Attach The Collar To The Garage Door Opener; De Montagebeugel Op De Garagepoortopener Bevestigen; Positioneer En Monteer De Garagepoortopener; Bevestig Het Noodontgrendelingstouw En De Hendel - Chamberlain LM3800W Installation And Operating Instructions Manual

Wall mount residential wi-fi garage door opener
Hide thumbs Also See for LM3800W:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
9

Attach the Collar to the Garage Door Opener

Om problemen bij de installatie te vermijden, mag u de poortopener niet gebruiken totdat u daartoe instructies krijgt.
De poortopener kan aan eender welke zijde van de poort worden geïnstalleerd (zie deel Planning). De getoonde illustraties zijn voor de installatie op
het illustratieblad.
1. Draai de stelschroeven los.
2. Bevestig de kraag op de motoras van de garagepoortopener. De zijkant van de kraag met het grootste gat moet op de motoras worden
geplaatst.
3. Zorg ervoor dat de kraag helemaal op de motoras zit tot het eindpunt is bereikt.
4. Plaats de kraag zo dat de schroeven naar buiten zitten en toegankelijk zijn bij aanbrenging op de torsiestang.
5. Draai de 2 vierkante kopschroeven het dichtst bij de motoras goed vast door de schroeven 1/4 tot 1/2 draai aan te draaien nadat u contact
maakt met de motoras.
10

De montagebeugel op de garagepoortopener bevestigen

1. Bevestig de gegleufde zijde van de montagebeugel los op dezelfde zijde van de garagepoortopener als de kraag, met behulp van
de meegeleverde schroeven.
OPMERKINGEN: Draai de schroeven niet vast tot u daarvoor instructies krijgt.
11

Positioneer en monteer de garagepoortopener

Er MOETEN betonnen ankers worden gebruikt indien de montagebeugel in metselwerk wordt gemonteerd. Probeer de
garagepoort, poortveren, kabels, poelies, beugels of de hardware ervan NOOIT los te maken, te bewegen of af te stellen.
Deze staan ALLEMAAL onder EXTREME spanning Bel ALTIJD een opgeleide poortspecialist of -installateur indien de
garagepoort vastzit, blijft steken of uit evenwicht is. Een ongebalanceerde garagepoort keert mogelijks NIET indien nodig.
De garagepoortopener MOET in een rechte hoek op de torsiestang worden gemonteerd om vroegtijdige slijtage op de kraag
te voorkomen. Hou rekening met de plaatselijke vereisten.
OPMERKINGEN: Raadpleeg de pagina accessoires voor extra montageopties.
1. Sluit de garagepoort volledig.
2. Schuif de garagepoortopener op het einde van de torsiestang. Als de torsiestang te lang of beschadigd is, moet u ze eventueel afzagen. Zorg
ervoor dat de kraag het lager NIET raakt.
3. Gebruik een waterpas om de garagepoortopener te positioneren en verticaal uit te lijnen. Controleer of de montagebeugel zich op een vast
oppervlak bevindt, zoals hout, beton of poort-/vlagbeugel. Bij installatie op een droge muur, MOET de montagebeugel op een steunbout worden
bevestigd.
4. Wanneer de poortopener juist is uitgelijnd, markeert u de gaten voor de montagebeugel. Draai indien nodig de kraagschroeven op de torsies-
tang aan om de garagepoortopener op zijn plaats te houden terwijl u de gaten markeert. OPMERKINGEN: De garagepoortopener hoeft niet
gelijk met de muur te zijn.
5. Verwijder de poortopener van de torsiestang. Boor pilootgaten van 5mm op de gemarkeerde plaatsen. Boor indien nodig door metalen poortrail-
platen.
6. Schuif de poortopener terug op de torsiestang tot de pilootgaten zijn uitgelijnd op de beugel.
7. Draai de 2 vierkante kopschroeven op de torsiestang vast. Voor een holle torsiestang draait u de schroeven 3/4 tot 1 volle draai aan nadat u
contact maakt met de stang. Voor een massieve torsiestang draait u de schroeven 1/4 tot maximaal 1/2 draai aan nadat u contact maakt met de
as. Als u op een gegroefde torsiestang installeert, draai de schroeven dan NIET in de richting van de groeven.
8. Bevestig de montagebeugel op de muur en de garagepoortopener. Gebruik de schroeven (12) om de montagebeugel aan de muur te bevesti-
gen.
12

Bevestig het noodontgrendelingstouw en de hendel

Gebruik de noodontgrendelingshendel indien mogelijk ENKEL om de poort los te maken als de garagepoort GESLOTEN is.
Zwakke of gebroken veren of een ongebalanceerde poort kunnen een open poort snel en/of onverwacht doen vallen. Gebruik
de noodontgrendelingshendel NOOIT, tenzij de garagepoortopening vrij is van personen en obstakels.
1. Steek een uiteinde van het noodontgrendelingstouw door de hendel. Zorg ervoor dat "KENNISGEVING" met de rechterzijde omhoog staat.
Maak het vast met een overhandse knoop op minstens 2,5 cm van het uiteinde van het touw om slipgevaar te voorkomen.
2. Steek het andere uiteinde van het noodontgrendelingstouw door het gat in de ontgrendelingsarm van de wagen. Monteer de noodontgrendeling
binnen bereik, echter minstens 1,83 m boven de grond, en vermijd daarbij contact met voertuigen om accidentele ontgrendeling te voorkomen
en maak dit vast met een overhandse knoop.
OPMERKING: Het touw moet worden afgesneden, het afgesneden uiteinde warm aaneengesmolten met een lucifer of aansteker om ontrafeling
tegen te gaan.
5 / nl

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents