pro user PSI Series Operating Manual page 44

Gebruik alleen goedgekeurde accessoires (met name alle kabels) of onderdelen die volledig
•
aan de eisen voldoen. De installateur is verantwoordelijk voor het gebruik van de juiste
kabel- en zekeringmaten.
De oppervlaktetemperatuur kan oplopen tot 65°C. Schakel het apparaat onmiddellijk uit en
•
stop met het gebruik ervan als het apparaat rookt of abnormaal gedrag vertoont.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte
•
fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het gebruik van het
apparaat van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder
toezicht staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen.
Installatie, onderhoud en reparatie van het apparaat mogen alleen worden uitgevoerd door
•
gekwalificeerd personeel dat bekend is met de risico's, de desbetre ende voorschriften en de
toe te passen richtlijnen en veiligheidsmaatregelen.
Haal de omvormer niet uit elkaar, het interne circuit bevat gevaarlijke spanningen. Pogingen
•
om het apparaat zelf te repareren kunnen leiden tot elektrische schokken of brand en maken
de garantie van het apparaat ongeldig.
Houd metalen voorwerpen of andere materialen die kortsluiting kunnen veroorzaken op de
•
polen van de accu of de omvormer altijd uit de buurt. Een resulterende vonk of kortsluiting
kan niet alleen het apparaat beschadigen, maar ook een explosie veroorzaken en mogelijk
een stroomsterkte produceren die hoog genoeg is om een ring of iets dergelijks aan metaal
te lassen. Verwijder persoonlijke metalen voorwerpen zoals ringen, armbanden, kettingen en
horloges wanneer u aan het apparaat of de batterij werkt.
Gebruik de omvormer alleen als alle kabels en de behuizing onbeschadigd zijn en alle
•
aansluitingen vastzitten en schoon zijn. Losse of vuile aansluitingen kunnen leiden tot
oververhitting, elektrische vonken en brand.
Sluit de AC-uitgangsklemmen van de omvormer niet aan op een inkomende AC-bron (of het
•
elektriciteitsnet).
Sluit de DC ingangsklemmen van de omvormer niet aan op een inkomende AC-bron.
•
Gebruik de omvormer nooit op voertuigen waarbij de positieve pool van de accu op het
•
chassis is aangesloten.
Sluit nooit kabels in omgekeerde polariteit aan of sluit aangesloten kabels kort. Hierdoor
•
kunnen interne zekeringen doorbranden en kan de omvormer permanent beschadigd raken.
Een zekering moet op een afstand van max. 30 cm van de pluspool van de accu. Gebeurt dit
•
niet, dan kan bij een storing (bijv. overstroom of kortsluiting) schade aan de bekabeling of de
accu ontstaan. Gebruik alleen koperen kabel van hoge kwaliteit en houd de lengte van de
kabel kort.
Gebruik geen apparaten die de wisselstroom terugvoeren naar de omvormer. Dit kan de om-
•
vormer beschadigen.
Zorg ervoor dat het apparaat stevig staat. Het apparaat moet zo worden opgesteld en
•
bevestigd dat het niet kan omvallen of vallen.
Sluit nooit apparaten aan die een hoger vermogen vereisen dan het piekvermogen van de
•
omvormer. Houd er rekening mee dat sommige apparaten meer startstroom nodig hebben
dan het typeplaatje van het apparaat aangeeft.
Werken met batterijen Werken met batterijen Werken met batterijen Werken met batterijen
Batterijen kunnen grote hoeveelheden energie opslaan en een onjuiste behandeling kan
•
gevaarlijk zijn. Sluit nooit een batterij aan met een ongeschikte spanning of andere onge-
schikte of beschadigde batterijen.
Houd kinderen uit de buurt van batterijen en zuur.
•
44