Garmin GPSMAP 500-SERIE Gebruikershandleiding

Gpsmap 500-serie
Hide thumbs Also See for GPSMAP 500-SERIE:
Table of Contents

Advertisement

Quick Links

GPSMAP
500-serie
®
gebruikershandleiding

Advertisement

Table of Contents
loading

Summary of Contents for Garmin GPSMAP 500-SERIE

  • Page 1 GPSMAP 500-serie ® gebruikershandleiding...
  • Page 2 Informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud zonder de verplichting personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Bezoek de website van Garmin (www.garmin.com) voor de laatste updates en aanvullende informatie over het gebruik en de werking van dit en andere Garmin-producten.
  • Page 3: Tips En Snelkoppelingen

    nleIdIng Deze handleiding bevat informatie over de volgende producten: GPSMAP 520/520s GPSMAP ® GPSMAP 530/530s GPSMAP ® GPSMAP 540/540s GPSMAP ® GPSMAP 550/550s GPSMAP ® Tips en snelkoppelingen HOME • In elk scherm kunt u op drukken om direct terug te keren naar het startscherm.
  • Page 4: Table Of Contents

    nleIdIng nhoudsopgave Inleiding ...i Tips en snelkoppelingen ...i Uitleg van de handleiding ...i Snelkoppelingen ...i Waarschuwingen ...iv Belangrijke informatie ...iv Aan de slag ...1 Overzicht van het apparaat ...1 Het apparaat in- of uitschakelen ...2 De schermverlichting aanpassen ...2 Het toetsenbord gebruiken ...3 GPS-satellietsignalen ontvangen ...4 De simulatormodus gebruiken ...4 De fabrieksinstellingen herstellen ...5...
  • Page 5 Het apparaat configureren ...29 Systeeminstellingen configureren ...29 Maateenheden wijzigen ...29 Communicatie-instellingen configureren ...30 Alarmen instellen ...31 Mijn boot configureren ...32 Andere boten configureren ...34 XM Audio configureren ...34 Sonar gebruiken ...35 Het volledige scherm ...35 De flitser ...35 Het gesplitste frequentiescherm ...36 Het gesplitste zoomscherm ...36 Het temperatuurlogscherm ...37 De sonar instellen ...37...
  • Page 6: Waarschuwingen

    • Gebruik dit apparaat uitsluitend als een navigatiehulpmiddel. Gebruik de eenheid niet voor enig doel waarbij precieze bepalingen van richting, afstand, locatie of topografie zijn vereist. Ga voor meer informatie naar: www.garmin.com/aboutGarmin/environment/disposal.jsp. www.garmin. www.erecycle.org voor meer informatie of deze wet op dit Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie...
  • Page 7: Aan De Slag

    An de slAg an de slag Overzicht van het apparaat Stroom/signaal Externe GPS- GXM 3-antenne SD-kaartsleuf antenne GPSMAP 545s (hier getoond) Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
  • Page 8: Het Apparaat In- Of Uitschakelen

    Het apparaat in- of uitschakelen Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat het apparaat piept en het scherm met Garmin wordt weergegeven. Als er een scherm met een waarschuwing wordt weergegeven, drukt u op startscherm te gaan. OpMERKINg: de eerste keer dat u het apparaat aanzet, dient u de configuratieprocedure te volgen. Zie pagina 51...
  • Page 9: Het Toetsenbord Gebruiken

    Als u wilt schakelen tussen de dag- en nachtmodus: 1. Druk kort op de aan/uit-knop. Selecteer de modus Dag/Nacht. Druk de tuimelschakelaar naar links of naar rechts om te schakelen tussen de modi. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ® Het toetsenbord gebruiken Aan/uit / schermverlichting: houd de knop even ingedrukt om de eenheid in of uit te schakelen; druk kort op de knop om de schermverlichting en de dag/nacht-modus aan te passen. Bereikknoppen (-/+): met deze knoppen stelt u het bereik van de sonar in; u kunt in- of uitzoomen op een kaart. Tuimelknop: druk hierop naar boven, beneden, links of rechts om menu’s te bedienen, velden te markeren en gegevens in te voeren. MARK: druk hierop om een waypoint te markeren. SELECT: druk hierop om gemarkeerde items te selecteren en meldingen op het scherm te bevestigen.
  • Page 10: Gps-Satellietsignalen Ontvangen

    Wanneer het apparaat satellietsignalen ontvangt, worden de signaalsterktebalken boven in het startscherm groen apparaat geen satellietsignalen meer ontvangt, verdwijnen de groene balken Ga voor meer informatie over GPS naar de Garmin-website op www.garmin.com/aboutGPS. De simulatormodus gebruiken De simulatormodus schakelt de GPS-ontvanger uit voor gebruik binnenshuis of om te oefenen.
  • Page 11: De Fabrieksinstellingen Herstellen

    Als u lege SD-kaarten plaatst, kunt u gegevens overbrengen, zoals bijvoorbeeld wegpunten, routes en tracks naar een ander compatibel Garmin-product of een computer. De SD-kaartsleuf vindt u rechtsonder op het apparaat. Als u de SD-kaart wilt plaatsen, drukt u totdat de kaart vast klikt.
  • Page 12: Het Startscherm

    (pagina 35). OpMERKINg: deze optie is alleen beschikbaar als u een apparaat hebt met een ingebouwde pijler of als u een Garmin-sonarmodule hebt aangesloten. • Kaart/sonar: stel het scherm zo in dat u een kaart en sonar in één scherm kunt bekijken (pagina 18).
  • Page 13: Kaarten Gebruiken

    aarten gebruIKen Uw apparaat is uitgerust met een wereldkaart, een gedetailleerde kaart van de meren in het binnenland van de VS of BlueChart g2-cartografie voor de kustlijn van de VS of voor een bepaald land. • Navigatiekaart: geeft alle relevante navigatiegegevens weer die beschikbaar zijn op uw vooraf geïnstalleerde kaarten, waaronder boeien, lichten, kabels, diepten, jachthavens en getijdenstations in één overzichtskaart.
  • Page 14 AArten gebruIKen Instellingen van de navigatiekaart MENU Druk op voor toegang tot meer instellingen of opties van de navigatiekaart. Kaart op volledig scherm (Cijfers weergeven): bekijk de navigatie- of viskaart zonder getallen in de modus Volledig scherm. Selecteer Cijfers weergeven om de getallen opnieuw weer te geven.
  • Page 15 Informatie Jachthaven Getijdenstation Maritieme diensten *Sommige symbolen kunnen er anders uitzien op uw Garmin-apparaat. Andere functies die op de meeste kaarten voorkomen zijn dieptelijnen (bij diep water zijn deze wit), getijdenzones, dieptepeilingen (zoals weergegeven op de originele papieren kaart), navigatiehulpmiddelen en symbolen, en obstakels en kabelgebieden.
  • Page 16 AArten gebruIKen Op de kaart in- en uitzoomen bereikknoppen (+/-) Met de bepaalt u het zoomniveau, dat door de schaalverdeling onder in de kaart wordt weergegeven ( balkje onder het cijfer geeft deze afstand op de kaart weer. Toegang tot overige objectinformatie Met de kaartwijzer ( ) kunt u informatie over de kaartitems en waypoints op het scherm weergeven.
  • Page 17: Bluechart G2 Vision Gebruiken

    Informatie van het getijdenstation weergeven Informatie van het getijdenstation wordt op de kaart weergegeven door een gedetailleerd pictogram dat het relevante getijdenniveau laat zien. U kunt een uitgebreide grafiek voor een getijdenstation weergeven die u helpt het getijde voor verschillende tijdstippen of dagen te voorspellen. Markeer met de kaartwijzer ( ) het pictogram van een getijdenstation ( ) en druk op SELECT. Relevante getijdenniveau pagina 26 voor meer informatie over getijden.
  • Page 18: Mariner's Eye 3D Gebruiken

    AArten gebruIKen Mariner’s Eye 3D gebruiken Mariner’s Eye 3D biedt een panoramisch gezicht van bovenaf en van achter uw boot (in overeenstemming met uw koers) en dient als visueel navigatiehulpmiddel. Deze weergave is nuttig voor het navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen, bruggen of kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en verlaten van onbekende havens of ankerplaatsen.
  • Page 19: Fish Eye 3D Gebruiken

