Download Print this page

Honeywell AIRVISOR 2 Instructions Manual page 90

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 6
De perslucht die geleverd wordt aan de producten van het gamma Airvisor 2 dient inadembaar te zijn
conform EN 12021.
Zorg ervoor dat de vochtigheid van de inadembare lucht binnen de grenzen van EN 12021 blijft om te
vermijden dat de lucht het toestel bevriest bij lage temperaturen.
Er dient in het bijzonder op gelet te worden dat het toestel nooit aangesloten wordt op alternatieve
luchtlijnsystemen in de werkplaats die andere gassen dan inadembare lucht leveren.
Het toestel mag niet aangesloten worden op een toevoer van zuurstof of met zuurstof verrijkte lucht.
Wanneer er meer dan één gebruiker verbonden is met het luchttoevoersysteem, dient ervoor gezorgd te
worden dat het systeem over voldoende capaciteit beschikt om elke gebruiker te voorzien.
Het gebruik van de Blueline-luchtslang van Honeywell (standaard Airvisor 2) of de groene slang (Airvisor
2 DAC) en koppelingen voor een hoog debiet maakt wezenlijk deel uit van de goedkeuring. Gebruik geen
ander type slang en pas de specifieke slangen voor gebruik met uw toestel niet aan.
De maximumlengte van de toevoerslang voor toestellen van Klasse A bedraagt 10 meter, zodat er één
ononderbroken slang gebruikt wordt. Kortere slangen mogen niet samengevoegd worden om de
maximumlengte te bekomen.
De maximale (nominale) bedrijfsdruk voor persluchttoevoerslangen van Honeywell bedraagt 10 bar.
Niet geschikt voor gebruik in zones met een omgevingstemperatuur boven 35 °C; zorg ervoor dat u geen
uitrusting achterlaat in een spuitcabine wanneer deze omgevormd wordt tot een droogoven.
Het toestel mag niet gebruikt worden wanneer de gebruiker blijvende schade zou oplopen indien hij niet
beschermd zou zijn, noch in zuurstofarme omgevingen.
Bij hoge bedrijfsbelastingen is het mogelijk dat de druk in het kopstuk negatief wordt bij een maximaal
inademingsdebiet.
Wanneer u een besmette zone betreedt, dient u ervoor te zorgen dat de klep vergrendeld is in de onderste
positie en dient u deze zone onmiddellijk te verlaten indien u een defect waarneemt of indien het
waarschuwingsfluitje geluid produceert.
De bescherming van gegoten metaal wordt enkel verschaft wanneer er gebruik gemaakt wordt van de
wegwerpbare klepdeksels.
De markering 'F1', indien van toepassing, wijst erop dat het toestel en de toevoerleiding voor perslucht
gebruikt kunnen worden in situaties waar er een ontvlambaarheidsrisico bestaat.
Het is mogelijk dat het toestel geen geschikte bescherming biedt in bepaalde zeer toxische omgevingen.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om te controleren of het toestel geschikt is voor het uit te
voeren werk, alsook geschikt voor de individuele gebruiker. Gelieve de plaatselijke wetgeving te
raadplegen voor meer informatie.
Minimale toevoerdruk aan de inlaat van de toevoerslang voor perslucht:
Diameter
Slanglengte
toevoerslang
(m)
(mm)
8
3,5
7,5
10
De maximumlengte van de toevoerslang bedraagt 10 meter.
Wanneer het waarschuwingsfluitje bij de DAVK-0001E en DMAK-0021E geluid produceert op een bepaald
moment tijdens het gebruik van de extra tool of het spuitpistool, dient u de invoerdruk te verhogen tot dit
stopt. Zo wordt er verzekerd dat er voldoende lucht naar het kopstuk gevoerd wordt en dat uw veiligheid
niet in het gedrang komt.
Toevoerdruk in bar (psi)
DAVK-0001E
DAVK-0003E, 0004E
DMAK-0021E
DMAK-0023E, 0024E
DAWK-4001E, 4011E
5,3 bar
(77 psi)
5,4 bar
(79 psi)
5,5 bar
(80 psi)
NL-3
4,5 bar (61 psi)
4,6 bar (63 psi)
4,7 bar (64 psi)

Advertisement

loading