DeWalt DCC1054N-XJ Instructions Manual page 89

BEDIENING
Instructies voor gebruik

WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.

WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.

WAARSCHUWING: Controleer dat de compressor
stevig staat op een stabiel, vlak oppervlak. Als dat
niet het geval is, zou de compressor kunnen vallen of
omvallen en persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
Ken uw luchtcompressor
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING EN DE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOORDAT U DE COMPRESSOR
IN GEBRUIK NEEMT. Bekijk de afbeeldingen en vergelijk deze
met uw compressor zodat uweet waar u de verschillende
bedienings‑ en regelfuncties kunt vinden. Bewaar deze
handleiding zodat u deze later ook nog kunt raadplegen.
Beschrijving van de bediening (Afb. A)
Leer deze regelfuncties kennen voordat u de compressor in
gebruik neemt.
auto aan(I)/UIT(O)-schakelaar
stand "Auto On" voor automatische stroomvoorziening van de
drukschakelaar en schakel de stroomvoorziening na gebruik uit
door de schakelaar in de stand "Off" te zetten.
Drukschakelaar (niet afgebeeld): De drukschakelaar start de
motor wanneer de luchtdruk in de tank onder het niveau van de
in de fabriek ingestelde "inschakeldruk" daalt. De motor wordt
uitgeschakeld wanneer de luchtdruk in de tank de in de fabriek
ingestelde "uitschakeldruk" bereikt.
Veiligheidsventiel 4 : Als de drukschakelaar de
luchtcompressor niet op de «uitschakeldruk» uitschakelt,
werkt het veiligheidsventiel als beveiliging tegen overdruk
door op de in de fabriek ingestelde druk «eruit te springen»
(deze druk is iets hoger ingesteld dan de «uitschakeldruk» van
de drukschakelaar).
Tankdrukmeter : De tankdrukmeter geeft de resterende
5
luchtdruk in de tank aan.
Één-slagregelaar 6 : Regelt de luchtdruk die beschikbaar is
aan de snelkoppeling. U kunt de luchtdruk laten toenemen
door de één‑slagregelaar naar rechts te draaien en u
kunt de luchtdruk laten afnemen door deze regelaar naar
links te draaien. Stop wanneer de indicator de gewenste
uitlaatdruk aangeeft.
koelsysteem (niet afgebeeld): Deze compressor is voorzien
van een koelsysteem van een geavanceerd ontwerp. In het
hart van het koelsysteem bevindt zich een geconstrueerde
ventilator. Het is volkomen normaal dat deze ventilator in grote
: Zet deze schakelaar in de
1
hoeveelheden lucht uit de ventilatiegaten blaast. U weet dat het
koelsysteem werkt wanneer lucht wordt uitgeblazen.
Luchtcompressorpomp (niet afgebeeld): Comprimeert lucht
in de luchttank. Er is pas werklucht beschikbaar wanneer de
compressor de luchtdruk in de luchttank heeft opgebouwd tot
de druk die vereist is aan de luchtuitlaat.
aftapventiel 7 : De afvoerklep bevindt zich aan de onderzijde
van de luchttank en wordt gebruikt voor het laten weglopen
van condens na ieder gebruik.
controleventiel 8 : Wanneer de lucht komt in werking is, is
het controleventiel «open», zodat de gecomprimeerde lucht
in de luchttank kan komen. Wanneer de luchtcompressor de
«uitschakeldruk» bereikt, «sluit» het controleventiel zich, zodat
de luchtdruk in de luchttank op peil kan blijven.
Overbelastingsbeveiliging van de motor (niet
afgebeeld): De motor is voorzien van een thermische
overbelastingsbeveiliging. Als de motor door welke oorzaak dan
ook, te heet wordt, schakelt de overbelastingsbeveiliging de
motor uit. De motor kan pas weer worden gestart wanneer deze
is afgekoeld. Opnieuw starten:
1. Zet de Auto Aan/Uit‑schakelaar op "Off".
2. Neem de accu uit.
3. Laat de motor afkoelen.
4. Plaats de accu terug.
5. Zet de Automatische Aan/Uit‑schakelaar in de stand
"Auto On".
snelkoppeling : De Universele snelkoppeling van het
9
type EU 1/4" is geschikt voor industriële stekers die worden
aangeduwd en aangesloten.
Uw compressor opbergen (Afb. E)
Uw compressor stoppen

WAARSCHUWING: Voorkom dat u door de
terugspringende slang gewond raakt, houd het koppelstuk
van de slang met de hand vast wanneer u de slang
losmaakt van de snelkoppeling
1. Zet de Auto Aan/Uit‑schakelaar
2. Draai de Één‑slagregelaar
in op nul.
3. Neem de slang en gereedschap/accessoires los.
4. Neem de accu uit wanneer u de compressor niet gebruikt.
Voor u de compressor start

WAARSCHUWING: Bedien deze compressor pas wanneer
u deze gebruiksaanwijzing hebt doorgelezen voor de
bedienings- en onderhoudsinstructies.
Steeds voordat u de compressor start
1. Zet de Auto Aan/Uit‑schakelaar
2. Neem de accu uit. (Raadpleeg De accu in het gereedschap
zetten en uit het gereedschap verwijderen)
3. Draai de Één‑slagregelaar
in op nul.
4. Maak de slang en gereedschap/accessoires vast.
nEDERLanDs
9 .
1 op "Off".
6 naar links en stel de uitlaatdruk
1 op "Off".
6 naar links en stel de uitlaatdruk
87