    Fish Eye 3D gebruiken Met behulp van de dieptelijnen van de BlueChart g2 Vision- cartografie biedt Fish Eye 3D een onderwaterweergave van de zee- en meerbodem. Met de bereikknoppen kunt u de weergave op dezelfde wijze aanpassen als in Mariner’s Eye 3D. Instellingen voor Fish Eye 3D Druk in het scherm van Fish Eye...
  • Page 20: Satellietbeelden Met Hoge Resolutie Inschakelen

    AArten gebruIKen Satellietbeelden met hoge resolutie inschakelen Bij gebruik van een voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-SD- kaart kunt u op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie gebruiken voor weergave van het land of de zee, of beide. OpMERKINg: deze functie is voorgeladen op de GPSMAP 530/530s en 535/535s.
  • Page 21: Luchtfoto's Weergeven

    Luchtfoto’s weergeven Voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-SD-kaarten bevatten luchtfoto’s van een groot aantal oriëntatiepunten, jachthavens en havens. Met deze foto’s kunt u zich op de omgeving oriënteren of voor aankomst alvast vertrouwd raken met (jacht)havens. Luchtfoto OpMERKINg: met de bereikknoppen (+/-) kunt u in- en uitzoomen terwijl u de luchtfoto op het volledige scherm bekijkt.
  • Page 22: Informatie Van Het Getijdenstation Weergeven

    AArten gebruIKen Informatie van het getijdenstation weergeven Als de getijdenstations beschikbaar zijn voor uw g2 Vision-regio, worden zij op de navigatiekaart met een gemarkeerde pijl weergegeven. Dit gedetailleerde pictogram geeft in een oogopslag de huidige snelheid en richting aan. Gedetailleerde gegevens voor wegen en POI’s BlueChart g2 Vision bevat gedetailleerde gegevens voor wegen en POI’s, inclusief zeer gedetailleerde kustwegen en nuttige punten...
  • Page 23 Koerslijn: de boeglijn wordt doorgetrokken in uw reisrichting. • Uit: hiermee schakelt u de koerslijn uit. • Afstand: geeft de afstand tot het einde van de koerslijn weer. • Tijd: de benodigde tijd voor het bereiken van het einde van de koerslijn.
  • Page 24: Het Scherm Kaart/Sonar Gebruiken

    AArten gebruIKen Het scherm Kaart/sonar gebruiken Op het scherm Kaart/sonar kunt u de navigatiekaart, viskaart, Mariner’s Eye 3D of Fish Eye 3D tegelijkertijd met de sonar weergeven. De schermen voor navigatie en sonar gesplitst weergeven: 1. Selecteer in het startscherm Kaart/sonar. 2. Selecteer het type kaart dat u op het gesplitste scherm wilt weergeven. Sonar- scherm Combinatie navigatie/sonar...
  • Page 25: Waarheen

    aarheen Met de optie Waarheen? op het startscherm kunt u zoeken en navigeren naar brandstofleveranciers, reparatiewerkplaatsen, jachthavens, aanlegplaatsen, waypoints en routes in de omgeving. OpMERKINg: u moet eerst waypoints en routes maken voordat u naar waypoints kunt navigeren. U kunt naar een bestemming navigeren met behulp van een van de volgende drie methoden: Ga naar, Route naar of Begeleiding.
  • Page 26 AArheen 3. Selecteer de maritieme dienst waarheen u wilt navigeren. Een scherm met informatie over de geselecteerde maritieme dienst verschijnt. 4. Selecteer Navigeren naar. 5. Selecteer Ga naar Route naar. Selecteer Begeleiding voor automatische begeleiding als u een voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision-kaart gebruikt. 6. Volg de gekleurde lijn op het scherm naar de bestemming. Stoppen met navigeren: Druk op MENU en selecteer vervolgens Navigeren Een bestemming op naam zoeken: 1. Selecteer in het startscherm Waarheen? tuimelknop 2. Druk de naar boven of naar beneden om een cijfer of teken te selecteren en druk naar links of rechts om van veld te wisselen.
  • Page 27: Waypoints Maken En Gebruiken

