Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Voer tijdens onweer geen kabels aan te sluiten of installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit. v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten. v Sluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangeslo- ten aan op een correct geaard stopcontact.
Page 8
réseaux, aux systèmes de té lécommunication et aux modems (sauf instruction contraire mentionnée dans les procédures d’installation et de configuration). v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons.
Kennisgeving lithiumbatterij Waarschuwing: Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Houd u aan het volgende: v Gooi de batterij niet in water v Verwarm de batterij niet boven 100°C...
v Gebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok als gevolg van blikseminslag. v Geef gaslekken in de buurt van de telefoon niet telefonisch door. Consignes de sécurité relatives au modem Lors de l’utilisation de votre matériel téléphonique, il est important de respecter les consignes ci-après afin de réduire les risques d’incendie, d’électrocution et d’autres blessures :...
Page 11
État-Unis, l’unité de CD-ROM/DVD-ROM est certifiée conforme aux normes indiquées dans le sous-chapitre J du DHHS 21 CFR relatif aux produits à laser de classe 1. Dans les autres pays, elle est certifiée être un produit à laser de classe 1 conforme aux normes CEI 825 et CENELEC EN 60 825.
Over dit boek Deze publicatie bevat instructies voor het installeren van de meeste opties in de computer. Deze publicatie bevat ook een overzicht van de voorzieningen van de computer en informatie over de plaats van de aansluitingen en het bijwerken van de configuratie instellingen.
Informatiebronnen Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over de uw computer. Raadpleeg het Naslagboek voor basisprobleemoplossing, softwareherstelprocedures en informatie over wie u moet bellen voor hulp en service. Als u beschikt over Internet-toegang kunt u op Internet de meest recente handboe- ken voor uw computer bekijken.
Hoofdstuk 1. Overzicht Door hardwareopties te installeren kunt u de mogelijkheden van de computer een- voudig uitbreiden. In deze publicatie vindt u instructies voor het installeren van externe en interne opties. Raadpleeg bij het toevoegen van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Klein desktopmodel Opmerking: Hieronder worden twee typen kleine desktopmodellen afgebeeld. Eèn van beide modellen heeft een klep waarmee de stations worden afge- dekt. Desktopmodel Microtower Handboek voor de gebruiker...
Voorzieningen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen, vooraf geïnstalleerde software en specificaties die betrekking hebben op de computer. Microprocessor ® ™ ™ Intel Pentium III met 256 kB intern L2-cachegeheugen en MMX -technologie of ™ een Intel Celeron met 128 kB intern L2-cachegeheugen en MMX-technologie.
Page 18
v Drie audioaansluitingen (lijnuitgang, lijningang en microfoon) v Aansluitingen aan de voorzijde van kleine desktopmodellen (S/PDIF, microfoon of hoofdtelefoon) v IEEE 1394-aansluiting aan voorzijde (bepaalde kleine modellen desktops) Uitbreidingsmogelijkheden v Stationsvakken – Klein desktopmodel: 3 – Desktopmodel: 4 – Microtower: 4 v 32-bits PCI-uitbreidingssleuven –...
v Microsoft Windows XP Personal Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Fysieke specificaties — klein desktopmodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 88 mm (3,4 inch) Minimumconfiguratie: 60 Watt Breedte: 305 mm (12,0 inch) Maximumconfiguratie: 120 Watt Diepte: 380 mm (14,9 inch) Luchtverplaatsing Gewicht...
Fysieke specificaties — microtowermodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 192 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 385 mm Maximumconfiguratie: 160 Watt Diepte: 388 mm Luchtverplaatsing Ongeveer 0,5 kubieke meter per minuut Gewicht Minimumconfiguratie bij levering: 9,4 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,3 kg Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden Op de werkplek:...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
Page 23
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren In dit hoofdstuk worden de externe aansluitingen van de computer beschreven, waarop u externe opties kunt aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u in dit hoofdstuk vinden werken aanslui- ting u moet gebruiken.
Page 26
1 USB-aansluiting voorzijde 2 USB-aansluiting voorzijde In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het desktopmodel bevinden. 1 USB-aansluiting voorzijde 2 USB-aansluiting voorzijde Handboek voor de gebruiker...
Page 27
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het microtowermodel bevinden. 1 USB-aansluiting voorzijde 2 USB-aansluiting voorzijde Hoofdstuk 2. Externe opties installeren...
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van het kleine desktopmodel zich bevinden. 1 Muisaansluiting 8 Audio-lijningang 2 Parallelle poort 9 Audio-lijnuitgang 3 Ethernet-aansluiting 10 USB-aansluitingen 4 Seriële poort 11 Beeldschermaansluiting 5 Voedingsaansluiting...
Page 29
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van het desktopmodel zich bevinden. 1 Voedingsaansluiting 8 Audio-lijningang 2 Muisaansluiting 9 Audio-lijnuitgang 3 Parallelle poort 10 USB-aansluitingen 4 Ethernet-aansluiting 11 Beeldschermaansluiting 5 Seriële poort 12 Seriële poort 6 PCI-sleuven 13 Toetsenbordaansluiting 7 Microfoonaansluiting Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voor-...
Page 30
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van het microtovermodel bevinden. 1 Muisaansluiting 8 Audio-lijnuitgang 2 Toetsenbordaansluiting 9 Audio-lijningang 3 Seriële poort 10 Microfoonaansluiting 4 Parallelle poort 11 Seriële poort 5 Beeldschermaansluiting 12 PCI-sleuven 6 USB-aansluitingen 13 Voedingsaansluiting 7 Ethernet-aansluiting Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voor-...
Aansluiting Beschrijving Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een PS/2-muisaansluiting. Toetsenbordaansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een PS/2-toetsenbordaansluiting. Seriële aansluitingen Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruik maakt van een 9-pens seriële aanslui- ting.
puter binnen een PNA-thuisnetwerk moet een PNA-netwerkadapter en de bijbeho- rende software zijn geïnstalleerd. Voor informatie over het gebruik van de PNA- netwerkadapter of de AnyPoint-software raadpleegt u de documentatie bij AnyPoint (die uitsluitend wordt geleverd bij modellen met een PNA-netwerk- adapter).
Hoofdstuk 3. Interne opties installeren — klein desktopmodel De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk Lees, voordat u de kap verwijdert, “Veiligheidsvoorschriften”...
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 5 DIMM 2 PCI-sleuf 6 Vaste-schijfstation 3 Systeemplaat 7 CD- of DVD-station 4 Microprocessor en koelelement 8 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
v DIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch) U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 19. 2. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 20. 3. Open de klemmetjes. 4.
2. Verwijder de schroef en de kap van de sleuf waarin u de adapter wilt plaatsen. 3. Installeer de adapter en plaats de bevestigingsschroef. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 25,4 mm (1 3,5-inch diskettestation (vooraf geïnstalleerd op inch) bepaalde modellen) 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1.6 CD-ROM-station (standaard in sommige inch)
Page 39
6. Schuif de stationkast halverwege de stationhouder. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat. Mogelijk moet er ook een audiokabel worden aangesloten.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 27. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
Kap terugplaatsen en kabels aansluiten Wanneer u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel verwijderde onderdelen opnieuw, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekop- pelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen. Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het Configuratieprogramma correct is.
Hoofdstuk 4. Interne opties installeren — desktopmodel De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften”...
Locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-ROM-station 6 Diskettestation 2 USB-aansluiting voorzijde 7 DIMM 3 USB-aansluiting voorzijde 8 Systeemplaat 4 Optioneel stationsvak 9 Microprocessor en koelelement 5 Vaste-schijfstation 10 PCI-sleuf Onderdelen van de systeemplaat herkennen De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 29. 2. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen raadpleegt u “Onderdelen van de systeemplaat herkennen” op pagina 30. 3. Open de klemmetjes. 4. Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op één lijn liggen met de nokjes op de aansluiting.
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De volgende typen stations zijn beschikbaar: v Vaste-schijfstations v Bandstations...
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 CD-ROM-station (standaard in sommige model- inch.) len) 5.25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 5,25-inch vaste-schijfstation inch.) 3,5-inch vaste-schijfstation (montagebeugel...
Page 50
beugel tegen de computerbehuizing aanklikt. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat. v Als het eerste CD- of DVD-station is, is het een master-apparaat. v Als het een aanvullend CD- of DVD-station is, is het een slave-apparaat. v Als het een vaste-schijfstation is, is het een slave-apparaat.
Page 51
audiokabel worden aangesloten. De stappen voor het aansluiten van een IDE-station zijn verschillend per type aan te sluiten station. Zoek hieronder naar de procedure die van toepassing is voor uw type stationsaansluiting. Aansluiten van het eerste IDE CD- of DVD-station 1.
Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 39. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
Volgende stappen: Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. Kap terugplaatsen en kabels aansluiten Wanneer u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel verwijderde onderdelen opnieuw, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekop- pelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen.
Hoofdstuk 5. Interne opties installeren — microtower De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften”...
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 3 PCI-adapter 2 DIMM 4 Voedingseenheid De voedingseenheid verplaatsen Om bij sommige onderdelen van de systeemplaat te kunnen, moet u de voedings- eenheid verwijderen.
Page 57
2. Druk op het metalen plaatje en schuif de voedingseenheid naar binnen. 3. Draai de voedingseenheid naar buiten zoals in de afbeelding. Hoofdstuk 5. Interne opties installeren — microtower...
4. Verwijder de voedingseenheid en leg deze terzijde. 5. Om de voedingseenheid weer terug te plaatsen, voert u de stappen in omge- keerde volgorde uit. Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden. 1 Ventilatoraansluiting 11 Primaire IDE-aansluiting 2 Microprocessor 12 Voorste USB-aansluiting 3 DIMM 1 13 CMOS/BIOS wis/herstel-jumper 4 DIMM 2 14 Batterij 5 Voedingsaansluiting 15 PCI-sleuf 6 Voedingsaansluiting 16 PCI-sleuf 7 Aansluiting vaste schijf-LED 17 PCI-sleuf...
Page 60
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 41. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 47. 3. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen. Zie “Onderdelen van de systeemplaat”...
Adapters installeren In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen. De computer beschikt over drie uitbreidingssleuven voor PCI-adapters (peripheral component interconnect). U kunt adapters installeren met een lengte van maximaal 33 cm. U installeert als volgt een adapter: 1.
v Bandstations v CD-stations of DVD drives v Verwisselbare media stations Interne stations worden geïnstalleerd in vakken. In dit boek wordt gesproken van vak 1, vak 2 enzovoort. Wanneer u een intern station installeert, moet u er goed op letten of het vak dat u daarvoor wilt gebruiken geschikt is voor het betreffende type en formaat station.
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 CD-ROM-station (standaard op sommige inch.) modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 5,25-inch vaste-schijfstation inch.) 3,5-inch vaste-schijfstation (montagebeugel vereist)
Page 64
4. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat. v Als het eerste CD- of DVD-station is, is het een master-apparaat. v Als het een aanvullend CD- of DVD-station is, is het een slave-apparaat. v Als het een vaste-schijfstation is, is het een slave-apparaat.
Aansluiten van het eerste IDE CD- of DVD-station 1. Zoek de signaalkabel met drie stekkers die is meegeleverd met de computer of het nieuwe station. 2. Zoek de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 44. 3.
2. Prik met een scherp voorwerp, zoals een schroevendraaier, de twee doordruk- gaatjes in het metalen achterpaneel van de computer door. 3. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 4.
Page 67
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle lossen schroeven en stukken gereedschap uit de com- puter zijn verwijderd. 2. Zorg dat er geen kabels in de weg zitten die het terugplaatsen van de kap ver- hinderen.
Hoofdstuk 6. De configuratie van de computer bijwerken Dit hoofdstuk bevat informatie over het bijwerken configuratie-instellingen, het installeren van stuurprogramma’s (indien nodig voor een nieuwe optie) en het wis- sen van een vergeten wachtwoord. Meer informatie over het gebruik van het BIOS- configuratieprogramma vindt u in Access IBM op het bureaublad.
v Een pictogram met een X betekent dat het apparaat uitgeschakeld is. Een pic- togram met een omcirkeld uitroepteken geeft een resourceconflict aan. Bij een pictogram met een X of een omcirkeld uitroepteken kunt u op Eigenschap- pen klikken voor meer informatie over de oorzaak van het probleem. v Als het apparaat niet in de lijst staat, is het mogelijk niet correct geïnstal- leerd.
Page 71
5. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de positie voor onderhoud of configuratie (pennetje 2 en 3). 6. Plaats de kap terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 27 (klein desktopmodel), “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”...
Bijlage A. De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Page 74
7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij weer terug. Zie “Adapters installeren” op pagina 22 (klein desktopmodel), “Adapters installeren” op pagina 32 (desktopmodel), of “Adapters installeren” op pagina 47 (microtowermodel) voor instructies over het vervangen van adapters.
Bijlage B. Systeemprogramma’s bijwerken Hieronder vindt u informatie over het bijwerken van systeemprogramma’s (POST/BIOS) en het herstellen van die hierbij kunnen optreden. Systeemprogramma’s De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd door systeemprogramma’s. Tot de systeemprogramma’s horen de zelftestroutines (POST), de BIOS-instructies (basic input/output system) en het IBM BIOS Configuratieprogramma.
Bijlage C. Systeemadrestoewijzing De volgende tabellen geven aan hoe de vaste schijf verschillende soorten informa- tie opslaat. Het adresbereik en de bytegrootte is bij benadering. Systeemgeheugentoewijzing De eerste 640 kB van het RAM op de systeemplaat wordt toegewezen vanaf het adres hex 00000000.
Bijlage D. IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen In de volgende tabellen vindt u de IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen. Tabel 4. IRQ-kanaaltoewijzingen Systeemresource Kritische systeemfout Systeembeheerinterrupt voor energiebeheer Timer Toetsenbord Cascade interrupt van slave-PIC COM2 (bepaalde modellen) COM1 LPT2/audio (indien aanwezig) Diskettecontroller LPT1 Real-time klok Video, ACPI MIDI/joystick (bepaalde modellen) Beschikbaar voor de gebruiker...
Bijlage E. Kennisgevingen en merken Deze publicatie is opgesteld voor producten en services aangeboden in de Vere- nigde Staten van Amerika. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is.
Kennisgeving over uitvoer naar televisie De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen met een voorziening voor uitvoer naar televisie. Dit product bevat technologie voor auteursrechtbescherming die wordt beschermd door bepaalde octrooien in de V.S. en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en anderen.
Need help?
Do you have a question about the NetVista A22 and is the answer not in the manual?
Questions and answers