Drukschakelaar
Wordt de hendel van het handspuitpi-
–
stool losgelaten, dan schakelt de druk-
schakelaar de pomp uit en stopt de
hogedrukstraal. Wordt de hendel aan-
getrokken, dan schakelt de drukscha-
kelaar de pomp weer in.
Overstroomklep en drukschakelaar zijn
–
in de fabriek ingesteld en verzegeld. In-
stelling uitsluitend door de klanten-
dienst.
Veiligheidspal
De veiligheidspal aan het handspuitpistool
verhindert onbedoeld inschakelen van het
apparaat.
Voor de inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
Oliepeilaanduiding aflezen bij een
rechtopstaand apparaat. Het oliepeil
moet boven beide wijzers liggen.
Ontluchting oliereservoir activeren
Bevestigingsschroef van de apparaatkap
losdraaien, apparaatkap verwijderen.
Punt van het oliereservoirdeksel afsnijden.
Apparaatkap bevestigen.
Toebehoren monteren
Sproeier op de straalpijp monteren (mar-
keringen op de stelring bovenaan).
Straalbuis met handspuitpistool verbin-
den.
Bij apparaten zonder slangtrommel:
Schuifbeugel tot de aanslag naar boven
trekken.
Schuifbeugel met meegeleverde schroe-
ven en gereedschap vastschroeven.
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
46
Bij apparaten met slangtrommel:
Krukhendel in de slangtrommelas ste-
ken en laten klikken.
hogedrukslang voor het oprollen ge-
strekt leggen.
Hogedrukslang in gelijkmatige lagen op
de slangtrommel wikkelen door aan de
krukhendel te draaien. Draairichting zo-
danig kiezen dat de hogedrukslang niet
geknikt wordt.
Montage reservehogedrukslang
Veiligheidsklemmen van het handspuit-
pistool met een schroevendraaier eruit
wippen (afbeelding A).
Handspuitpistool op de kop stellen en
het uiteinde van de hogedrukslang tot
de aanslag erin steken. Erop letten dat
de losse ring op het slanguiteinde volle-
dig naar beneden valt (afbeelding B).
Veiligheidsklem opnieuw in het hand-
spuitpistool duwen. Bij een juiste mon-
tage kan de slang max. 1 mm
uitgetrokken worden. Anders is de ring
verkeerd gemonteerd (afbeelding C).
Inbedrijfstelling
Waarschuwing
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
Elektrische aansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens en typeplaatje.
De elektrische aansluiting moet uitge-
–
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Voorzichtig
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
– 3
NL