Patriot PMX50 User Manual page 36

Mains charger/energizer
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
geleidende materialen of een geïsoleerde
metalen afscheiding te worden gebruikt.
Prikkeldraad of scheermesdraad mag niet door
een toestel worden geëlektrificeerd.
De stroomvoerende draad of draden van een
elektrische weide-afrastering kunnen met een
niet-stroomvoerende afrastering met
prikkeldraad of scheermesdraad worden
aangevuld. De steuninrichtingen van de
stroomvoerende draden dienen zo te worden
geconstrueerd dat tussen de stroomvoerende
draden en het verticale vlak van de niet-
stroomvoerende draden een minimum afstand
van 150 mm is gegarandeerd. Het prikkeldraad
en scheermesdraad dienen op regelmatige
afstanden te worden geaard.
Bezoek de site www.patriotglobal.com voor
informatie over het aarden.
Tussen de aardingselektrode van het toestel en
mogelijke andere componenten die op een
aardingssysteem zijn aangesloten, zoals
bijvoorbeeld het aardingssysteem van de
stroomvoorziening of de aarding van het
telecommunicatiesysteem, dient een minimum
afstand van 10 m te worden aangehouden.
Aansluitdraden die in gebouwen lopen, dienen
effectief van de geaarde constructie-elementen
van het gebouw te zijn geïsoleerd. Dit kan door
middel van geïsoleerde hoogspanningskabel
bereikt worden.
Aansluitdraden die ondergronds verlopen,
dienen òf in een isolatiebuis van isolerend
materiaal te liggen òf er dient geïsoleerde
hoogspanningskabel te worden gebruikt. Er
dient grote omzichtigheid te worden betracht
om schade aan de aansluitdraden door
dierenhoeven of in de grond zakkende
tractorwielen e.d. te voorkomen.
Aansluitdraden mogen niet in dezelfde buis als
de bedrading voor de netvoeding,
communicatiekabels of datakabels verlopen.
Aansluitdraden en elektrische weide-
afrasteringsdraden mogen niet over
36
bovengrondse stroomdraden of
communicatiekabels verlopen.
Kruisingen met bovengrondse stroomleidingen
dienen zoveel mogelijk te worden vermeden.
Als een kruising niet te voorkomen is, dient
deze onder de stroomleiding te worden gelegd
en daarmee zoveel mogelijk een rechte hoek te
vormen.
Als aansluitdraden en draden van elektrische
weide-afrasteringen dicht bij een bovengrondse
stroomleiding worden geïnstalleerd, dient de
afstand tot deze niet minder te bedragen dan
hetgeen in de onderstaande tabel te zien is.
Minimum afstanden van stroomleidingen voor
elektrische weide-afrasteringen
Voltage stroomleiding
≤1000 V
>1000 V tot ≤33.000 V
>33.000 V
Als aansluitdraden en draden van elektrische
weide-afrasteringen nabij een bovengrondse
stroomleiding worden geïnstalleerd, mogen zij
niet meer dan 3 m boven de grond zijn
aangebracht. Deze hoogte heeft betrekking op
beide zijden van de orthogonale projectie van
de buitenste geleiders van de stroomleiding op
het grondoppervlak, voor een afstand van:
2 m voor stroomleidingen met een
nomimaal voltage van meer dan 1000 V.
15 m voor stroomleidingen met een
nomimaal voltage van meer dan 1000 V.
Elektrische weide-afrasteringen die bedoeld zijn
om vogels af te schrikken, te voorkomen dat
huisdieren ontsnappen of om dieren, zoals
koeien, te gewennen, hoeven slechts door
toestellen met laag vermogen te worden
gevoed om veilig en betrouwbaar te werken.
Bij elektrische afrasteringen die moeten
voorkomen dat vogels op gebouwen gaan
nestelen, mag geen elektrische
afrasteringsdraad met de aarde-elektrode van
het toestel worden verbonden.
Afstand
3 m
4 m
8 m

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Pmx350Pmx120Pmx200Pmx450Pmx600

Table of Contents