B1600PLUS, B2200, B2600
Kies als montageplaats een vlakke en voldoende effen zone in het mid-
den van twee langsprofielen van het voertuigdak.
De dakhelling van het montagevlak mag niet meer dan 10° bedragen.
Zorg ervoor dat brandbare voorwerpen niet in de buurt van de luchtuitlaat
zijn opgeslagen of gemonteerd. De afstand dient minstens 50 cm te be-
dragen.
Zorg ervoor dat er binnen in het voertuig geen hindernis bestaat voor het
bevestigen van de luchtunit en het vrijkomen van de gekoelde lucht via de
zwenkbare luchtverdelers.
Let om veiligheidsredenen bij de montage van de airco dakunit (bij boren
en vastschroeven etc.) op het verloop van aanwezige, met name onzicht-
bare kabelstrengen, leidingen en andere componenten die zich in het
montagebereik bevinden!
Instructies voor het elektrische systeem
Laat de airco dakunit alleen door een vakman elektrisch aansluiten.
Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige energievoor-
ziening.
Indien de verlichting ook zonder 230-Vw-spanningsvoorziening inscha-
kelbaar moet zijn, zorgt u ervoor dat een 12-Vg-toevoerleiding van de
accu naar de airco dakunit aanwezig is.
Installeer 230-Vw-leidingen en 12/24-Vg-leidingen niet samen in dezelf-
de kabelgoot (holle buis).
Installeer de leidingen niet los of scherp geknikt op elektrisch geleidend
materiaal (metaal).
Monteer aan de montagezijde een schakelaar voor alle polen met een
contactopening van minimaal 3 mm.
Voor de montage van de airco dakunit kunt u kiezen uit twee verschillende
methoden:
Een nieuwe opening aanbrengen (hoofdstuk „Nieuwe opening maken" op
pagina 104). In dit geval moet in de nieuwe opening ter versteviging een
passend frame gemonteerd worden.
Gebruik van de aanwezige dakraamopeningen in het voertuig (ventilatie-
raam) (hoofdstuk „In een beschikbare dakopening monteren" op
pagina 104).
NL
Montage
103