Wateraansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens.
Waarschuwing
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Volgens de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aangesloten wor-
den op het drinkwaternet. Er moet
een geschikte systeemscheider van de fir-
ma KÄRCHER of als alternatief een sy-
steemscheider conform EN 12729 type BA
gebruikt worden. Water dat door een sy-
steemscheider is gestroomd, wordt als niet
drinkbaar geclassificeerd.
Voorzichtig
Systeemscheider altijd aan de watertoe-
voer en nooit direct aan het apparaat aan-
sluiten!
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 3/4'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Watertoevoer openen.
Instructie: De toevoerslang behoort niet
tot het leveringspakket.
Water uit reservoir zuigen
Deze hogedrukreiniger is met overeen-
–
komstige toebehoren geschikt voor het
aanzuigen van oppervlaktewater bij-
voorbeeld uit regentonnen of vijvers.
Aanzuighoogte max. 1 m.
–
Gevaar
Zuig nooit water uit een drinkwaterreservoir
aan. Zuig nooit oplosmiddelhoudende
vloeistoffen, zoals lakverdunners, benzine,
olie of ongefilterd water aan. De afdichtin-
gen in het apparaat zijn niet bestand tegen
oplosmiddelen. De sproeinevel van oplos-
middelen is zeer licht ontvlambaar, explo-
sief en giftig.
Zuigslang (diameter minimum 3/4") met
filter (toebehoren) aansluiten aan de
wateraansluiting.
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Gevaar
Explosiegevaar!
Geen brandbare vloeistoffen sproeien.
Gevaar
Apparaat op een vaste ondergrond stel-
–
len.
De hogedrukreiniger mag niet gebruikt
–
worden door kinderen (gevaar van on-
gevallen door onvakkundig gebruik van
het apparaat).
Bij het gebruik van het apparaat creëert
–
de hogedrukstraal een hoog geluidsni-
veau. Gevaar van gehoorschade. Bij
het werken met het apparaat in elk ge-
val een geschikte gehoorbescherming
dragen.
De waterstraal die uit de hogedruk-
–
sproeier komt, veroorzaakt een reactie-
druk van het pistool. Een gebogen
spuitstuk kan een extra draaimoment
veroorzaken. Daarom spuitstuk en pi-
stool stevig met de handen vasthouden.
Nooit waterstraal op personen, dieren,
–
het apparaat zelf of elektrische compo-
nenten richten.
Voertuigbanden/bandventielen mogen
–
uitsluitend gereinigd worden vanop een
minimum spuitafstand van 30 cm. An-
ders kan de voertuigband/het bandven-
tiel beschadigd worden door de
hogedrukstraal. Het eerste teken van
een beschadiging is de verkleuring van
de band. Beschadigde voertuigbanden
zijn een bron van gevaar.
Asbesthoudende en andere materialen
–
die gevaarlijke stoffen bevatten, moe-
gen niet afgespoten worden.
Ter bescherming van de exploitant te-
–
gen buiswater moet geschikte veilig-
heidskledij gedragen worden.
– 6
NL
Bediening
59