Table of Contents
Advertisement
Available languages
Available languages
11.11.1 De alarmcentrale op scherp zetten
Als de centrale na het beantwoorden van de oproep antwoordt met 1 signaaltoon, dan betekent dat, dat
ze op onscherp staat.
• Voer de gebruikerscode 1 in, via een druktoetstelefoon.
• Druk ter bevestiging op de toets "#".
• De centrale schakelt meteen op scherp en bevestigt de statusverandering met 2 signaaltonen.
• De verlaatvertragingstijd loopt in dit geval niet af.
11.11.2 De alarmcentrale op onscherp zetten
Als de centrale na het beantwoorden van de oproep antwoordt met 2 signaaltonen, dan betekent dat, dat
ze op scherp staat.
• Voer de gebruikerscode 1 in, via een druktoetstelefoon.
• Druk ter bevestiging op de toets "#".
• De centrale schakelt meteen op onscherp en bevestigt de statusverandering met 1 signaaltoon.
11.11.3 Alarmuitgangen resetten
Als de centrale na het aannemen van de oproep met 1 + 3 signaaltonen antwoordt, dan betekent dit, dat ze
onscherp staat, maar er een alarmmelding is (de 24-uurs lus bevoorbeeld schakelde).
• Voer de gebruikerscode 1 in, via een druktoetstelefoon.
• Druk ter bevestiging op de toets "#".
• De centrale blijft onscherp en de alarmuitgangen worden gereset.
• De centrale bevestigt de statuswijziging met 1 + 2 signaaltonen.
• De LED van de betrokken lus licht nog op op de afstandsbediening.
11.11.4 Alarmcentrale op onscherp zetten bij een lopende alarmmelding
Als de centrale na het beantwoorden van de oproep antwoordt met 2 + 3 signaaltonen, dan betekent dat,
dat ze op scherp staat, maar dat er een alarmmelding actief is.
• Voer de gebruikerscode 1 in, via een druktoetstelefoon.
• Druk ter bevestiging op de toets "#".
• De centrale gaat meteen op onscherp en de alarmuitgangen worden gereset.
• De centrale bevestigt de statuswijziging met 1 + 2 signaaltonen.
• De LED van de betrokken lus licht nog op op de afstandsbediening.
286
Advertisement
Chapters
Table of Contents
