Beeldschermproblemen - Lenovo ThinkServer TS200 Installatie En Gebruik

Installation and user guide (dutch)
Table of Contents

Advertisement

Beeldschermproblemen

Sommige beeldschermen beschikken over ingebouwde zelftests. Als u denkt dat er
een probleem is met het beeldscherm, raadpleegt de instructies voor het testen en
instellen van het beeldscherm in de documentatie die bij het beeldscherm is gele-
verd.
v Voer de voorgestelde acties uit in de volgorde waarin deze in de kolom Actie worden vermeld, totdat het
probleem is opgelost.
v Zie de lijst van onderdelen in de handleiding Hardware Maintenance Manual om te bepalen welke compo-
nenten door de gebruiker kunnen worden vervangen (CRU's: Customer Replaceable Units) en welke wor-
den vervangen door technici (FRU's: Field Replaceable Units).
v Als een actiestap vooraf wordt gegaan door de aanduiding "(Alleen voor servicemedewerkers)," dient die
stap uitsluitend te worden uitgevoerd door een daarvoor opgeleide servicemedewerker.
Soort fout
Beeldscherm testen
Er verschijnt niets op het
scherm.
Het beeldscherm werkt bij het
aanzetten van de server, maar
het scherm blijft leeg bij het
starten van sommige
toepassingsprogramma's.
Handeling
1. Zorg dat de beeldschermkabels goed zijn aangesloten.
2. Probeer een ander beeldscherm voor de server, of probeer een beeldscherm te
gebruiken dat is getest in combinatie met een andere server.
3. Voer de diagnoseprogramma's uit. Als het beeldscherm de diagnose-
programma's met goed gevolg doorloopt, kan het probleem betrekking hebben
op een videostuurprogramma.
4. (Alleen voor servicemedewerkers) Vervang de systeemplaat.
1. Als de server is aangesloten op een KVM-schakelapparaat, kunt u vaststellen
of dit apparaat de oorzaak is van de fout door de beeldschermkabel recht-
streeks aan te sluiten op de aansluiting aan de achterkant van de server.
2. Zorg ervoor dat:
v De server is ingeschakeld. Als er geen netvoeding is voor de server, raad-
pleegt u "Voedingsproblemen" op pagina 146.
v De kabels van het beeldscherm goed zijn aangesloten.
v Het beeldscherm aan staat en de helderheids- en contrastregelaars correct
zijn ingesteld.
v Er geen POST (zelftest bij opstarten)-fouten worden gegenereerd wanneer
de server wordt aangezet.
3. Zorg dat het beeldscherm wordt aangestuurd door de juiste server (voorzover
van toepassing).
4. Zie "Onbepaalde problemen oplossen" op pagina 150.
1. Zorg ervoor dat:
v Het toepassingsprogramma geen hogere weergavestand instelt dan de
minitor aankan.
v De vereiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd voor de toepassing.
2. Voer een videodiagnose uit (zie "Werken met de diagnoseprogramma's" op
pagina 192).
v Als de server de videodiagnose doorstaat, is de video in orde; zie "Onbe-
paalde problemen oplossen" op pagina 150.
v (Alleen voor servicemedewerkers) Als de videodiagnose mislukt voor de
server, vervangt u de systeemplaat.
Hoofdstuk 8. Problemen oplossen
143

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents