Technische Gegevens; Aanvullende Veiligheidsvoorschriften - Makita 3704 Instruction Manual

Makita trimmer instruction manual
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
NEDERLANDS
1 Losdraaien
2 Vastdraaien
3 Vasthouden
4 Vleugelmoer
5 Borgring
6 Platte vulring (S)
7 Zoolplaat
8 Platte vulring (L)
9 Bout
10 Trimschoen
11 Afstelschroef
12 Schaal
13 Gewenste snijdiepte
14 Moer
15 Graden verdeling
16 Vleugelbout
17 Afschuinshoek
18 Schakelaar
19 Werkstuk

TECHNISCHE GEGEVENS

Model
Spantang cap. ...................................... 6 mm of 1/4''
Toerental onbelast/min. (min
Totale lengte ................................................ 310 mm
Netto gewicht .................................................. 1,5 kg
• In verband met ononderbroken research en
ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bo-
venstaande technische gegevens te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geı ¨ soleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopkontakt worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Houd het gereedschap bij de geïsoleerde
handgreepoppervlakken vast wanneer u boort
op plaatsen waar de boor met verborgen
bedrading of zijn eigen netsnoer in contact
kan komen. Door contact met een onder span-
ning staande draad zullen de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder
spanning komen te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
2. Gebruik een oorbescherming, wanneer U
lange tijd met dit gereedschap denkt te
werken.
3. Wees voorzichtig met de frees.
Verklaring van algemene gegevens
20 Freesrichting
21 Rotatierichting van de frees
22 (Van bovenaf gezien)
23 Juiste rotatie- en freesrichting
24 Trimschoen, rechte geleider of
trimgeleider
25 Bout
26 Geleideplaat
27 Rechte geleider
28 Platte vulring
29 Borgring
30 Vleugelmoer
31 Vastzetschroef (A)
32 Middengaatje
33 Spijker
34 Afstelschroef
35 Vastzetschroef (B)
36 Trimgeleider
37 Geleidesteun
3704
–1
) ..................... 30 000
38 Rol van geleider
39 Schroef
40 Schroevendraaier
41 Sjabloongeleider
42 Bolronde delen
43 Recht freesmes
44 Sjabloon
45 Afstand (X)
46 Niet verkrijgbaar
47 Niet verkrijgbaar
48 Niet verkrijgbaar
49 Niet verkrijgbaar
50 Niet verkrijgbaar
51 Niet verkrijgbaar
52 Niet verkrijgbaar
53 Niet verkrijgbaar
54 Niet verkrijgbaar
55 Limietaanduiding
56 Koolborsteldop
4. Kontroleer de frees op barsten of beschadig-
ing, alvorens het gereedschap in te schakelen
en vervang onmiddellijk als de frees is
gebarsten of beschadigd.
5. Zorg dat de frees niet in kontakt komt met
spijkers enz. Verwijder derhalve alvorens met
frezen te beginnen eventuele spijkers en
dergelijke van het werkstuk.
6. Houd het gereedschap stevig vast.
7. Houd uw handen uit de buurt van de roterende
delen.
8. Zorg dat de frees niet in kontakt is met het
werkstuk
wanneer
inschakelt.
9. Laat het gereedschap draaien, alvorens het
werkstuk te frezen. Kontroleer of er trillingen
en/of schommelingen zijn, die op een verkeerd
geinstalleerde frees kunnen wijzen.
10. Zorg dat de rotatierichting overeenkomt met
de freesrichting.
11. Schakel het gereedschap onmiddellijk uit, als
u het niet meer gebruikt. Schakel het gereed-
schap alleen in, als u het vast houdt.
12. Schakel het gereedschap uit en wacht tot het
helemaal tot stilstand is gekomen, alvorens
het van het werkstuk te verwijderen.
13. Raak de frees onmiddelijk na het frezen niet
aan, aangezien het nog gloeiend heet is en
derhalve brandwonden kan veroorzaken.
14. Zorg dat het netsnoer tijdens het werk altijd
achter het gereedschap geplaatst is.
15. Wees voorzichtig en veeg het voetstuk van het
gereedschap niet af met verfverdunner, ben-
zine, olie of iets dergelijks, aangezien er
anders barsten in kunnen komen.
16. Gebruik altijd frezen die de juiste schachtdia-
meter hebben en geschikt zijn voor het toeren-
tal van het gereedschap.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
u
het
gereedschap
21

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents