Starten En Gebruik - Black & Decker BD 220/50-2M Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 17
Driefasen-versie 400 V / 50 Hz
● De compressor is voorzien van een netkabel met 16 A CEE stekker die
beschikt over een faseomzetter. Controleer voor ingebruikneming of de
motor in de juiste richting draait (draairichtingspijl op de v-snaarafdekking);
daarvoor de compressor eventjes inschakelen. Mocht de motor van
de compressor in de verkeerde richting draaien moet het draaiveld
worden gecorrigeerd door de fase-omzetter in de stekker te verzetten
(schroevendraaier gebruiken, faseomzetter lichtjes indrukken en met 180°
draaien).
● De motor is voorzien van een overbelastingsschakelaar. Bij overbelasting
van de compressor schakelt deze schakelaar de compressor automatisch
uit om de compressor te beschermen tegen oververhitting. Indien
de overbelastingsschakelaar de motor uitschakelt wacht dan tot de
compressor afgekoeld is.
● Lange toevoerleidingen alsook verlengkabels, kabeltrommels enz. leiden
tot spanningsverlies en kunnen het starten van de motor beletten.
● Bij temperaturen onder +5°C start de motor eventueel moeilijk ten gevolge
van stroefheid.
4

STARTEN EN GEBRUIK

• Controleer de overeenstemming met de gegevens op de typeplaat van de
compressor met de werkelijke gegevens van de elektrische installatie; er
wordt een spanningsvariatie van +/- 10% ten opzichte van de nominale
waarde toegestaan.
• Steek de stekker van de stroomkabel in een geschikt stopcontact en
controleer of de drukknop van de pressostaat op de compressor in de
uitgeschakelde stand «O» (OFF) staat (fig. 5a-5b-5c).
• Sluit bij de driefasenversies de stekker aan op een schakelkast beveiligd
door passende zekeringen.
• Laat, bij versies uitgerust met een schakelkast ("Tandem" units of
sterdriehoekaanzetters), de installatie en de aansluitingen (op de motor, de
pressostaat en de magneetklep daar waar aanwezig) door gekwalificeerd
personeel uitvoeren.
• Controleer het oliepeil met behulp van:
– Het peilglas (fig. 6a),
– Of de oliepeilstok (fig. 6c - 6d).
Draai vervolgens, indien nodig, de ontluchtingsschroef los en vul bij (met
nieuwe olie)
• Nu is de compressor klaar voor gebruik.
• Bedien de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar bij
versies met schakelkast, (fig. 5a-5b-5c): de compressor start, begint lucht
te pompen en voert deze via de toevoerbuis naar de ketel.
• Zodra de maximale waarde van de bedrijfsdruk wordt bereikt (ingesteld
door de constructeur tijdens de keuringsfase), stopt de compressor en
blaast de overmaat aan lucht die in de kop en toevoerbuis aanwezig is
via een klep onder de pressostaat af (bij de ster-driehoek versies via een
magneetklep die bij het stoppen van de motor wordt geactiveerd).
• Dit afblazen vereenvoudigt het opnieuw opstarten van de compressor,
aangezien er geen druk meer in de kop aanwezig is.
Bij gebruik van lucht start de compressor automatisch op wanneer de
onderste afstelwaarde wordt bereikt (2 bar tussen bovenste en onderste
waarde).
Het is mogelijk om de druk in de ketel te controleren door de bijgeleverde
manometer af te lezen (fig. 4a-4b-4c).
• De compressor blijft met deze automatische cyclus werken totdat de
schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar van de schakelkast,
(fig. 5a-5b-5c) wordt afgezet. Als men de compressor opnieuw wil
gebruiken, dient men minstens 10 seconden na het uitschakelen te
wachten alvorens de compressor opnieuw te starten.
• Bij de versies met schakelkast moet de pressostaat altijd in lijn staan met
de ingeschakelde stand I (ON).
• Bij de tandemversies staat de bijgeleverde unit het gebruik van één van
beide compressorgroepen toe (indien gewenst met afwisselend gebruik)
of van beide gelijktijdig, afhankelijk van de behoeften. In het laatste geval
zal het starten op gedifferentieerde wijze verlopen, om een overmatige
absorptie van stroom bij het starten te voorkomen (getimede start).
• Alleen verrijdbare compressoren zijn van een reduceerventiel voorzien
(bij versies met vaste pootjes wordt deze gewoonlijk op de gebruikslijn
geïnstalleerd). Door de knop bij open kraan te bedienen (door deze
omhoog te trekken wordt bij rechtsom draaien de druk verhoogd en bij
linksom draaien de druk verlaagd, fig. 7) kan de luchtdruk geregeld worden
om het gebruik van pneumatische gereedschappen te optimaliseren. Zet,
zodra de gewenste waarde is ingesteld, de knop weer laag om deze in zijn
stand te vergrendelen.
• De ingestelde waarde kan op de manometer gecontroleerd worden
(bij versies die hiermee zijn uitgerust, fig. 7 - 8) of met behulp van de
genummerde streepjes op de knop, welke waarden met de betreffende
drukken overeenkomen.
• Controlleer of het luchtgebruik en de maximum druk van de te
proberen luchtdrukwerktuigen geschikt zijn met de aangetekende
druk op de drukregelaar en met de hoeveelheid lucht geleverd door
de compressor.
• Schakel de machine na gebruik uit, neem de stekker uit het stopcontact en
leeg de ketel.
5
ONDERHOUD
• De levensduur van de machine hangt af van de kwaliteit van het
onderhoud.
• ZET,
VOORDAT
WERKZAAMHEDEN
WORDEN UITGEVOERD, DE PRESSOSTAAT IN DE STAND "OFF",
NEEM DE STEKKER UIT EN LEEG DE KETEL VOLLEDIG.
• Controleer de aanhaalkoppels van alle bouten en vooral die van de kop
(fig. 9a-9b). De controle moet uitgevoerd worden voordat de compressor
voor de eerste keer gestart wordt en vervolgens bij het eerste intens
gebruik, om de correcte waarde van het aanspanmoment, die door de
thermische uitzetting gewijzigd werd, te herstellen.
TABEL 1 – SLUITING VAN DE HOOFDTREKKERS
Nm
Min. koppel
Bout M6
Bout M8
Bout M10
Bout M12
Bout M14
121
• Reinig het aanzuigfilter met een frequentie die afhangt van het type
werkomgeving en minstens eens per 100 uur. Vervang het filter indien
nodig (een verstopt filter vermindert het rendement en een onwerkzaam
filter veroorzaakt een grotere slijtage van de compressor, fig. 10a-10b).
• Ververs de olie na de eerste 100 bedrijfsuren en vervolgens elke 300 uur.
Controleer periodiek het niveau.
• Gebruik API CC/SC SAE 40 minerale olie. (Voor koude klimaten wordt
API CC/SC SAE 20 aanbevolen). Meng geen verschillende soorten olie.
Als kleurvariaties optreden (witachtig = aanwezigheid van water; donker =
oververhitte olie) wordt aangeraden om de olie onmiddellijk te verversen.
• Schroef de plug na het bijvullen (fig. 11a-11b-11c) stevig vast en controleer
of er tijdens gebruik geen olie uit lekt. Controleer wekelijks het oliepeil om
een correcte smering te garanderen (fig. 6a - 6d).
• Tap regelmatig (of na werkzaamheden die langer dan een uur duren) het
condenswater af dat zich in de ketel ophoopt (fig. 12) i.v.m. het vocht dat
in de lucht aanwezig is. Dit om de ketel tegen roesten te beschermen en
niet de capaciteit te beperken.
• Controleer periodiek de spanning van de riemen, die een doorbuiging (f)
van circa 1 cm moeten bezitten (fig. 13).
TABEL 2 – ONDERHOUDSINTERVALLEN
NA DE
FUNCTIE
EERSTE 100
UREN
Reiniging van de zuigfilter
en/of vervanging van het
filtrerende element
Vervanging van olie*
Sluiting van de
De controle moet uitgevoerd worden voordat de
hoofdtrekkers
compressor voor de eerste keer wordt gestart
Het lossen van de condens
Regelmatig en bij het einde van het werk
vanuit de tank
Controle van de
Regelmatig
riemspanning
Zowel de uitgewerkte olie (gesmeerde modellen) als het condenswater
*
MOETEN op milieuvriendelijke wijze en overeenkomstig de geldende
wettelijke voorschriften VERWERKT worden.
De verkoop van de compressor moet gebeuren voor de leidingen
die geschikt zijn en overeenstemmen met de eisen van de lokale
wetgeving.
AAN
DE
COMPRESSOR
Nm
Max. koppel
9
11
22
27
45
55
76
93
148
ELKE 100
ELKE 300
UREN
UREN
33

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents