Reiniging En Opslag - Beurer IH 30 Instructions For Use Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 10
Toepassing
controleer of het apparaat zich in verticale stand bevindt alvorens u het inschakelt. Zo
wordt het correct functioneren van het apparaat evenals de maximale werkzaamheid
gewaarborgd.
1. Druk op de ON/OFF - toets om het apparaat aan te zetten. Het controlelampje van de inhala-
tor licht groen op.
2. Plaats de luchtfilter op de achterzijde van het apparaat zodat de gewenste luchthoeveelheid
gewaarborgd is. Bij maximale instelling zijn drie luchtgaten te zien.
3. Leg indien gewenst het inhalatiemasker aan. Wij raden aan zelfs bij gebruik van het mas-
ker via de mond in en uit te ademen wanneer het bronchiaal systeem bereikt moet
worden. Wanneer de neus bereikt moet worden, adem dan in via de neus en adem uit
via de mond.
4. Inhaleer het geneesmiddel zoals uw arts heeft voorgeschreven. De inhalator is zo gebouwd
dat de inhalatiesnelheid na enkele minuten opgevoerd wordt. De snelheid begint op een laag
niveau.
5. Het geneesmiddel is leeg zodra de gevormde nevel niet meer constant is. Inhaleer tot er
geen nevel meer ontstaat of tot het apparaat zichzelf uitschakelt (het apparaat schakelt auto-
matisch uit na 10 min. gebruik).
6. Zet het apparaat af door op de ON/OFF toets te drukken. Het controlelampje dooft. Trek de
net- stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact en trek de kleine stekker uit het
contact aan de onderzijde van het apparaat.
7. Ledig de geneesmiddel- en waterresten (OPGELET: HEET !) en reinig het apparaat zoals be-
schreven onder "reiniging". Voordat u het apparaat opnieuw gebruikt, moet het 30 minuten
afkoelen.
Problemen
Wanneer er, ondanks de volgende controles, toch problemen optreden, stuur dan het apparaat
ter reparatie naar het betreffende adres.
Fout
Het apparaat reageert niet bij drukken op de
ON/OFF-toets
Laag of geen vernevelingsrendement
De ventilator werkt niet correct

Reiniging en opslag

controleer voor reiniging of de stroomvoorziening onderbroken is. Dompel het apparaat
niet in water, omdat het dan kan beschadigen.
Wij raden aan na elk gebruik de inhalator als volgt te reinigen:
1. Verwijder de bovenste beschermingskap, de geneesmiddelhouder, de luchtfilter en de filter-
houder (uit het achterste beschermomhulsel naar onder trekken), en reinig deze onderdelen
met een vochtige doek en een zacht reinigingsmiddel of ontsmettingsmiddel volgens de
voorschriften van de fabrikant. Reinig eveneens de verlengslang en het inhalatiemasker.
Oorzaak/oplossing
Controleer of de netspanningsadapter/accu
correct met de inhalator verbondenzijn. Con-
troleer of het waterreservoir juist gevuld is.
Controleer of de accu volledig opgeladen is.
Controleer of de geneesmiddelhouder ge-
noeg gevuld is (min 2 ml - max 5 ml) en niet
defect is. Controleer of de inhalator onder de
geneesmiddelhouder schoon is.
Controleer of de ventilator vast en correct
met de schacht van de motor bevestigd is.
37

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents