Storingen Opheffen - Stihl iMOW 5.0 Instruction Manual

Nederlands
Beschadigde of versleten messen/klingen kun‐
nen worden vervangen.
► Als de maairobot, de accu, het dockingstation,
de laadkabel, de adapter of de aansluitkabel
beschadigd zijn: gebruik de maairobot, de
accu, het dockingstation, de laadkabel, de
adapter of de aansluitkabel niet en neem con‐
tact op met een STIHL dealer.
► Als een mes/kling beschadigd of versleten is:
► Stop de maairobot en activeer de vergren‐
deling.
► Vervang alle messen/klingen. De messen/
klingen kunnen niet worden geslepen.
► Als de waarschuwingsstickers onleesbaar of
beschadigd zijn: laat de waarschuwingsstic‐
kers door een STIHL dealer vervangen.
21.2 Begrenzingsdraad of leidraad
verlengen of repareren
De begrenzingsdraad of leidraad kan met behulp
van draadverbinders worden verlengd of gerepa‐
reerd.
De draadverbinders zijn gevuld met gel om
vroegtijdige slijtage of corrosie van de draadein‐
den te vermijden.
► Waarborg dat de begrenzingsdraden in totaal
niet langer zijn dan maximaal 850 m.

22 Storingen opheffen

22.1 Storingen van de maairobot oplossen
De meeste storingen worden in de app „MY iMOW
bot of op het dockingstation aangegeven.
Ga als volgt te werk om storingen op te lossen:
► Volg de aanwijzingen in de app „MY iMOW
of
► Druk op de druktoets „INFO" op het bedieningspaneel en volg de akoestische aanwijzingen.
Storing Lichtstrook op
de maairobot of
het dockingsta‐
tion
De maairobot
blijft tijdens het
terugrijden naar
het dockingsta‐
tion stilstaan.
De maairobot Lichtstroken
start niet zoals branden blauw.
226
1
► Steek de draadeinden (2) in de draadverbin‐
der (1).
De draadeinden mogen niet worden gestript.
► Druk de draadverbinders (1) met een tang tot
aan de aanslag in elkaar.
► Leid de begrenzingsdraden ten minste over
een lengte van a = 5 cm parallel en vlak naast
elkaar, zonder dat ze elkaar kruisen.
®
" en door rode verlichtingspatronen op de maairo‐
®
".
Oorzaak
De accu is leeg.
De maairobot wordt
opnieuw opgestart.
22 Storingen opheffen
2
Oplossing
► Waarborg dat de begrenzingsdraad niet
langer is dan 850 m.
► Verbeter de positie van de gelegde leid‐
raad.
► Leg nog een tweede leidraad in het
maaivlak.
► Draag de maairobot naar het docking‐
station om deze op te kunnen laden.
► Indien mogelijk: plaats het dockingsta‐
tion in een maaivlak met een helling op
het onderste deel van de helling.
► Wacht totdat het proces is voltooid.
De maairobot start vervolgens automa‐
tisch met maaien.
a
0458-011-9601-A