Hoofdfuncties
Bellen en gebeld worden
Een oproep verrichten
1. Controleer of uw telefoon is ingeschakeld.
2. Toets het volledige telefoonnummer in, dus inclusief
het netnummer.
]
Houd de annuleertoets (
ingedrukt om het volledige nummer te wissen.
3. Druk op de verzendtoets (
dat wordt weergegeven te bellen.
4. Om het gesprek te beëindigen drukt u op (
de rechter.
Een oproep plaatsen vanuit de
belgeschiedenislijst
1. Als u in de standby-modus op de verzendtoets
(
) drukt worden de telefoonnummers van de
laatste inkomende, uitgaande en gemiste oproepen
weergegeven.
2. Selecteer het gewenste nummer met de
navigatietoetsen.
24
) enige tijd
) om het nummer
) of
3. Druk op
om het nummer te bellen.
Internationaal bellen
1. Houd de toets
ngedrukt om de internationale
toegangscode in te voeren. Het teken '+' kunt u
vervangen door de internationale toegangscode.
2. Voer de landcode, het netnummer en het
telefoonnummer in.
3. Druk op
om het nummer te bellen.
Een oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u op de toets
(
).
Bellen via het Telefoonboek
U kunt namen en telefoonnummers die u regelmatig
belt opslaan op de Sim-kaart of in het
telefoongeheugen, in het Telefoonboek.
U kunt een nummer bellen door simpelweg de
bijbehorende naam op te zoeken in het Telefoonboek
en vervolgens op
te drukken.