    Waypoints maken en gebruiken U kunt maximaal 1.500 alfanumerieke waypoints opslaan met een door de gebruiker gedefinieerde naam, symbool, diepte en watertemperatuur voor elk waypoint. U kunt waypoints als MOB (man over boord) opslaan. Op deze wijze markeert u het betreffende punt en wordt er een koers gemaakt die terugvoert naar de gemarkeerde locatie.
  • Page 28 AArheen Een waypoint bewerken: 1. Maak een nieuw waypoint of selecteer een waypoint op de navigatiekaart. 2. Selecteer Waypoint bewerken. 3. Selecteer het kenmerk van het waypoint dat u wilt wijzigen (Naam, Symbool, Diepte, Watertemp. of Positie). Een waypoint op de navigatiekaart verplaatsen: 1. Selecteer Waypoint bewerken > Positie 2. Gebruik de tuimelknop om het waypoint naar een andere locatie te verplaatsen en druk op SELECT. Een lijst met alle waypoints weergeven: Selecteer in het startscherm Informatie >...
  • Page 29: Routes Maken En Gebruiken

    Routes maken en gebruiken U kunt maximaal 20 routes maken en opslaan met maximaal 250 waypoints voor elke route. Een route vanaf uw huidige locatie maken: 1. Beweeg de kaartwijzer naar een bestemming en druk op SELECT. 2. Selecteer Navigeren naar > Route Een afslag toevoegen aan een route 3. Voeg met behulp van de tuimelknop en druk vervolgens op SELECT.
  • Page 30 AArheen Een route bewerken 1. Selecteer in het startscherm Informatie > Routes. 2. Selecteer de route die u wilt bewerken. 3. Selecteer Route bewerken. U kunt de routenaam en afslagen bewerken of de route verwijderen. Een route verwijderen: > Gebruikersgegevens 1. Selecteer in het startscherm > Routes. 2. Selecteer de route die u wilt verwijderen en selecteer vervolgens Route 3. Selecteer Verwijderen. Informatie > Gebruikersgegevens bewerken. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
  • Page 31: Informatie Weergeven

    nformatIe Weergeven Via het informatiescherm verkrijgt u informatie over gebruikers, getijden, stromingen, zon- en maanstanden en andere boten. Cijfers weergeven U kunt numerieke gegevens, zoals de diepte, GPS- en navigatie- informatie weergeven en aanpassen. U kunt ook het aantal velden en het type informatie in elk veld aanpassen.
  • Page 32: Informatie Van Het Getijdenstation Weergeven

    nformAtIe Weergeven Informatie van het getijdenstation weergeven Voor de weergave van getijdeninformatie selecteert u in het informatiescherm getijden en selecteert u vervolgens een getijdenstation in de lijst. Getijdenstation Lokale tijd Hoogtijcurve Huidige tijhoogte Laagtijcurve Grafiek getijdenvoorspelling • Selecteer om het rapport voor de getijden- voorspelling weer te geven.
  • Page 33: Informatie Over Zon En Maan Weergeven

    Informatie over zon en maan weergeven In het scherm Zon en maan kunt u informatie over het opkomen/ ondergaan van de zon en de maan en maanfasen bekijken, en bij benadering de positie van de zon en de maan weergeven. Voor de weergave van informatie over de zon en de maan, selecteert u in het informatiescherm Zon en maan.
  • Page 34: Andere Boten Weergeven

    nformAtIe Weergeven Andere boten weergeven Om informatie over andere boten weer te geven, selecteert u in het Informatie Andere boten. startscherm > OpMERKINg: om informatie over andere boten weer te geven, moet uw apparaat zijn aangesloten op een extern AIS (Automatic Identification System)- of DSC (Digital Selective Calling)-apparaat.
  • Page 35: Het Apparaat Configureren

    OpMERKINg: om de diepte en de temperatuur te kunnen weergeven, moet u NMEA-dieptegegevens van een sonar ontvangen of een Garmin-peilmodule gebruiken. Afst, Snelh, Hoogte: hiermee kunt u de maateenheden voor afstand, snelheid en hoogte individueel instellen. Koers: hiermee stelt u de referentiepunten in voor het berekenen van de koers.
  • Page 36: Communicatie-Instellingen Configureren

    0183-gegevens voor de meeste AIS-ontvangers. • geen: er worden geen koppelingsmogelijkheden geboden. NMEA instellen: hiermee schakelt u de NMEA-uitvoerzinnen voor de peiler, de route, het systeem en de Garmin NMEA-instellingen in of uit. NMEA-uitvoerzinnen in- of uitschakelen: 1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie >...
  • Page 37: Alarmen Instellen

    Alarmen instellen U kunt op het apparaat geluidsalarmen instellen voor als zich bepaalde situaties voordoen. Standaard zijn alle alarmen uitgeschakeld. Een alarm instellen: 1. Selecteer in het startscherm Configureer > Alarmen. 2. Selecteer een alarmcategorie (Navigatie, Systeem, Sonar of Weeralarmen). 3. Selecteer een alarm. 4. Selecteer Aan om het alarm in te schakelen en gebruik vervolgens de tuimelknop om het alarm nader te specificeren. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ®...
  • Page 38: Mijn Boot Configureren

    et AppArAAt confIgureren Sonaralarmen instellen Om een sonaralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm Configureer > Alarmen > Sonar. Ondiep water/diep water: hiermee stelt u een alarm in voor als de diepte kleiner of groter is dan de opgegeven waarde. Watertemp.: hiermee stelt u een alarm in voor als de transducer een temperatuur doorgeeft die (1,1°...
  • Page 39 • Temperatuurbron: hiermee stelt u de temperatuurbron in (transducer of NMEA). • Kegelhoek van de sonar: als u geen standaard Garmin- transducer gebruikt, kunt u de kegel van de sonar instellen (in graden) zodat deze nauwkeurig op het Fish Eye 3D-scherm wordt weergegeven.
  • Page 40: Andere Boten Configureren

    et AppArAAt confIgureren Andere boten configureren Om de instellingen voor andere boten te configureren, selecteert u in het Configureer Andere boten. startscherm > AIS: hiermee schakelt u AIS (Automatic Identification System) in of uit. AIS waarschuwt u door de id’s, de positie, de koers en de snelheid van boten met een transponder die zich binnen het bereik bevinden, te melden. dSC: hiermee schakelt u DSC (Digital Selective Calling) in of uit.
  • Page 41: Sonar Gebruiken

    Eenmaal aangesloten op een transducer, wordt uw apparaat een krachtige Fishfinder/flitser. Als uw apparaat geen ingebouwde peiler heeft, kunt u een Garmin GSD 21 of GSD 22 peilmodule op uw apparaat aansluiten om gebruik te maken van de sonarfuncties. Het volledige scherm Selecteer de optie Volledig scherm om de sonargegevens van de transducer op het gehele scherm weer te geven.
  • Page 42: Het Gesplitste Frequentiescherm

    onAr gebruIKen Het gesplitste frequentiescherm Op het gesplitste frequentiescherm (alleen bij een transducer met dubbele frequentie) ziet u zowel de 50-kHz als de 200-kHz grafiek in hetzelfde scherm. Links wordt een 50-kHz grafiek weergegeven, rechts een 200-kHz grafiek. Om het gesplitste frequentiescherm te openen, selecteert u in het startscherm Sonar > freq. gesplitst. Diepte, temperatuur en snelheid Frequenties Het gesplitste zoomscherm Op het gesplitste zoomscherm beschikt u over de volledige sonargegevens in de grafiek en een gedeelte daarvan in een ingezoomde uitsnede.
  • Page 43: Het Temperatuurlogscherm

    Het temperatuurlogscherm Als u een transducer met temperatuurmeting gebruikt, wordt in het scherm Temperatuurlog een grafiek bijgehouden waarin de temperatuurwijzigingen zijn afgezet tegen de tijd. De huidige temperatuur en diepte worden in de linkerbovenhoek weergegeven. Selecteer in het startscherm Sonar > Temp Temp en diepte Tijd verstreken De temperatuur wordt aan de rechterkant weergegeven en de verstreken tijd staat eronder. De grafiek verschuift naar links met het verstrijken van de tijd.
  • Page 44: Geavanceerde Sonarinstellingen

    onAr gebruIKen Schuifsnelheid: hiermee past u de snelheid aan waarmee de sonar van rechts naar links schuift (Ultrascroll, Snel, Middel, of Langzaam). Als u een transducer met snelheidsmeting gebruikt, selecteert u Auto, zodat de schuifsnelheid automatisch wordt aangepast aan de watersnelheid van de boot.
  • Page 45: Het Apparaat Installeren

