3.8 Instelmogelijkheden van de sensoren
3.8.1 Inleiding
Het NAUTICAST™ Inland AIS moet aan verschillende sensoren kunnen worden aangesloten.
De instelmogelijkheden van de sensoringangen moeten de compatibiliteit met verschillende
sensoren garanderen. In dit hoofdstuk worden de mogelijkheden beschreven om het AIS aan
de eisen van de sensoren aan te passen.
Het NAUTICAST™ Inland AIS biedt de volgende instelmogelijkheden
Instelling van de gegevenstransmissiesnelheid 4800/9600/38400 baud
Weergave van de aangesloten sensor voor elke ingang
Weergave en instelling van de configuratie via OSD
Analyse van de ontvangen sensorgegevens
Weergave van de ontvangen gegevens in voorlopige vorm
Verschillende NMEA protocollen instelbaar
Indien nodig moeten stappen worden herhaald tot de gewenste configuratie bereikt is. Tijdens
het configuren is het NAUTICAST™ Inland AIS niet operationeel.
3.8.2 Instelling van de transmissiesnelheid, checksom (CRC) en NMEA zender en
identificatie van de zinnen
De instelling van de sensorparameters gebeurt via menu 5 (Transponder Configuration) en
verder in submenu 5/5 (Sensor Settings). De toegang tot deze menu's is met een
wachtwoord beveiligd. (zie bijlage 9.2 Wachwoordinformatie)
Y1-03-0212-2H
o
o
N 1
19' E
0
13' |1> N/A|2>0.00|3>0.10nm
|----------------------------------
| 5. Transponder Configuration
-----| |
| +- 1. Change User Password
View | +- 2. Region Settings
| +- 3. Alarm Settings
-----| +- 4. Interrogation Settings
| +- 5. Sensor Settings
Msg. |
|
-----|
|
Displ|
----------------------------------------
NUM|Select->|
|
|<-Back
18