Haier 5U125S2SN1FA Installation Manual page 251

Koelmiddelleidingen werken
3. Koelmiddelleidingen werken
1). L ijn de middelpunten van beide flensen uit en draai de flensmoeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze vervolgens volledig
vast met de momentsleutels.
Gebruik momentsleutels om de flensmoeren vast te draaien om schade aan de flensmoeren en ontsnappend gas te voorkomen.
Aanhaalmoment van de flensmoer
Flensmoer voor Φ 6,35 14,2-17,2Nm (144-175kgf.cm)
Flensmoer voor Φ9,52 32,7-39,9N.m(333-407kgf.cm)
Flensmoer voor Φ12,7 49,5-60,3N.m(505-615kgf.cm)
Flensmoer voor Φ 15,88 61,8-75,4N.m(630-769kgf.cm)
Aanhaalmoment van de ventieldop
Vloeistofpijp 26,5-32,3Nm (270-330kgf.cm)
Gasleiding 48,1-59,7Nm (490-610kgf.cm)
2) Breng koelolie aan op zowel de binnen- als buitenzijde van de fens om gaslekkage te voorkomen. (Gebruik koelolie voor R32)
4. Lucht zuiveren en gaslekkage controleren
Wanneer het leidingwerk is voltooid, is het noodzakelijk om de lucht te verwijderen en te controleren op gaslekkage.
WAARSCHUWING
1) Meng geen andere stoffen dan het gespecificeerde koelmiddel (R32) in de koelcyclus.
2) Ventileer de kamer zo snel en zo veel mogelijk als er koelgas lekt.
3) R32, evenals andere koelmiddelen, moeten altijd worden teruggewonnen en nooit rechtstreeks in het milieu worden geloosd.
4) Gebruik een vacuümpomp uitsluitend voor R32. Het gebruik van dezelfde vacuümpomp voor verschillende koelmiddelen kan de
vacuümpomp of de unit beschadigen.
● Als er extra koelmiddel wordt gebruikt, voer dan lucht uit de koelmiddelleidingen en de binnenunit met behulp van een vacuümpomp
en vul vervolgens extra koelmiddel bij.
● Gebruik een inbussleutel (4 mm) om de afsluiterstang te bedienen.
● Alle koelmiddelbuisverbindingen moeten met een momentsleutel worden vastgezet met het voorgeschreven aanhaalmoment.
Sluit de projectiezijde van de laadslang (die van het meterverdeelstuk komt) aan op de servicepoort van de gasafsluiter.
Open de lagedrukklep van het verdeelstuk volledig (Lo) en sluit de hogedrukklep volledig (Hi).
(Hogedrukventiel vereist vervolgens geen bediening.)
Vacuümpomp toepassen. Controleer of de samengestelde drukmeter-0,1MPa (-76cmHg) aangeeft.
Evacuatie voor ten minste 1 uur wordt aanbevolen.
Sluit de lagedrukklep (Lo) van het drukmeterblok en stop de vacuümpomp.
(Laat het 4-5 minuten zoals het is en zorg ervoor dat de naald van de koppelingsmeter niet teruggaat.
Als het teruggaat, kan dit wijzen op de aanwezigheid van vocht of het lekken van verbindingsonderdelen.
Nadat u alle verbindingen hebt gecontroleerd en losgedraaid en vervolgens de moeren opnieuw hebt aangedraaid, herhaalt u stap 2-4.
)
Verwijder deksels van vloeistofafsluiter en gasafsluiter.
Draai de stang van de vloeistofafsluiter 90 graden linksom met een inbussleutel om de klep te openen.
Sluit het na 5 seconden en controleer op gaslekkage.
Controleer met behulp van zeepwater op gaslekkage van de flens van de binnenunit en de flens en kleppen van de buitenunit.
Nadat de controle is voltooid, veegt u al het zeepwater af.
Koppel de vulslang los van de servicepoort van de gasafsluiter en open vervolgens de vloeistof- en gasafsluiters. (Probeer de
klepstang niet voorbij de aanslag te draaien.)
Draai de klepdoppen en servicepoortdoppen voor de vloeistof- en gasafsluiters vast met een momentsleutel bij de voorgeschreven
koppels. Zie'' 3 Koelmiddelleidingen''op pagina 23 voor details.
Smeer hier met koelolie in
Aanhaalmoment van de
servicepoortdop
10,8-14,7N.m(110-150kgf.cm)
23
Momentsleutel
Moersleutel
Buisverbinding
Kegelmoer