakt
u de rollen schoon door een schoonmaakkaart door de
lamineermachine te voeren.
m
3. Geheugenmodus
(Een specifieke temperatuur en snelheid in het
geheugen opslaan):
a. Houd de knop 1 of 2 één seconde
ingedrukt om de geheugenmodus te
openen.
b. Selecteer een veelgebruikte
temperatuur- en snelheidsinstelling met
de pijl-omhoog/pijl-omlaag.
c. Druk nogmaals op de cijferknop om de
instelling in het geheugen op te slaan.
d. Selecteer de knop 1 of 2 om een in het
geheugen opgeslagen temperatuur en
snelheid te gebruiken. De geselecteerde
temperatuur en snelheid worden
aangegeven op het lcd.
). Wanneer de machine gebruiksklaar is, klinkt een pieptoon
LET OP: wees voorzichtig wanneer u het gelamineerde item
uit de machine haalt. Het item kan heet zijn.