Download Print this page

Panasonic WH-SDC0509L3E5 Installation Manual page 128

Air-to-water heatpump indoor unit
Hide thumbs Also See for WH-SDC0509L3E5:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
21. Gef. Ontdooi
Fabrieksinstelling: Handm
In de handmatige stand kan een gebruiker geforceerd ontdooien aanzetten in het snelmenu.
Als "auto" is geselecteerd, zal de buitenunit eenmalig het ontdooien uitvoeren als hiervoor de
warmtepomp lang bij lage buitentemperaturen heeft verwarmd, zonder dat ontdooien is uitgevoerd.
(Zelfs als auto is geselecteerd, kan een gebruiker geforceerd ontdooien aanzetten in het snelmenu.)
22. Ontdooisignaal
Fabrieksinstelling: Nee
Ontdooisignaal op hetzelfde aansluitblok als het bivalente contact op de hoofdprintplaat. Als het
ontdooisignaal op JA is ingesteld, moet de bivalente aansluiting op NEE worden gezet. Er kan maar één
functie tussen het ontdooisignaal en bivalent worden ingesteld.
Als het ontdooisignaal op JA wordt ingesteld terwijl de buitenunit bezig is met ontdooien, verandert het
contact van het ontdooisignaal naar Aan. Het contact van het ontdooisignaal verandert naar UIT nadat
het ontdooien is gestopt.
(Het doel van deze uitvoer van het contact is de fancoil binnen of waterpomp te stoppen tijdens het ontdooien.)
23. Debiet pomp
Fabrieksinstelling: ∆T
Als de instelling van het pompdebiet ∆T is, past de unit de pomp aan op het verschil tussen waterinlaat
en -uitlaat, gebaseerd op de instelling van * ∆T Aanvoer-retour en * ∆T Retour-Aanvoer in het menu
bedieningsinstellingen tijdens de werking voor deze ruimte.
Als de instelling van het pompdebiet op Max. werking (Max. fl ow) is ingesteld, zal de unit de werking van
de pomp op de ingestelde waarde bij *Pomp maximum snelheid (Maximale pompsnelheid) zetten in het
menu onderhoudsinstellingen tijdens de werking voor deze ruimte.
24. Warmwat. Ontdooi
Als ontdooien met warmtapwater op JA is ingesteld, dan wordt het warme water uit de
warmtapwatertank bij de ontdooicyclus gebruikt.
Als ontdooien met warmtapwater op NEE is ingesteld, dan wordt het warme water uit
vloerverwarmingscircuit bij de ontdooicyclus gebruikt.
Alleen als de selectie voor de Aansluiting tank Ja is
25. Verwarmingsregeling
Er zijn twee keuzestanden voor de frequentieregeling van de compressor: Comfort of Effi ciënt.
Als de stand Comfort is ingesteld, dan draait de compressor op de maximumfrequentie voor de zone om
de ingestelde temperatuur sneller te bereiken.
Als de stand Effi ciënt is ingesteld, dan draait de compressor in de aanloopfase op deellastfrequentie om
energie te besparen.
26. Externe meter
Fabrieksinstelling: [ Warmte/koudemeter : Nee ]
Er zijn twee systemen voor aansluiting van de meter voor de opwekking: een systeem met één meter voor opwekking
(Warmte/koudemeter) of een systeem met twee meters voor opwekking (Warmte/koudemeter en Tankmeter)
Beide systemen kunnen alle opwekkingsgegevens van verwarming, koeling en warmtapwater direct via een externe meter leveren.
Als Warmte/koudemeter op Ja is ingesteld, wordt de energieopwekking van de warmtepomp bij verwarming, koeling en de functie voor warmtapwater via een externe meter gelezen
Als Warmte/koudemeter op Nee is ingesteld, wordt de energieopwekking van de warmtepomp bij verwarming, koeling en de functie voor warmtapwater op de berekening van de unit gebaseerd.
Als Tankmeter op Ja is ingesteld, wordt de energieopwekking van de warmtepomp bij de functie voor warmtapwater via een externe meter gelezen
Als Elektr.meter WP op Ja is ingesteld, worden de gegevens van het energieverbruik van de warmtepomp via een externe meter gelezen.
Als Elektr.meter WP op Nee is ingesteld, worden de gegevens van het energieverbruik van de warmtepomp op de berekening van de unit gebaseerd.
Als Elektr.meter 1 (PV) op Ja is ingesteld, worden de gegevens van de energieopwekking van zonnepanelen via een externe meter gelezen en op het Cloud-systeem weergegeven.
Als Elektr.meter 2 (gebouw) op Ja is ingesteld, worden de gegevens van het energieverbruik van het gebouw via een externe meter gelezen en op het Cloud-systeem weergegeven.
Als Elektr.meter 3 (reserve) op Ja is ingesteld, worden de gegevens van het energieverbruik, verkregen van een aangewezen elektriciteitsmeter, via een externe meter gelezen en op het Cloud-
systeem weergegeven.
*1
Stel Warmte/koudemeter in op Ja en stel Tankmeter in op Nee als er 1 metersysteem voor de opwekking is geïnstalleerd.
Stel Warmte/koudemeter in op Ja en stel Tankmeter in op Ja als er 2 metersystemen voor de opwekking zijn geïnstalleerd.
Opmerking: Elektr.meter WP betreft de elektriciteitsmeter die het verbruik van de warmtepompunit meet.
Elektr.meter 1/2/3 betreft de elektriciteitsmeter nr. 1/nr. 2/nr. 3
Fabrieksinstelling: Ja
Fabrieksinstelling: Comfort
[ Tankmeter : Nee ] *Alleen beschikbaar als voor
Warmte/koudemeter Ja is gekozen
[ Elektr.meter WP : Nee ]
[ Elektr.meter 1 (PV) : Nee ]
[ Elektr.meter 2 (gebouw) : Nee ]
[ Elektr.meter 3 (reserve) : Nee ]
Systeeminstellingen
Vloeistofcirculatie
Modeschakeling
Geforceerd verw.
Gef. Ontdooi
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Modeschakeling
Geforceerd verw.
Gef. Ontdooi
Ontdooisignaal
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Geforceerd verw.
Gef. Ontdooi
Ontdooisignaal
Debiet pomp
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Gef. Ontdooi
Ontdooisignaal
Debiet pomp
Warmwat. Ontdooi
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Ontdooisignaal
Debiet pomp
Warmwat. Ontdooi
Verwarmingsregeling
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Debiet pomp
Warmwat. Ontdooi
Verwarmingsregeling
Externe meter
Select
Bevest.
*1
.
12:00am,Ma
12:00am,Ma
12:00am,Ma
12:00am,Ma
12:00am,Ma
12:00am,Ma
*1
.
29

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

Wh-sdc0509l6e5