Advertisement
Collegamento degli apparecchio
Nota:
•
Questo apparecchio è per veicoli con una batteria
•
Attivando la sorgente di questo apparecchio,
da 12 volt e una messa a massa negativa. Prima
attraverso il cavo blu/bianco viene emesso un
di installarlo in un veicolo sportivo, in un auto-
segnale di comando. Collegare al terminale di
carro o in un autobus, controllare la tensione
comando del relais dell'antenna ad alzo auto-
della batteria.
matico (massimo 300 mA, con corrente continua
•
Per evitare cortocircuiti nell'impianto elettrico,
a 12 V).
accertarsi di scollegare il cavo della batteria ≠
Se l'automobile dispone di una antenna a vetro,
collegare il cavo al terminale di alimentazione
prima di iniziare l'installazione.
del booster dell'antenna.
•
Fissare i fili con dei fermacavi o del nastro adesi-
vo. Per proteggere i fili, avvolgervi attorno del
•
Per evitare corti circuiti, coprire con nastro
nastro adesivo nei punti in cui essi sono a contat-
isolante il cavo staccato. In particolare, devono
to con parti metalliche.
assolutamente essere ricoperti con nastro isolante
i cavi non usati degli altoparlanti. Se i cavi non
•
Disporre e fissare tutti i fili in modo tale che essi
vengono isolati possono verificarsi dei pericolosi
non tocchino alcuna parte in movimento, come
corti circuiti.
l'asta del cambio, il freno a mano e le guide dei
sedili. Non disporre i fili in luoghi esposti al
•
Se questo apparecchio viene installato in un vei-
calore, come nei pressi della bocca di efflusso
colo che non possiede una posizione ACC (acces-
dell'impianto di riscaldamento. Se la guaina
soria) sull'interruttore di accensione, il cavo
rosso dell'apparecchio deve essere collegato ad
isolante dei fili si fonde o si lacera, c'è il pericolo
un terminale accoppiato con le operazioni di
che i fili possano provocare cortocircuiti alla car-
rozzeria del veicolo.
accensione/spegnimento dell'interruttore di
accensione. Se ciò non viene fatto, la batteria del
•
Non far passare il cavo giallo attraverso un foro
veicolo può scaricarsi quando si lascia il veicolo
per inserirlo nel vano motore per collegare la batte-
per alcune ore.
ria. Questo danneggia la guaina isolante del cavo e
può causare un cortocircuito molto pericoloso.
•
Non accorciare i cavi. Se si accorciano i cavi, il
circuito di protezione potrebbe non funzionare
quando invece dovrebe.
•
Non fornire mai alimentazione ad un altro
apparecchio tagliando la guaina isolante del cavo
di alimentazione dell'apparecchio e collegando il
cavo. La capacità di corrente del cavo sarà super-
ata causando surriscaldamento.
Posizione ACC presente
Posizione ACC assente
•
Quando bisogna sostituire il fusibile, utilizzare
solo un fusibile di valore specificato per questa
•
Il cavo nero è quello di messa a terra. Mettere a
unità.
terra questo cavo separatamente da quello di
•
Poiché è impiegato un unico circuito BPTL, non
messa a terra di apparecchi funzionanti con
eseguire mai i collegamenti in modo tale che i fili
corrente a tensioni elevate, quali gli amplificatori
degli altoparlanti siano messi a massa diretta-
di potenza.
mente o in modo tale che i fili degli altoparlanti
Se gli apparecchi si trovano messi a terra
sinistro e destro ≠ siano in comune.
insieme, in caso di distacco della messa a terra,
•
I diffusori collegati a quest'unità devono essere
possono verificarsi incendi, o prodursi danni agli
di alta potenza da almeno 40 W e da 4 a 8 ohm.
apparecchi.
Se si usano diffusori con uscita e/o ingresso infe-
riori, questi possono prendere fuoco, emettere
•
I cavi per questo apparecchio e quelli per altri
fumo o venir danneggiati in altro modo.
apparecchi possono avere colori diversi, pur svol-
gendo la stessa funzione. Per il collegamento di
questo apparecchio ad un'altro, vedere i manuali
di installazione di entrambi gli apparecchi, e
provvedere al collegamento dei cavi aventi la
stessa funzione.
<ITALIANO>
Schema di collegamento (Fig. 4)
1. Questo apparecchio
13. Blu/bianco
Al terminale dell'antenna elettrica.
2. Terminal per antenna
(massimo 300 mA, con corrente continua a 12 V.)
3. Collegare fra loro cavi di uguale colore.
4. Nota:
14.
Blu/bianco
La posizione dei poli del connettore ISO
Le funzioni di 7 ed 9 possono differire a seconda
del veicolo. In tal caso, collegare 6 a 9 e 7 a 8.
differisce in relazione al tipo di veicolo. Se il
Prima di collegare il cavo di alimentazione al ter-
polo 5 è del tipo per il comando dell'antenna,
minal 5 (Energia elettrica di riserva o
collegare 13 e 14. Nei veicoli di altri tipi non
collegare mai 13 e 14.
Accessoria), controllare che funzioni.
5. Cappuccio
6. Giallo
15. Fusibile
Al terminale constantemente alimentato,
qualunque sia la posizione della chiave
d'accensione.
7. Giallo
Riserva (o Accessoria)
8. Rosso
Collegare alla chiave d'avviamento ON/OFF
(con corrente continua a 12 V).
9. Rosso
Accessoria (o Riserva)
10. Nero (massa)
Al telaio (parte metallica) dell'automobile.
11. Connettore ISO
Nota:
In alcuni veicoli, il connettore ISO potrebbe
essere diviso in due. In tal caso, non mancare di
connettere ambedue i connettori.
12. Cavi diffusori
Bianco: Anteriore sinistro +
Bianco/nero: Anteriore sinistro ≠
Grigio: Anteriore destro +
Grigio/nero: Anteriore destro ≠
Verde: Posteriore sinistro +
Verde/nero: Posteriore sinistro ≠
Violetto: Posteriore destro +
Violetto/nero: Posteriore destro ≠
Aansluiten van de apparatuur
Opmerking:
•
Dit apparaat is bestemd voor inbouw in
•
Wanneer de signaalbron van dit product aan
voertuigen met een negatief geaarde 12-volts
(ON) staat, wordt er een controlesignaal gepro-
accu. Alvorens u het installeert in een auto, bus,
duceerd via de blauw/witte draad. Sluit deze aan
vrachtwagen of ander voer- of vaartuig, dient u
op de bedieningsaansluiting van het auto-antenne
eerst te kontroleren of de accuspanning de juiste
relais van de auto zelf. (Max. 300 mA 12 Volt
is.
gelijkstroom) Als de auto voorzien is van een
glas-antenne, dient u de aansluiting te maken op
•
Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral voor
het installeren de negatieve ≠ accukabel los te
de aansluiting van de stroomvoorziening van de
maken.
antennebooster.
•
Houd de bedrading op zijn plaats met kabelklem-
•
Om kortsluiting te voorkomen dient u de los-
men of met isolatieband. Wikkel ter bescherming
gekoppelde draad af te dekken met isolatieband.
ook isolatieband om de bedrading waar deze de
Vergeet vooral niet de ongebruikte luidspreker-
draden te isoleren. Als de draden niet geïsoleerd
metalen oppervlakken van de auto raakt.
zijn, bestaat er het gevaar van kortsluiting.
•
Leid de bedrading altijd zo dat deze niet in aan-
•
Bij inbouw van dit apparaat in een auto waarvan
raking kan komen met bewegende onderdelen
zoals de versnellingspook, de handrem en de
het kontaktslot geen "ACC" stand heeft, dient u
geleiderails van de stoelen. Zet de bedrading ste-
de rode stroomdraad van dit apparaat aan te
vig vast en vermijd ook plaatsen die warm wor-
sluiten op een aansluitpunt waarvan de stroom
wordt in- en uitgeschakeld door ON/OFF zetten
den, zoals bij een uitblaasopening van de
van het kontaktsleuteltje. Als u deze stroomdraad
autoverwarming. Als de isolatie smelt of door
beweging doorslijt, zou er kortsluiting kunnen
aansluit op een punt dat altijd stroom krijgt, kan
onstaan.
de accu leegraken als u de auto enkele uren
ongebruikt laat.
•
Leid de gele draad niet door het brandschot naar
de motorruimte voor aansluiting op de accu.
Hierbij is de kans groot op beschadiging van de
isolatie en zeer gevaarlijke kortsluiting.
•
Maak de bedrading niet korter. Bij inkorten van
de bedrading kan het beveiligingscircuit niet in
werking treden wanneer dat nodig is.
•
Tap geen stroom af van de bedrading door een
stukje isolatie te verwijderen en een andere draad
ACC stand
Geen ACC stand
aan de kerndraad te verbinden. Hierdoor kan de
maximale stroomcapaciteit van de draad over-
schreden worden, met als gevolg oververhitting.
•
De zwarte draad is de aardedraad. Aard deze
•
Gebruik voor het vervangen van de zekering uit-
draad gescheiden van de aarde van toestellen met
sluitend een zekering van het op dit toestel
een hoog vermogen, bijvoorbeeld eindversterk-
gespecificeerde vermogen.
ers.
•
Aangezien er gebruik is gemaakt van een uniek
De toestellen zouden namelijk mogelijk worden
BPTL circuit, mag u de luidsprekersnoeren nooit
beschadigd of er worde brand veroorzaakt indien
rechtstreeks met de aarde verbinden en mag u
u dit toestel tezamen met andere toestellen aardt
ook niet de negatieve ≠ luidsprekerdraden
en de aarde wordt ontkoppeld.
gemeenschappelijk aansluiten.
• Snoeren voor dit product en overeenkomende
•
Sluit op dit apparaat luidsprekers aan die een
snoeren voor andere producten hebben mogelijk
hoog ingangsvermogen kunnen verwerken, van
verschillende kleuren ookal is de functie van de
nominaal tenminste 40 W, met een impedantie
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van
van 4 tot 8 Ohm. Sluit u luidsprekers aan die niet
dit product met een ander
aan deze eisen voldoen, dan bestaat er de kans
product daarom de installatiehandleiding van
dat de luidsprekers in brand vliegen, beginnen te
beide producten en verbind de snoeren met
roken of anderszins beschadigd raken.
dezelfde functie met elkaar.
<NEDERLANDS>
Aansluitschema (Afb. 4)
1. Dit product
13. Blauw/wit
2. Antenne-aansluiting
Naar de aansluiting van de automatische
motoraangedreven antenne (Max. 300 mA
3. Verbind de draden van dezelfde kleur met elkaar.
12 Volt gelijkstroom).
4. Opmerking:
Afhankelijk van het type auto verschillen funktie
14.
Blauw/wit
7 en 9 mogelijk. U moet in dat geval 6 op 9 en 7
De penposities van de ISO stekker kan
op 8 aansluiten.
verschillen afhankelijk van het soort voortuig.
Kontroleer eerst de funktie van aansluiting 5
Sluit 13 en 14 aan wanneer Pen 5 van het
(Accessoires of Ondersteuning) voordat het span-
antenne-bedieningstype is. In andersoortige
voortuigen mag u 13 en 14 nooit aansluiten.
ningssnoer van een ander komponent met
aansluiting 5 wordt vervonden.
5. Kapje
15. Zekering
6. Geel
Naar de aansluiting die altijd van stroom
voorzien wordt onafhankelijk van de stand van
het kontakt.
7. Geel
Ondersteuning (of Accessoire)
8. Rood
Naar de door het kontakt (12 Volt gelijkstroom)
(ON/OFF) geregelde elektrische aansluiting.
9. Rood
Accessoire (of Ondersteuning)
10. Zwart (aarde)
Naar de (metalen) carrosserie van het voertuig.
11. ISO aansluiting
Opmerking:
In bepaalde auto's is de ISO aansluiting mogelijk
in tweeën verdeeld. U moet in dat geval een
verbinding met beide aansluitingen maken.
12. Luidsprekerdraden
Wit: Linksvoor +
Wit/zwart: Linksvoor ≠
Grijs: Rechtsvoor +
Grijs/zwart: Rechtsvoor ≠
Groen: Linksachter +
Groen/zwart: Linksachter ≠
Paars: Rechtsachter +
Paars/zwart: Rechtsachter ≠
Advertisement