    Vergelijk de onderdelen van dit pakket met de paklijst op de doos. Als er onderdelen ontbreken, neemt u direct contact op met uw Garmin-dealer. Voordat u begint met de installatie: • Lees en volg de aanwijzingen voor de installatie van de eenheid.
  • Page 46: Stap 2: Het Apparaat Bevestigen

    et AppArAAt InstAlleren Stap 2: het apparaat bevestigen U kunt het apparaat op een van de volgende manieren bevestigen: • Opbouw: monteer het apparaat op de meegeleverde steun die u op de console of overhead bevestigt. • Inbouw: met de optionele inbouwkit kunt u het apparaat in een vlak paneel monteren.
  • Page 47 De steun monteren: 1. Gebruik de draaivoet als boorsjabloon en markeer de plek van de drie montagegaten waar u de steun op het oppervlak wilt bevestigen. 2. Boor de montagegaten. • Als u de voet met boutjes wilt bevestigen, boort u drie 5-mm gaten op de gemarkeerde plekken. • Als u de voet met zelftappende schroeven wilt bevestigen, maakt u voorboorgaten op de gemarkeerde plekken. Boor de gaten niet dieper dan de halve lengte van de schroef. 3. Bevestig de draaivoet met drie bouten of schroeven. NIET TE STRAK AANDRAAIEN. 4. Plaats de montagesteun op de draaivoet en zet de steun vast met de korte montagebout. Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ® De eenheid installeren op de montagesteun: 1. Breng de sleuf op de achterkant van het apparaat in één lijn met de lange montagebout en schuif het apparaat op zijn plaats. Als dat nodig is, kunt u de armen van de montagesteun spreiden door aan de lange montagebout te draaien. (Draai deze tegen de klok in om de armen te spreiden en met de klok mee om deze vast te zetten.) 2. Stel het apparaat in op de gewenste gezichtshoek en draai de lange montagebout vast.
  • Page 48: Stap 3: De Transducer Installeren

    Een correcte installatie van de transducer is essentieel om het apparaat optimaal te laten werken. Als de transducerkabel te kort is, kunt u bij uw Garmin-dealer verlengkabels aanschaffen. Overtollige kabel moet worden opgerold en vastgezet. LET Op: knip de transducerkabel NIET af om deze in te korten. Als de transducerkabel wordt doorgeknipt, vervalt de garantie.
  • Page 49 De transducer met dubbele bundel bevestigen op een trollingmotor: 1. Schuif de grote bindstrip met de ribbels naar boven door de sleuf op de transducersteun, totdat de bindstrip half door de steun steekt. OpMERKINg: voor koud water en gebieden met veel hout of drijfvuil wordt aangeraden een 10 of 12 cm slangklem te gebruiken. 2. Leg de montagepakking op de gebogen bovenkant van de transducersteun. 3. Plaats de transducer met de steun onder het motorhuis van de trollingmotor, met de achterzijde van de transducer naar de schroef.
  • Page 50 et AppArAAt InstAlleren De transducer bevestigen op de spiegel Smeer alle schroeven in met wat watervaste kit om te vermijden dat er water in de spiegel lekt. Bevestig de transducer parallel aan de bodem. USS Jayhawk Bevestig de afdekking van de transducerkabel ruim boven de waterlijn.
  • Page 51 Bij montage op de spiegel moet u voor een optimale werking rekening houden met het volgende: • Voor een juiste werking van de sonar moet deze zich in gelijkmatig stromend bevinden. Monteer de transducer NIET achter strips, klinknagelrijen, stutten, appendages, de waterinlaat, uitlaten, onregelmatige verflagen of andere zaken die turbulentie veroorzaken.
  • Page 52 et AppArAAt InstAlleren 6. Markeer de locatie. Boor met een 3-mm boor een gat van ongeveer 10 mm diep. 7. Zet de kabelklem vast met een 4x12-mm schroefje. Smeer het schroefje in met watervaste kit voordat u het vastzet. Herhaal de stappen 5 en 6 voor de andere kabelklem. 8. Leg de transducerkabel naar het apparaat. KNIP DE KABEL NIET AF. Leg de kabel niet langs elektrische bedrading of andere bronnen van elektrische interferentie. Boor hier de voorboorgaten. Waterpas Uitlijnen met onderkant van de spiegel. De transducer moet 3 mm uitsteken onder een fiberglas romp of 0 mm onder een aluminium romp.
  • Page 53 Een locatie selecteren voor installatie binnen de romp Voor het installeren van een transducer moet de locatie aan de volgende eisen voldoen: • Massief fiberglas, zonder luchtbellen, laminaat, vulmateriaal of ingesloten lucht. • Op een plek met bij elke snelheid gelijkmatig stromend (niet- turbulent) water. • De locatie mag zich niet bevinden bij strips of achter obstakels op de romp die turbulentie veroorzaken.
  • Page 54: Stap 4: De Kabelboom Installeren

