Beknopte Hulp Bij Storingen - Pentair COMPLI 1010/4 BWE HL Instruction Manual

Hide thumbs Also See for COMPLI 1010/4 BWE HL:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 14
NEDERLANDS
door de fabrikant worden vervangen.
Wij raden aan om bij onderhoud de volgende werkzaamheden
uit te voeren:
1. De verbindingen op lekkage controleren door de omgeving
van de installatie en de apparatuur goed te onderzoeken.
2. Bedienen van de schuif; controleren of deze soepel be-
weegt, indien nodig aanpassen en invetten.
3. Openen en reinigen van de terugstroomblokkering, controle
van plaatsing en klep (kogel).
4. Reinigen van de pomp en direct aangesloten leidingen;
controle van de waaier en de lagers.
VOORZICHTIG!
Versleten waaiers kunnen scherpe randen hebben.
5. Oliecontrole, indien nodig bijvullen of verversen (indien een
oliekamer aanwezig is).
6. Binnenreiniging van de tank (indien nodig of bij speciale ei-
sen), bijv. vet verwijderen.
7. Controleren van de toestand van de verzameltank.
8. Om de 2 jaar de installatie met water doorspoelen.
9. Controle van het elektrische gedeelte van de installatie. De
regelaar zelf is onderhoudsvrij, maar mocht er een accu zijn
ingebouwd, dan moet die regelmatig worden gecontroleerd
op werking. Daartoe bij een spanningsloos gemaakte instal-
latie de vlotter in de tank optillen tot er een hoogwateralarm
klinkt.
10. Daarnaast moet de vlotter indien nodig worden gereinigd.
Na voltooiing van de onderhoudswerkzaamheden kan de in-
stallatie na proefdraaien weer in gebruik worden genomen.
Van het onderhoud moet een verslag worden gemaakt met ver-
melding van alle uitgevoerde werkzaamheden en de essentiële
gegevens.
Oliecontrole
(Geldt alleen voor 25/2- en 35/2-installaties) Eerst worden de
zeskantschroeven of inbusschroeven rond de pomp losge-
draaid en de pomp wordt dan met de waaier van de tank ge-
haald. De vul- en aftapopening van de oliekamer wordt door de
afsluitschroef "Öl" (olie) naar buiten toe afgedicht. Ter controle
van de oliekeerringafdichting wordt de olie uit de oliekamer
met inbegrip van de resterende hoeveelheid afgetapt en ver-
zameld in een schone maatbeker.
• Als de olie vermengd is met water (melkachtig is), moet de
olie worden ververst. Na nog eens 300 bedrijfsuren, max.
echter na 6 maanden, opnieuw controleren!
• Is de olie vermengd met zowel water als verontreinigingen,
dan moet naast de olie ook de glijringafdichting worden
vervangen. Om de oliekamer te bewaken, kan ook achteraf
de elektrode van ons afdichtingscontroleapparaat "DKG" in
plaats van de afsluitschroef "DKG" worden gemonteerd.
Olieverversing
(Geldt alleen voor installaties met de pomptypes 25/2 und 35/2)
Ter behoud van een betrouwbare werking moet na 300 bedrijf-
suren de olie voor de eerste maal worden ververst en daarna na
elke 1000 bedrijfsuren. Bij minder bedrijfsuren moet ten min-
ste eenmaal per jaar de olie worden ververst.
Wordt afvalwater met sterk schurende additieven afgevoerd,
dan moet de olie met navenant kortere tussenpozen worden
ververst.
46
Voor de verversing van de olie in de oliekamer moet hydrau-
lische HLP-olie van viscositeitsklasse 22 tot 46 worden ge-
bruikt, bijvoorbeeld DTE 22, DTE 24, DTE 25 van Mobil.
De vulhoeveelheid bedraagt 1000 cm³ voor de MultiFree-pom-
pen 25/2 BW en 35/2 BW.
LET OP! De oliekamer mag alleen worden gevuld met de aan-
gegeven hoeveelheid olie. Teveel olie kan leiden tot defecten
aan de pomp.

BEKNOPTE HULP BIJ STORINGEN

WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan alle werkzaamheden: De pomp(en) en de
besturing van het net loskoppelen door de zekeringen eruit te
draaien en ervoor zorgen dat ze door andere personen niet op-
nieuw onder spanning kan worden gezet.
LET OP! Werkzaamheden aan de besturing mogen alleen door
een elektromonteur worden uitgevoerd!
• De installatie werkt niet, noch in de automatische, noch in de
handmatige modus.
Netspanning ontbreekt, controleer de zekeringen en de
RCD-schakelaar, de bedrijfsmodus van de pomp mag niet op
"0" staan.
• Installatie loopt niet, er wordt "Motorbeveiliging" weergege-
ven
Het motorbeveiligingsrelais of de motorbeveiligingsschake-
laar heeft de boel uitgeschakeld. Controleer de motorbevei-
ligingsinstellingen en pas deze aan de nominale stroom van
de pomp aan. Bevestig e.e.a. met de bevestigingstoets en
reset de motorbeveiligingsschakelaar handmatig.
• De motorbeveiliging schakelt na korte tijd weer uit
Pompwaaier geblokkeerd -> reinigen (pompinstructies)
Motor defect -> Fabrieksservice aanvragen
• Terugstuwing, water stijgt zeer langzaam
Toevoerleidingen geblokkeerd -> reinigen.
• Pomp voert te weinig op, hoogwateralarm
Controleer en open de schuif in de drukleiding, reinig de te-
rugslagklep en spoel de drukleiding door.
• Thermostaat pomp
Laat de pomp afkoelen en bevestig e.e.a. met de bevesti-
gingstoets.
• Display toont geen waarden
Netspanning ontbreekt, controleer de zekeringen en de
RCD-schakelaar, schakel indien nodig de hoofdschakelaar
in.
• Groene ledje brandt niet
Netspanning ontbreekt, controleer de zekeringen en de
RCD-schakelaar, schakel indien nodig de hoofdschakelaar
in, de bedrijfsmodus van de pomp mag niet op "0" staan.
• Rode ledje brandt
De fout verschijnt op het display, bevestig deze vervolgens
met de bevestigingstoets.
• Geen toegang tot het menu
Wachtwoord onjuist.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents