Afb. 1
* Niet bij alle modellen.
1-4
Bedieningselementen
5
No Frost-systeem
6
Klep van het vriesvak
7
Glasplaat
8
IJsbereider/ijsblokjesreservoir *
9
Diepvrieslade (klein)
10
Diepvrieslade (groot)
11
Schroefvoetjes
12
Koude-accu *
13
Diepvrieskalender
14
Deurontluchting
Bedieningselementen
Afb. 2
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Temperatuurindicatie
Geeft de ingestelde temperatuur
van de diepvriesruimte aan.
3
Indicatie supervriezen
Brandt alleen als het
supervriessysteem is
ingeschakeld.
4
Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
Inschakelen van
het apparaat
Afb. 2
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen. De
temperatuurindicatie 2 knippert.
Druk op de temperatuurinsteltoets 4. Het
alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 2 branden.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd
geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volledig automatische
■
No Frost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van
■
de diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot
de onderdruk is verdwenen.
nl
77