    et AppArAAt InstAlleren Stap 4: de kabelboom installeren installeren Het apparaat wordt geleverd met een kabelboom voor aansluiting op de voeding en de transducer met één gemakkelijke verbinding en met de mogelijkheid om externe apparaten aan te sluiten. De kleurcode in het diagram (zie pagina 49) geeft de betreffende aansluitingen van de kabelboom aan.
  • Page 55 PIN 8 - Zwart (Massa) PIN 13 - Rood (DC plus) PIN 18 - Blauw (NMEA-uit) Pintoewijzing voor de GPSMAP 500-serie Gebruikershandleiding GPSMAP 500-serie ® PIN 7 - Geel (Alarm) (ROOD) +VDC PIN 12 - Wit (CANet H) PIN 16 - Groen (CANet L)
  • Page 56 Garmin Sounder of Fishfinder. OpMERKINg: als u het apparaat wilt aansluiten op Garmin CANet, hebt u een CANet Kit nodig. Neem contact op met uw Garmin-dealer of ga naar www.garmin.com. om gegevens te...
  • Page 57: Stap 5: De Installatie Testen

    Stap 5: de installatie testen Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, houdt u de aan/uit-knop ingedrukt totdat het apparaat piept en wordt ingeschakeld. Gebruik de tuimelknop en de SELECT-knop en volg de aanwijzigen op het scherm om het apparaat te configureren. OpMERKINg: hoewel een aantal tests kunnen worden uitgevoerd met de boot op de trailer, moet de boot in het water liggen voor een volledige test van de installatie.
  • Page 58 et AppArAAt InstAlleren Een op de spiegel geïnstalleerde transducer testen: 1. Begin met testen bij lage snelheid. Als de sonar goed lijkt te werken, verhoogt u geleidelijk de snelheid van de boot terwijl u de sonar in het oog houdt. Als het sonarsignaal plotseling verdwijnt of als het retoursignaal van de bodem erg slecht wordt, noteert u de snelheid waarbij dit gebeurt. 2. Houd de boot op de snelheid waar het signaal verdwijnt. Maak voorzichtige bochten naar bakboord en stuurboord en kijk of het signaal beter wordt. 3. Als de signaalsterkte toeneemt bij het maken van een bocht, past u de diepte van de transducer aan, zodat deze nog 3 mm verder onder de spiegel uitsteekt. Er zijn wellicht meerdere pogingen nodig voordat het signaal behouden blijft. 4. Als het signaal niet beter wordt, moet de transducer misschien worden verplaatst. OpMERKINg: pas de diepte van de transducer in kleine stapjes aan. Als de transducer te diep uitsteekt, kan dit invloed hebben op de prestaties van de boot en neemt het risico toe dat de transducer in aanraking komt met objecten onder water.
  • Page 59: Appendix

    ppendIx Specificaties Fysieke specificaties Afmetingen: 16,3 cm x 15,0 cm x 7,4 cm (HxBxD) gewicht: minder dan 0,8 kg display: gpSMAp 525/535/545/555: 12,7 cm diagonaal, volledig VGA-display met instelbare helderheid, 640 x 480 pixels, 4.096 kleuren. gpSMAp 520/530/540/550: 12,7 cm diagonaal, QVGA-display met instelbare helderheid, 320 x 240 pixels.
  • Page 60: Productregistratie

    Serienummer: ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ Contact met Garmin opnemen Neem contact op met Garmin als u tijdens het gebruik van het apparaat vragen hebt. Neem in de VS contact op met Garmin Product Support op telefoonnummer (913) 397.8200 of (800) 800.1020, van maandag tot...
  • Page 61: Alarmen En Berichten

    Kan niet naar kaart gebruiker schrijven, kaart is mogelijk vol: fout bij het lezen van de kaart; verwijder de kaart en plaats deze opnieuw. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support als het probleem zich blijft voordoen.
  • Page 62 MMSI weer of de naam die aan een MMSI is gekoppeld. database fout: intern probleem met het apparaat. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support voor onderhoud aan het apparaat. diep water alarm: de diepte voor het diepwateralarm is bereikt.
  • Page 63 500-serie ® Echolood uitlooptijd: er is een intern probleem met het apparaat. Neem contact op met uw dealer of met Garmin Product Support voor onderhoud aan het apparaat. Echolood functie weggevallen: u bent niet langer op het externe sonarapparaat aangesloten of uw apparaat kan om een andere reden geen verbinding meer maken met het sonarapparaat.
  • Page 64 ppendIx Transducer niet aangesloten, sonar uitgeschakeld: als er geen transducer is aangesloten, als de transducer of de kabel defect is, of als de transducerkabel niet is aangesloten. Als de transducerkabel wordt verwijderd terwijl het apparaat is ingeschakeld, sluit u de kabel opnieuw aan, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer aan.
  • Page 65: Garantie Met Betrekking Tot Weersinformatie

    U bent zelf volledig verantwoordelijk voor de risico’s die het gebruik van deze service met zich meebrengt. XM en Garmin zijn niet verantwoordelijk voor ongevallen als gevolg van of in verband met het gebruik van deze service.
  • Page 66: Xm Satellite Radio-Serviceovereenkomst

    SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST. LEES DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG. Garmin kent u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit apparaat (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken bij het normale gebruik van dit product. De eigendomstitel, de eigendomsrechten en de intellectuele eigendomsrechten van de software blijven berusten bij Garmin.
  • Page 67: Beperkte Garantie

    Beperkte garantie Dit Garmin-product wordt gegarandeerd vrij te zijn van defecten in materiaal en techniek gedurende één jaar na de aankoopdatum. Binnen deze periode zal Garmin alle onderdelen waarvan een normaal gebruik niet mogelijk is, naar eigen keuze repareren of vervangen.
  • Page 68: Voldoen Aan Fcc-Regelgeving

    RSS-210. Radiocommunicatieapparaten van categorie II voldoen aan de Industry Canada Standard RSS-310. Conformiteitsverklaring Hierbij verklaart Garmin dat dit apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen in Richtlijn 1999/5/EG. Voor de volledige conformiteitsverklaring voor uw Garmin-product verwijzen we u naar de Garmin-website: www.garmin.com/products/.
  • Page 69: Index

    Informatie weergeven GPS, bedrading naar een HOME-knop huidige stations inbouwmontage ingangsspanning installeren 39–48 de kabelboom de steun de transducer een locatie selecteren in een Garmin CANet testen instellingen kaart systeem Kaart/sonar-scherm werken met kaarten fish eye 3D 13 instellingen mariner’s eye 3D navigatie...
  • Page 70 ndex steunmontage transducer op een spiegel route naar routes maken navigeren verwijderen begeleiding weergeven ga naar route naar NEXRAD satellietbeelden NMEA inschakelen NMEA-apparaat plaatsen aansluiten op verwijderen NMEA-uitvoerzinnen schermverlichting inschakelen aanpassen schuifsnelheid SELECT-knop objectinformatie Simulatormodus toegang tot werken met obstructie snelheidssensor omgevingsdiepte snelkoppelingen...
  • Page 72 Ga voor de laatste gratis software-updates (exclusief kaartgegevens) gedurende de hele levensduur van uw Garmin-producten naar de website van Garmin op www.garmin.com. © 2007 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Garmin International, Inc. 1200 East 151 Street, Olathe, Kansas 66062, VS Garmin (Europe) Ltd.

Table of Contents